Blind Ego, het soloproject van RPWL-gitarist Kalle Wallner, levert met “Liquid” z’n derde album af. In 2007 verscheen het debuut “Mirror”, twee jaar later het wervelende “Numb”. Luisterend naar deze werkstukken en de albums van RPWL wordt steeds meer duidelijk hoe weinig muzikale raakvlakken er zijn tussen het project en Wallner’s broodheer. Blind Ego komt met stevige gitaarrock die je ook wel hardrock mag noemen, muziek waar het etiket melancholische progmetal regelmatig opgeplakt kan worden. RPWL daarentegen, het moge bekend zijn, maakt moderne prog, ergens tussen Pink Floyd en neoprog in. Het is zo knap dat Wallner zijn ideeën goed gescheiden weet te houden en ze niet vermengt. Blind Ego is Blind Ego, RPWL RPWL. Dat verdient respect, feitelijk gezien is de progressieve insteek de enige overeenkomst tussen de twee.
Met “Liquid” gaat Wallner weer hoge ogen gooien al is er essentieel iets veranderd. Het gaat nog niet eens om de toename aan hartstocht waarmee hij staat te spelen. Dat die groot is, is heel mooi, maar vlak ook de techniek niet uit. We zijn sinds “Numb” zeven jaar verder en de middelen zijn veel verbeterd. Hierdoor is elke joule aan warmte in de muziek gevangen. Dat heeft me verleid tot de uitspraak dat het spettert op de plaat en dat komt ook door de voortreffelijke mix van Yogi Lang (RPWL).
Nee, wat die essentiële verandering betreft doel ik op de zang. Paul Wrightson, de man die zoveel melodie aanbracht op de vorige schijfjes, is niet meer van de partij. Zijn plaats is ingenomen door drie zangers die ieder met hun kwaliteiten een enorme, niet te missen bijdrage leveren aan het geheel. Zij passen perfect bij de ietwat donkere en subtiel krachtige muziek die Wallner met “Liquid” heeft willen bewerkstelligen. Zo is daar Erik Ez Blomkvist , frontman van de Zweedse powermetalformatie Seven Thorns. Met zijn expressieve, van een rauw randje voorziene stem doet hij vier nummers waaronder het uitbundige What If en de hardrockanthem Never Escape The Storm.
Vanaf opener A Place In The Sun is het direct duidelijk dat de combinatie van zijn stem en de industrieel aandoende muziek een mach made in heaven is. Hij heeft net dat tikkeltje agressie waar de Metallica-achtige riffs om vragen. Goede keuze.
Een stuk beschaafder is de stem van Arno Menses, het Nederlandse boegbeeld van de Duitse band Subsignal. Menses zingt onder andere het op single verschenen Blackened, een prachtig ingetogen nummer met overigens één van de vele fraaie gitaarsolo’s van Wallner. Menses staat ook achter de microfoon in Not Going Away, een log, Sylvan-achtig nummer vol bombastische accenten en over Sylvan gesproken… een blik op de credits laat zien dat de formidabele bassist Sebastian Harnack wederom aanwezig is. Ditmaal verzorgt hij in twee nummers de lage tonen. Het geeft maar eens temeer aan dat Wallner precies weet wie hem welke input heeft kunnen geven. Zo vinden we gedurende heel het album wederom Michael Schwager op de drumkruk en geef Wallner eens ongelijk voor deze keuze. Schwager weet wat bruisen is en voorziet de muziek constant van de juiste mep. Eigenlijk valt er niks aan “Liquid” af te dingen.
Een erg sterk nummer is het instrumentale Quiet Anger. Hier tonen intense partijen gitaar en basgitaar aan dat je ook zonder woorden erg veel kan zeggen. Het is bijzonder genereus van Wallner dat hij bassist Heiko Jung van Panzerballett zoveel ruimte geeft te excelleren. Jung neemt het er lekker van en komt met fraaie invullingen. Er is zelfs wat slapping te horen. Quiet Anger is zo’n nummer waar elk album baat bij heeft. Denk wat dat betreft aan YYZ van Rush, niet dat het daarop lijkt overigens. Het goed gevarieerde album sluit af met een zinderende, door Aaron Brooks gezongen ballade. Speak The Truth heet het stuk en het doet meer dan eens denken aan Neal Morse, vooral tijdens de gitaarsolo in de euforische finale.
In het begeleidend schrijven van “Liquid” wemelt het van de beeldspraken. Meestal zijn dit soort poëtische lofuitingen er nogal aan de haren bijgesleept, maar in dit geval is het helemaal oké. Elk woord dat je leest komt net als elke noot die je hoort recht uit het hart. Het is integriteit ten top. We mogen hopen dat “Liquid” doorsijpelt in alle lagen die er zijn in de wereld van de prog. Zonder vocht kan immers niemand leven.
Dick van der Heijde