Raggende gitaren, rollende drums en een onderliggend gevoel van gevaar dat immer aannemelijk maakt dat deze artiesten vervuld zijn van spelplezier. Het is muziek die vers uit de zolderkamer lijkt te komen. Het is het enthousiasme van jonge honden die de wereld willen veroveren. Het is ook een goede sfeerschets van de muziek van Between The Jars: een naam die het aanhoren meer dan waard is.
De band werd in 2014 opgericht op de zolderkamer van een slijter. Na de release van een ep en na een aantal jaren op het podium te hebben gestaan, waaronder een tour in Frankrijk, brachten deze muzikanten hun debuutalbum uit in 2020. Nu liveshows wegens omstandigheden niet mogelijk zijn, komt de band reeds na één jaar met een nieuw album. Deze plaat kent een sympathiek hardrockgeluid dat is opgebouwd uit pakkende melodieën met fluwelen arrangementen en hier en daar een elektronische bijklank. De muziek klinkt wat strakker vergeleken met het debuut. Ver weg doet dit geluid denken aan de recente platen van Anathema, al komt de latere dEUS bij de uptempo momenten ook als associatie naar boven drijven. De muziek klinkt vooral erg ongedwongen. Het is alsof deze Utrechters de sfeer van een concert in de studio hebben willen voortzetten.
Zo is The Swarm een heerlijke opener met weidse toetsen en een ziedende bas die de compositie voortbeweegt. Een hakkend ritme geeft een rauw randje en aanstekelijke zang vormt de pophook. Als mijn oren mij niet voor de gek houden, verhaalt de tekst over de coronaepidemie, hetgeen tevens tekstueel onderstreept dat de band eigentijds klinkt. Het zweverige Untethered start met een slepende, vederlichte melodie. De compositie kent een wiegende structuur, maar de gevoelige gitaarsolo’s houden de aandacht wonderwel vast. Tot slot roept mission control de afsluiter op om ten tonele te verschijnen. Het laatste nummer lijkt aanvankelijk niet te antwoorden. Toetsen borrelen gevaarlijk. Een spacy gevoel vloeit vervolgens over in een terugkeer naar All-In Me. Het is een explosieve ontwikkeling. De uithalen van Florian Albronda geven een fijne rock & rollvibe en de meeslepende gitaarsolo bevestigt dat deze Utrechters een aansprekend arrangement in elkaar kunnen steken. Uitstekende nummers waar geen spelt tussen te krijgen valt.
Er is dan ook weinig te bekristeren aan dit album, hoewel de muziek ook weer niet bijzonder is. Criticasters zullen wellicht aanhalen dat ze hier geen progrock aantreffen, maar daar de muziek overtuigt, spreek ik met u af- beste lezer- dat we deze discussie in het midden laten. Dit is immers een aangename plaat!