Nagenoeg een jaar na het befaamde “Before The Dawn” concert van Kate Bush, reisde ik wederom naar London voor een evenement met hooggespannen verwachtingen: twee concerten van de Britse formatie (met Amerikaans en Zweeds bloed in de gelederen) Big Big Train. De band heeft sinds het toetreden van zanger David Longdon en de release sinds 2009 van achtereenvolgens “The Underfall Yard”, “Far Skies Deep Time”, “English Electric Vol. 1 + Vol. 2 + Full Power”, de “Make Some Noise ep” en de in 2015 verschenen “Wassail” ep gestaag naar dit moment toegewerkt, met als aantekening dat van de band die voor het laatst in 1998 live optrad alleen de oerleden Andy Poole (toetsen, akoestische gitaar, achtergrondzang) en Greg Spawton (basgitaar, baspedalen, achtergrondzang) nog aan het roer staan van Big Big Train.
De band is sinds 2009 aangevuld met drummer / zanger Nick D’Virgillio, gitarist Dave Gregory, toetsenist / contrabassist Danny Manners en sinds zomer 2014 met violiste / zangeres Rachel en gitarist / toetsenist / zanger Rikard Sjöblom. Deze achtmans formatie heeft zich in de week voorafgaand aan de concerten verzameld in de befaamde Real World Studios voor repetities waarbij voor deze unieke concerten men ook nog eens zou worden bijgestaan door een vijfkoppige kopersectie voor het oer Britse geluid van een brassband.
Zoals gezegd, de verwachtingen waren gezien de kwaliteit van hun albums en de betrokken muzikanten best hoog gespannen. Niet alleen bij ondergetekende, maar ook bij het vele publiek dat zich twee avonden en een middag verzamelde in de moderne maar knusse concertzaal King’s Place in London. Velen zijn ook fanatieke participanten op het Big Big Train forum (link naar de BBT groep op Facebook) die zichzelf ‘Passengers’ noemen. Men kwam van heinde en ver en zodoende heb ik gesproken met onder anderen een charmant echtpaar uit San Francisco. Maar ook moeten er zelfs mensen uit Australië en Nieuw Zeeland zijn geweest. Er werd voor het eerst met velen in levende lijve kennis gemaakt met wie men eerst alleen ‘virtueel’ bevriend was.
De sfeer was de eerste avond, vrijdag 14 augustus, dan ook niet anders als electrisch te omschrijven. Onder luid applaus komt de band op en trapt af met Make Some Noise. Oei, het geluid is wel heel modderig zo gelijk aan het begin en het heeft een paar nummers nodig om echt goed te worden. En de band oogt redelijk ontspannen maar klinkt dat nog niet echt, de trein moet echt op stoom komen. En op zich kan ik me dat ook wel voorstellen. De band weet hoe de toeschouwers hebben toegeleefd naar dit concert en dan zijn zenuwen niet altijd even makkelijk in bedwang te houden, hoe goed je je ook hebt voorbereid. Maar het is met name zanger David Longdon die met zijn charisma en stem er voor zorgt dat we toch al vlot behoorlijk onder de indruk raken. Na The First Rebreather krijgen we gelijk al een klein hoogtepunt: de titeltrack van The Underfall Yard: een ware achtbaan aan schitterende muzikale passages samen gesmeed tot een sterk geheel. En ach, we vergeten de kleine slippertjes hier en daar van Dave Gregory op gitaar. Verrassend is dat de synthsolo in dit stuk nu ten gehore word gebracht op viool door Rachel Hall, die daarmee direct een ijzersterk visitekaartje afgeeft en laat horen waarom ze zo’n fantastische aanwinst is voor Big Big Train.
Na deze achtbaan komen we met beide benen terug op de grond: David Longdon stelt ons voor aan zijn oom, die op het grote projectiescherm boven de band zien is en begint op banjo de song Uncle Jack te spelen. Meer folk dan prog maar het zijn dit soort songs die ons op adem doen komen. Dan is het tijd voor wat al het laatste nummer van de eerste set zal blijken te zijn: Victorian Brickwork. En gelukkig is intussen het geluid in de zaal eindelijk goed te noemen. De ‘brassband’ die niet op het podium maar op het linkerbalkon zit, laat hier horen waarom zij op zo’n schitterende manier een bijzonder element in de BBT sound zijn: het geeft de muziek een nog grotere emotionele impact die, voor diegenen die er gevoelig voor zijn zoals ondergetekende, je recht in je hart weet te raken. En dan is het pauze.
