Bjørn Riis is al een aardig tijdje bezig in progrockend Noorwegen. In 2009 kwam het eerste album van Airbag uit en solo is hij inmiddels ook al aan zijn vijfde plaat toe. Die kreeg als titel “Fimbulvinter” mee. Dat is Noors voor de legendarische lange winter die Ragnarok aankondigt, dat is dan weer een tijd van zowel vernietiging als wedergeboorte. Hij gaat in op zijn eigen ervaringen met angst en onderzoekt thema’s als hopeloosheid, paranoia en wanhoop. Uiteindelijk vindt hij nog wel een sprankje hoop, ergens.
De melancholie en nauwelijks ingehouden triestheid spatten dan ook van de schijf af. Zeker als Riis gaat zingen. Hij zingt traag, soms bijna pratend, het lijkt alsof hij alle hoop verloren heeft en voor eeuwig in die nare winter blijft hangen. Het begint nog zo luchtig in Illhug, met een lichtvoetig stukje gitaargetokkel. Die rust maakt snel plaats voor een bonk hardrock. Status Quo en Black Sabbath zouden nog wat kunnen leren van de eenvoud van de beukritmes die Riis laat horen op Gone. De sologitaar komt daar dan nog eens furieus bovenuit. Na een korte rustpauze gaat het weer los. Herhaling is ook nadrukkelijk aan de orde, zodanig dat ik wel eens denk: ga nou eens door!
Panic Attack is ook niet bepaald een vrolijk stemmende titel, maar de start is nu rustig. Net als ik denk dat de plaat blijft hangen zingt Riis rustig zijn tekst, waarna hij weer snel in de hardrockmodus schiet. Atmosfeervolle intermezzo’s wisselen het geweld af. De onvermijdelijke gitaarsolo komt onmiskenbaar uit de koker van David Gilmour, het kan niet missen. Riis lijkt hier patent op te hebben. Wat meer rust is ons gegund in het voortkabbelende She, waar ook wat psychedelische klanken te horen zijn. Als de muziek aanzwelt laat Riis zijn gitaar hier nog eens overheen gieren, ingehouden dat wel.
Een misthoorn doet niet vermoeden dat ons het hoogtepunt van de cd te wachten staat. Op het titelnummer tapt deze baardmans uit hele andere vaatjes. Staccatoriffs leiden een prachtig gitaarstukje in. Hij duikt dieper de psychedelica in, we horen “Umma Gumma” van Pink Floyd (die invloeden ontbreken uiteraard ook niet). Riss als toetsenman lijkt ook ontwaakt uit zijn winterslaap. Opeens duikt een Mellotron op uit de mist en een klassieke toetsensolo (Anyone’s Daughter), dit als opmaat naar een fenomenale gitaarsolouitbraak, met vet toetswerk eronder. De remmen zijn los, volle bak tot het eind. Dit is een prachtig, grillig progstuk. Nog één keer bouwt hij rustig op naar een volvet gitaarstuk, dat weer fraai is, als hij zelf vol van Fear of Abandonment zit.
We kennen dit allemaal van Bjørn Riis: pure hardrock, zijn wat lijzige stem, sfeervolle stukken en een vleugje psychedelica, veel herhalingen, zijn soms prachtige gitaarpartijen en de genoemde invloeden. Voor de luisteraar die met deze mix uit de voeten kan, zie ik wel een sprankje hoop.