Vincent Blanot is een Franse componist, die veel muziek maakt voor films, waarin hij akoestische instrumenten verweeft met digitale soundscapes. Een van zijn projecten is Berlin Heart, een project waarmee hij al eerder een album en een paar singles uitbracht. De nieuwste uitgave, “The Low Summit”, is wel heel bijzonder.
Dit is niet per se een conceptalbum, maar er zit wel een mooie rode draad in: het verstrijken van tijd, de cyclus van het leven, het einde van dingen en het eeuwig opnieuw beginnen. Gedurende drie jaar werkte Blanot aan deze plaat, samen met een lange rij gastmuzikanten, met name blazers en strijkers. In combinatie met de prachtige schilderijen die de Duitse schilder Michael Handt maakte, geïnspireerd op de 19e-eeuwse landschap schilderijen, is het een schitterend kleinood geworden.
Voor de muziek maakte Blanot gebruik van een zeer breed palet. Het album begint met een verstild folk-vignetje in de stijl van Bon Iver, maar al snel wordt de muziek steviger; in liedje vijf Crystal Morning hoor je al scheurende gitaren en dito saxofoons. Tegelijkertijd komen de akoestische instrumenten steeds weer terug, met een aangename glansrol voor de banjo. Dat droge, korte geluid contrasteert mooi met echte violen en cello’s, bijvoorbeeld in The Innocents, een instrumentaal liedje dat in het boekje ‘instrumnetal’ genoemd wordt.
Ik schrijf met nadruk ‘liedje’, omdat de stukken dat ook echt zijn, mooie, korte liedjes met een kop en een staart. Geen idee wie Blanot echt beïnvloed hebben, maar ik hoor wel aanknopingspunten als John Grant, Ben Christopher, Midlake en andere bands die elementen van folk en rock verweven. Hij noemt het zelf ergens post-prog, maar die prog moet je in het begin met een vergrootglas zoeken. Dat neemt niet weg, dat dit ontzettend fijne, geweldig uitgevoerde muziek is. Daarbij heeft Blanot een zeer prettige stem, waarmee hij ook prachtige koortjes kan maken, zoals in de schitterende ballad Dead Leaves.
Dat stuk is de opmaat voor het titelstuk The Low Summit, dat wel degelijk prog is, al was het maar door de lengte. Hier gooit Blanot alle instrumenten op één verrukkelijke hoop. Zijn strijkers, de banjo, de knappe koortjes, belletjes en pingeltjes, totdat na tweeëneenhalve minuut de gitaren losbarsten. Daarna waaiert het stuk alle kanten uit, van pure emo tot bijna klassiek. Erg goed gedaan, mooi beheerst gearrangeerd en opgenomen, knap gedrumd door Ouzoulias, die we ook kennen van Morglbl. In de laatste minuten komt het cyclische thema weer naar voren: het couplet waarmee het stuk opent wordt nog eens gedaan, maar dan aanmerkelijk opgewekter uitgevoerd. Mooi bedachte, grootste muziek.
Dat geldt zeker ook voor Solar, waarin de banjo nogmaals de hoofdrol speelt. Een groter contrast met dat stevige The Low Summit is niet denkbaar, maar die variatie maakt de plaat juist zo mooi. Een melancholische lapsteel gitaar vult de stem van Blanot heel fraai aan. Het album sluit af met nog zo’n kort folk dingetje, dit keer op een roestige piano.
Vincent Blanot heeft een heel sfeervol, toegankelijk album gemaakt, dat wel een beetje hikt op een paar gedachten. Aan de ene kant dus die folkmuziek, naast een serie mooie kleine liedjes die in de jaren ’70 van de vorige eeuw zouden kunnen zijn geschreven, en twee lange stukken, die absoluut progressieve elementen bevatten. Bij elkaar werkt het echter hartstikke goed, de verbindende factor is de mooie stem van Blanot. Aangename verrassing, zeker de moeite waard om eens op te zoeken op Spotify of te kopen via Bandcamp.