Collega Erik Groeneweg merkte het in zijn recensie van The Amazing’s “Gentle Stream” al op: er is een fijne stroming gaande in de muziekwereld, die zijn invloeden zoekt in psychedelische, laid-back retro-rock als Crosby, Stills, Nash & Young, The Eagles, James Taylor, Jackson Browne, de welke dan al dan niet wordt vermengd met Led Zeppelin, (vroege) Pink Floyd en zo’n beetje alles wat het afstof-label Esoteric Recordings op de markt brengt.
Mijn zeer gewaardeerde collega mag dit wellicht niet ‘prog’ genoeg vinden en mijn definities zijn wellicht wat te ruim, maar we blijken allebei fan van dit interessante grensgebied van de progressieve rock, waar we behalve bovengenoemde, ook snoepjes vinden als Jonathan Wilson, Midlake, Tame Impala, Spirits Of The Dead, Espers, Nordagust, Dean Allen Foyd en Fleet Foxes, en hoogstwaarschijnlijk vergeet ik er een paar.
Aan deze illustere lijst mag nu de Zweedse formatie Barrett Elmore toegevoegd worden. Opgericht in 2008 heeft de band in het diepste geheim aan dit debuut gesleuteld en het resultaat mag er zijn. “Woodlands” is volgens bronnen tevens een conceptplaat over het opgroeien in de uitgestrekte Zweedse wouden en de magische invloeden die je daarvan meekrijgt. Veel krijg je van dit concept echter niet mee, want een tekstvel of een uitgebreide site met informatie ontbreken. Maar dat past ook wel bij het subgenre; het geeft “Woodlands” een zekere geheimzinnigheid mee hetgeen de muziek en de beleving ervan ten goede komt.
Wat Barrett Elmore onderscheidt van zijn stalgenoten is dat de Zweedse formatie beschikt over een vrouw aan de microfoon. In de zakenwereld zouden we dit een sterke ‘point-of-sale’ noemen, maar helaas, de band is zo stom om drie nummers te laten zingen door bassist/toetsenist Max Karlström. Wellicht is zangeres Mikaela Eriksson pas later aan de band toegevoegd, maar voor de volgende plaat is Barrett Elmore aan zijn stand verplicht haar veel meer in te zetten, want de twee liedjes die zij zingt – Dusk (Dance Of The Pixies) en The Creek – zijn direct de hoogtepunten van de plaat. Haar stem – zoals het deze substijl betaamt, keurig warm naar achteren gemixt – doet enigszins denken aan Jerney Kaagman van Earth & Fire.
De overige tracks hebben wellicht een lekker Doors/vroege Pink Floyd-sfeertje en kennen een prettige productie en mooie ‘laid-back’ gitaarsolo’s. Toch bekruipt mij tevens het gevoel dat er meer gehaald kon worden uit het materiaal. En waarom het lange, overigens uitstekende Psilocybe Semilanceata als bonustrack genoteerd staat, is mij een raadsel. De wat jam-achtige track sluit op een perfecte manier het debuut af. Bovendien is het nummer voor de symfonische rockfan nog wel het meest interessant, want er gebeurt het meest.
Voor de volgende plaat raad ik Barrett Elmore aan langere wandelingen te ondernemen door de Zweedse bossen en wellicht wat meer paddenstoelen te plukken onderweg. Een andere mogelijkheid kan zijn een producer (Jacob-Holm Lupo van White Willow wellicht?) aan te trekken, die een goede sterkte/zwakte-analyse over de groep kan loslaten en het beste uit de band boven kan halen. Want er zit heel veel talent, maar op “Woodlands” is de balans nog enigszins zoek.
Markwin Meeuws