Die is gelukkig niet al te lang en de tweede set word verrassend geopend met Kingmaker, feitelijk een niet albumtrack die op cd alleen te vinden is op de Russische editie van de “Far Skies Deep Time” ep. Ondersteund door sfeervolle projecties van Britse koningen en koningen van weleer lijken de zenuwen van de eerste set verdwenen. Dave Gregory laat horen wat hij allemaal kan op zijn vintage elektrische gitaarcollectie. Met Wassail laat BBT weer wat van zijn folkrock kant horen en gooit David Longdon er nog een schepje boven op door het publiek aan te moedigen het refrein mee te zingen en uiteindelijk zelfs een Green Man masker op te zetten (zie het artwork van de “Wassail” ep) en in de huid van dit folk archetype te kruipen. Ook zijn goede fluitspel krijgt hier de nodige ruimte. Summoned By Bells zorgt wederom voor kippenvel in het instrumentale tweede deel van het stuk. De brassband doet weer zijn intrede, Danny Manners komt achter zijn toetsen vandaan en ontfermt zich voor de tweede keer deze avond over zijn contrabas. De trompet- en trombone solo’s zijn schitterend met een hoofdrol voor trompettist / kornettist Ben Godfrey. Fantastisch ook hoe trombonist Dave Desmond deze arrangementen heeft geschreven, maar nog leuker is ook om te zien hoe deze vijf blazers genieten van de muziek van BBT als ze zelf niet hoeven te spelen.
Vanaf hier wordt hoogtepunt op hoogtepunt gestapeld: Judas Unrepentant met een vingervlugge orgelsolo van Rikard Sjöblom die gedurende de avond ook nog hier en daar de aandacht trekt met wat gitaarsolo’s, Curator Of Butterflies wat één van de mooiste symfoballads van de laatste jaren is en dan is het tijd voor al weer het laatste nummer, East Coast Racer. Hier komt echt alles wat BBT zo mooi maakt bij elkaar: de muziek, de tekst, de klank. Vrijdagavond had dit nummer nog niet helemaal de impact die het verdient, maar zaterdagavond was de uitvoering wonderschoon en had ik het kippenvel meters hoog op mijn armen staan bij het ‘She FLIES!!!’ moment. De band neemt de staande ovatie dankbaar in ontvangst en verlaat het podium om even later voor de toegift terug te keren. Het is tijd voor Hedgerow: een song met folky elementen, weer die koperblazers, maar ook Beatlesque en Yes-achtige passages. En als dan halverwege David Longdon zich naar het videoscherm wendt om naar zijn hond te roepen en fluiten krijg ik zo waar een brok in mijn keel. Niet alleen om dat moment maar ook omdat het er al weer op zit. Bijna 2,5 uur muziek van de hoogste plank!
En dat was nog maar de eerste avond, die niet helemaal lekker begon en waar we te maken hadden met een band die er even in moest komen. Een avond later was het binnen één nummer al duidelijk dat de sfeer op het podium al een stuk meer ontspannend was. De zenuwen of kleine technische probleempjes van de eerste avond waren weg en we zagen en hoorden een band die zijn vleugels had gevonden. De solo’s van gitarist Dave Gregory waren op alle fronten gewoon beter, netter afgewerkt en intenser. De brassband was nog beter te horen. De ritmesectie van Nick D’Virgillio op drums (wat speelt die man met een jaloersmakend gemak) en bassist Greg Spawton waren meer ‘in sync’. Nog meer kippenvelmomenten derhalve!
Drie uitverkochte concerten van een band die na afloop, zowel in de foyer als later in de week online, liet blijken uiterst dankbaar te zijn voor het vertrouwen van zijn fans en het feit dat door het kopen van hun muziek deze optredens mogelijk waren. Men wil maar wat graag meer optredens doen, maar men beseft ook dat het met zo’n line-up, die simpelweg nodig is om deze rijk uitgewerkte muziek recht te doen, moeilijk is zowel financieel als organisatorisch om dit voor elkaar te krijgen. We zullen het eerst moeten gaan doen met de aanstaande dvd “Stone And Steel” (met live-opnames gemaakt in 2014 in de Real World Studios) en de hopelijk ook te verschijnen dvd van deze concertreeks.
Verslag: Christian Bekhuis
Fotografie: Willem Klopper (website: www.willemklopper.nl )