Dan Britton is een Amerikaan die muziek maakt voor de échte liefhebber, of beter nog de fijnproever onder de progressieve rockfans. Zo leverde deze man al eerder het album “August In The Urals” bij ons af van zijn andere groep Deluge Grander. Wanneer je de moeite neemt even op zijn website te kijken, dan kan je daar teruglezen dat onze recensent van dienst dit album als enige ter wereld negatief heeft gekwalificeerd, volgens Dan Britton dan. Die verrekte vertaalmachines ook!
Net als de muziek van Deluge Grander, is de muziek van Birds And Buildings op “Bantam To Behemoth” vrij druk, complex en erg donker, doorspekt met Mellotron en voorzien van veel blaasinstrumenten, erg veel blaasinstrumenten. Het zijn vaak deze instrumenten die liefhebbers al snel doen afkeren van dit soort muziek. Het openingsnummer Birds Flying Into Buildings is wat dit aangaat al een prima voorbeeld met hyper saxofoonspel. Je kunt het onhandig noemen al gelijk zo te beginnen. Toch zal deze plaat liefhebbers van King Crimson, Van Der Graaf Generator en in wat mindere mate Genesis aanspreken. Om een idee te geven wat ik met drukte in de muziek bedoel, trek ik graag de vergelijking met Cast.
Op enkele nummers prijken de vocalen van Dan Britton, iets wat hij beter niet gedaan had of had moeten overlaten aan een meer bekwame zanger(es). De wat onsamenhangende zang is bovendien vrij ver naar achter gemixt, waardoor teksten meestal niet eens te volgen zijn, zou je dat al willen. Neem als voorbeeld de nummers Terra Fire en Tunguska. Naar mijn mening doen de vocalen ook afbreuk aan de veelal intrigerende composities. Op Chronicle Of The Invisible River Of Stone wordt de zang voor rekening genomen door Megan Wheatley, een aanmerkelijke verbetering die – vocaal gezien – helaas nog geen tien minuten duurt.
Net als bij Deluge Grander wordt de basgitaar ook hier gehanteerd door Brett d’Anon. En hoe! Hij bespeelt zijn basgitaar gelijk een gitarist zijn zes snaren beroert. Het instrument speelt op deze plaat dan ook letterlijk en figuurlijk een vrij dominante rol, iets wat ik wel kan waarderen.
Vervelen is er eigenlijk niet bij, omdat elk nummer flink afwijkt van zijn voorganger(s). Positieve uitschieters zijn in mijn ogen Caution Congregates And Forms A Storm met druk maar melodieus en orkestraal toetsenspel, alsmede fraaie baslijnen. Het nummer doet me erg denken aan het eerder aangehaalde Cast. Verder het al eerder genoemde Chronicle Of The Invisible River Of Stone en Yucatan 65: The Agitation Of The Mass met mooi fluitspel, akoestische gitaar en veel Mellotron. Het nummer heeft ook een heerlijk zomerse flamenco sfeer. Chakra Kahn is hip en vlot met veel wervelend orgel, saxofoon en een gave gitaarsolo. Ik denk de spaarzame vocalen maar even weg.
We hebben hier te maken met muziek die geen grote schare progfans zal kunnen bekoren, daar is de van blaasinstrumenten doordrenkte vrij drukke muziek gewoon te complex voor. De plaat is zeker wel de moeite waard voor hen die “August In The Urals” van Deluge Grander in hun jaarlijst van 2006 hadden staan, voor alle fijnproevers die eens wat nieuws willen proberen en muziekliefhebbers die open staan voor andere muziek.
Hans Ravensbergen