Progressieve rock mag best terugvallen op gebaande paden, mits het op z’n minst grensverleggende intenties heeft en intrinsiek een absolute vrijheid kent. Het Spaanse Beluga voldoet op zijn debuutalbum “Architecture Of The Absurd” (veelzeggende titel trouwens) ruimschoots aan deze voorwaarden. Op voortreffelijke wijze ondersteund door drummer Marco Minnemann (Aristocrats, LMR) en bassist Damian Erskine levert Beluga en zeer gedegen en alles behalve belegen mix van Gentle Giant, Van Der Graaf Generator, King Crimson, Zappa en meer hedendaags Beardfish en The Mars Volta.
Waar de genoemde referenties in uitblinken is een onuitputtelijke creativiteit en een flinke dosis vakmanschap, en hoewel Beluga in deze samenstelling nog maar net komt kijken (de geestelijk vaders timmeren solo en als sessiemuzikanten al langere tijd flink aan de weg) laat men hier horen uit eenzelfde houtsoort te zijn gesneden. Virtuositeit brengt men op de eigen vierkante meter voortdurend, maar wat nog aanspreekt boven deze kwaliteit is een ruim bovengemiddeld gevoel voor onweerstaanbare melodielijnen. Deze zijn van een krankzinnig hoog niveau en ik betrapte mijzelf er onlangs op dat ik met Beluga op de iPod zelfs in de stromende regen nog met een grijns op mijn gezicht liep. Ik kan je toevertrouwen dat ik alleen grijns met een heel goede reden trouwens.
Met een totale speelduur van drie kwartier en zeven composities die elk ongeveer een gelijk deel van de koek opeisen, is “Architecture Of The Absurd” als geheel goed behapbaar. Ondanks het feit dat elke minuut ten volle benut wordt en uit zijn voegen barst van de inspiratie en ruim gedetailleerde invulling, kun je het album rustig een tijdje op repeat zetten zonder enige last te krijgen van luistermoeheid. Nergens neemt men gas terug, nergens schiet men volledig uit de band. Het is van een grote consistentie allemaal en brengt je resoluut in een hoogst aangename flow, waardoor je bestand bent tegen welke gebeurtenis dan ook.
Ik kan natuurlijk de heerlijk authentiek rochelende toetspartijen noemen, de uit een vintage Gibson SG voortkomende gitaarerupties bejubelen of mijn waardering uitspreken over de bovenmenselijke tandem Minnemann/Erskine, maar het groepsgeluid is zoveel groter dan de som der delen. Waar men je nog flink staccato om de oren mept op opener Photosynthesis, glijdt men al bij aansluiter Paris Ragtime in een groove die je gedurende de rest het album in de greep houdt. Elke liefhebber van bovengenoemde bands valt zonder enige twijfel in katzwijm voor Trying To Be A Court Clown. En het mooist is nog wel dat geen sprake is van een geeuwspier belastende herhalingsoefening.
De vanwege de kenmerkende gitaarpartijen en atypische zanglijnen meest Zappaiaanse song op dit album is het zeer dynamische Under A Black Cloud. De helaas wijlen meester luistert sowieso met veel genoegen mee, dat verzeker ik je.
Afijn, een goed verstaander weet inmiddels wel genoeg lijkt me, dus ik bespaar je een verdere beschrijving van “Architecture Of The Absurd”. Ik voeg alleen nog toe dat de audiofielen zullen smullen van de geluidskwaliteit op dit album en ook het artwork (vooral de speciale gelimiteerde versie) zeer smaakvol is. Ik kan Beluga persoonlijk nauwelijks een groter compliment maken dan te zeggen dat ik deze promo (gelukkig een volwaardig exemplaar!) toevoeg aan mijn reguliere collectie en zeker niet wegleg als ‘reeds behandelde promo’. Dit smaakt naar meer, heel veel meer!
Govert Krul