De oplettende lezer heeft het al gemerkt: we hebben weer een Belgische medewerker bij Progwereld! Enige tijd na het vertrek van Piet Michem, hebben we in de persoon van Peter van Haerenborgh weer autochtoon Belgisch bloed door de aderen stromen. Nu heeft België eigenlijk maar één enigszins grote progband voortgebracht, namelijk Univers Zero. Het toeval wil dat we met Peter toevallig ook Univers Zero’s grootste fan in huis gehaald hebben. Maar als er dan eindelijk een nieuwe grote Belgische progband opstaat, dan wil Peter daar, net als Piet indertijd, toch wel een stukkie aan wijden?
In eerste instantie is mij zelfs ontgaan dat Beyond the Labyrinth een product van onze zuiderburen is; in eerste instantie dacht ik namelijk met eigen landgenoten te maken te hebben. Aan “Castles in the Sand” is elf jaar geschreven, bijna een jaar voorbereid en drie maanden opgenomen en dat is te horen! Maar daarover later meer…
Beyond the Labyrinth gaat dit jaar op tour met Threshold. Nu behoort Threshold niet direct tot mijn favorieten, maar heb ik nog wel de objectiviteit in huis om deze Britten tot de progmetaltop van de voorbije vijftien jaar te rekenen. Ongeacht wat Beyond the Labyrinth zelf in huis heeft, het feit dat ze met Threshold op tour mogen, verdient alvast een welgemeend Chapeau!
“Castles in the Sand” is de tweede langspeler van Beyond the Labyrinth, na enkele singles en het mij verder ook onbekende “Signs“. Echt progmetal is het niet, echt neoprog ook niet, maar ergens in het midden, met een flinke scheut jaren ’80 power rock… nou, dan komen we toch in de buurt. Denk een beetje aan Arena’s “Pepper’s Ghost“, maar dan minder smaakvol. Geluidstechnisch klinkt het allemaal best in orde, maar je moet ervan houden, zullen we maar zeggen: zelfs in de hoogtijdagen van Iron Maiden, Magnum en Europe had dit al gedateerd geklonken.
Als we niet te veel op het typische accent letten, is Jo de Boeck een alleszins behoorlijke hardrockzanger. Ook verder laat de band technisch weinig te wensen over. Mijn grootste punt van kritiek betreft dan ook het enorm oubollige karakter van de composities. De nummers gaan stuk voor stuk volle vaart vooruit, met telkens vergelijkbare melodiewendingen, telkens dezelfde climax (of wat ervoor door moet gaan), waarin De Boeck eerst iets uitschreeuwt, waarna Geert Fieuw er weer een gitaarsolo uitperst. Dat laatste had Steve Lukather vermoedelijk net iets beter gedaan, maar zoals gezegd, het zijn hier niet de technische kwaliteiten die de zwakste schakel vormen.
Dat aan dit werkstukje in totaal twaalf jaar gewerkt is, is enerzijds wat sneu, maar anderzijds ook wel weer typerend: anno (even terugrekenen) 1996 zou dit al niet echt de hipheid zelve geweest zijn, maar inmiddels is een en ander nog door twaalf jaar meer tijd ingehaald. Om met een positieve noot te eindigen: Beyond the Labyrinth (het nummer dus), springt er enigszins gunstig uit.
Voor diegenen die nog steeds geen genoeg kunnen krijgen van dit soort typische strakke broeken jaren ’80 rock, is Beyond the Labyrinths tweede worp degelijk genoeg om een aanwinst te vormen. Toevallig weet ik dat mijn Belgische collega Peter niet aan die beschrijving voldoet. Ik zelf, zo merk ik hier, trouwens ook niet…
Casper Middelkamp