Ahh, humor! Ja, dat herinner ik me wel. Begin jaren ’70, Bonzo Dog Band, Gong, Krautrock, lollige titels, waardeloze muziek. Je hoeft maar naar de titels van deze nummers te kijken om te weten hoe de muzikale vlag erbij hangt. Met wat tegenzin schuif ik dit cd-erretje in de speler.
Meteen waan ik me in een andere wereld, een surreële, naar patchoulie en stickies ruikende, wat kleverige wereld die wel wat lijkt op de onze, maar het niet is. Tot mijn opluchting valt de muziek best mee, blijft de humor grotendeels beperkt tot de buitenkant. Wie de MySpace pagina van dit drietal bekijkt ontdekt dat Big Block 454 beïnvloed is door bands als Can en Faust maar ook door King Crimson. Die laatste invloed hoor ik er niet meteen in terug, overigens, of het zouden de hoekige gitaartjes van Alex Stone moeten zijn.
Dit is een eclectische plaat, met van alles wat. Rock, Arabiana, dub, de band schiet van de éne muziekstijl in de andere. Het enige gemeenschappelijke kenmerk is de grote hoeveelheid stemmetjes, gezongen, gepraat, geschreeuwd en gemompeld, die uit alle hoeken te voorschijn komen. Het geprinte hoesje, de bijbehorende infosheet en de MySpace pagina geven nauwelijks informatie over het tot stand komen van deze plaat. De band blijkt betrokken te zijn geweest bij allerlei ‘happenings’ en kunstmanifestaties, maar hoe deze plaat tot stand gekomen is blijft een raadsel.
De twaalf korte liedjes zijn het resultaat van huisvlijt op redelijk hoog niveau. Bij vlagen klinkt de plaat best goed, maar door al die verschillende stijlen blijft de muziek wat hangen in geknutsel. Echt pakkende stukken zitten er niet tussen, daarvoor is de zang toch net te ingetogen, op het lamlendige af. Dat is jammer, want bij vlagen maken de heren prettige muziek. Hoewel een liedje als Lush Ulan Bator eigenlijk te kinderachtig voor woorden is, blijkt Angkezarke een fraai stemmig stukje wereldmuziek te zijn. Het instrumentale brugje redt het door levensmoeie zangpartijen vertrutte Foreign Aeroplanes Upset sleeping Tirana. Three Sevens Clash is een gaaf stukje hoekige beat dat lijkt op The B52’s, inclusief het muffe orgeltje en de gesproken teksten, maar het duurt net twee minuten. Upside-down & Dirty zou een waanzinnig nummer van Killing Joke kunnen zijn, als het twee keer zo snel was geweest. Zo heeft bijna elk nummer wel Ãets dat het bijzonder maakt, maar ook iets waardoor dat bijzondere weer ontkracht wordt.
Het zal wel kunst zijn, maar ik heb ook het gevoel dat de heren op de toppen van hun kunnen zitten. Dat geeft niks, het betekent alleen dat “Bratislava” in zijn geheel geen voldoende scoort.
Erik Groeneweg