Believe

Hope To See Another Day

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Polen
Label: Galileo Records
Website: www.believe.com.pl
Tracklist
What Is Love (7:39)
Needles In My Brain (5:18)
Liar (6:57)
Pain (5:14)
Seven Days (6:09)
Coming Down (6:04)
Don't Tell Me (5:29)
Hope To See Another Day (12:11)
Mirek Gil: gitaar
Adam Milosz: toetsen
Tomek Róźycki: zang, achtergrondzang, gitaar
Satomi: viool
Robert Sieradzki: stem, teksten
Vlodi Tafel: drums, percussie
Przemek Zawadzki: basgitaar
Yesterday Is A Friend (2008)
Hope To See Another Day (2006)

Wat krijgen we nou? Is hier een of andere cabaretier bezig geweest het typetje van de gekwelde progzanger neer te zetten? Uit een blik in het boekje blijkt dat de vocalist in kwestie Tomek heet. Je zou kunnen stellen dat hij er niks aan kan doen dat hij zo overdreven klinkt. Elk vogeltje zingt immers zoals het gebekt is, maar Tomek laat toch ook horen enigszins normaal te kunnen zingen. Daarmee heeft hij al z’n theatrale gemekker gedegradeerd tot een flink potje ge-nep, maar laten we niet al te negatief doen, want dat verdient deze cd nu ook weer niet.

“Hope To See Another Day” is het niet onverdienstelijke debuut van het Poolse Believe. Deze nieuwe band is geformeerd rondom gitarist Mirek Gil en voor hen bij wie de zloty nog niet gevallen is: Gil was met zijn slepende spel één van de belangrijkste pijlers van het monumentale Collage, dé neo-progband van de jaren ’90. Believe kent nog twee andere oud Collageleden, te weten Przemek Zawadski, bassist van de eerste line-up en eerder genoemde Tomek die in 1990 zanger was op “Basnie”, de eerste Collageplaat. Ook bij Believe laat Gil z’n gitaar weer heerlijk door de muziek heen glijden, maar verwacht hier, zeker qua stijl, toch wel iets anders dan Collage. Believe past trouwens ook niet zo in het straatje van het uit Collage voortgekomen Satellite, al is het eveneens bombast troef op dit album.

Het geluid van Believe is nogal gitaargericht, want naast Gil bespeelt ook Tomek nadrukkelijk, zij het begeleidend, de zessnaar. Het ligt voor de hand dat vele thema’s van hen komen. Gil schreef overigens nagenoeg alle muziek. De nummers zijn opgebouwd met een akoestische, een stevig vervormde en een solerende gitaar. Zij geven, met de bombastische en dreigende ritmesectie, de industriële krachtprog op dit album gestalte. Stemmige toetsen en sinister vioolspel hebben het geheel nog wat donkerder gemaakt en omlijsten de vocalen van Tomek, die een enkele keer warm klinkt, maar meestal dat irritant zeurderige heeft van een Pet Shop Boy. Tot de band behoort, evenals bij Man On Fire, een aparte tekstschrijver en dat is fraai. Robert Sieradzki heeft acht tamelijk depri teksten gemaakt, die schuilgaand achter het zwart koperen hoesje een stemmig geheel vormen. Dat geheel straalt de muziek ook uit. Ondanks de eenvormigheid van het materiaal en het gebrek aan finesse onderscheiden de nummers zich redelijk van elkaar. Er is van binnenuit voldoende variatie en omdat de melodielijnen vrij simpel zijn, blijft de muziek makkelijk hangen, zo ook de zang met z’n irritant uitgesproken woordjes. Dit album bevat dan ook een zwerm laag overvliegende rockgeluiden, gegroepeerd in compacte eenheden.

Dat Mirek Gil een gitarist is die velen tot de verbeelding spreekt, bewees hij wel bij Collage. Ook valt bij Believe de neiging om ‘mour’ achter zijn naam te zetten niet te onderdrukken, zoals blijkt tijdens dat heerlijke Floyd-eind van opener What Is Love. De creatieveling verdient het echter om op z’n eigen merites te worden beoordeeld. Als hij met z’n expressieve spel aanwezig is wordt de aandacht onverbiddelijk zijn kant op getrokken. Qua melancholie is er nog zo iemand: de Japanse violiste Satomi. Zij brengt een warme gloed aan in de muziek. Gelukkig is ze niet in dienst als gastmuzikante, maar levert ze als vast bandlid constructieve bijdragen aan veel nummers, waaronder What Is Love. Toch zijn de gitaarsolo’s van Gil de onbetwiste hoogtepunten van de cd. Ze zijn zelfs aan te merken als ‘de reddende engel’ van een nummer. Zonder hem zou de band niet zo veel hebben voorgesteld, alhoewel een ieder lekker doorspeelt. Needles In My Brain laat dat goed horen, alleen zal je het betreuren dat er geen ‘singer off’- knop op je cd speler zit. Sommige uithalen hier zijn alleen maar te omschrijven als ‘Nick Barrett on Helium’.

Na het wat oubollige ritme dat het niet onaardige Liar kenmerkt, gaat het de goede kant op met het album. Althans zo lijkt het. Pain is een ballade waar Tomek zich van z’n beste kant laat zien door 95 procent van het nummer van aangename zang te voorzien. Toch vervalt hij een enkele keer in de reeds bekende gekwelde zang. Ook de intro van Seven Days eindigt hoopvol met dynamische breaks, maar nee. Evenals bij Needles In My Brain is er niet langs de zang heen te luisteren met ook nog eens dat verschil dat de band er hier weinig van bakt. Het grote euvel met dit nummer in het bijzonder en bij Believe in het algemeen, is dat de band te stevig wil klinken en het daardoor juist net niet is. Seven Days eindigt prachtig met akoestische gitaar en piano. Kijk, het zit er allemaal wel in, maar het komt er zo moeizaam uit. Die Adam Milsz is een prima toetsenist die bijvoorbeeld in Coming Down smaakvolle klanken laat horen, maar helaas te vaak slechts als behang mag dienen. Zijn bescheidenheid zou Tomek gesierd hebben.

Don’t Tell Me en het twaalf minuten lange sluitstuk geven de luisteraar hoop. Believe heeft wel degelijk de potentie een prettige progband te zijn, alleen zullen ze het dan een volgende keer wel over een andere boeg moeten gooien. Het valt namelijk niet mee deze Believe te geloven.

Dick van der Heijde

Koop bij bol.com

Send this to a friend