De muziek van Pink Floyd is net kurk; veelzijdig basismateriaal waar je de meest creatieve toepassingen voor kunt bedenken. Je hebt alleen maar verbeeldingskracht nodig en – kennelijk in veel mindere mate – een beetje talent. In de afgelopen jaren hebben we erg aardige dub- en a capellaversies van “Dark Side Of The Moon” gezien, flauwe varianten voor baby’s, nare AOR-projecten en een compleet symfonieorkest dat zich vergreep aan het werk van Waters en consorten. Eigenlijk gek dat het nog zo lang geduurd heeft voordat iemand een bluesvariant bedacht; de naam Pink Floyd op zichzelf is immers al een hommage aan oude bluesmuzikanten.
Blue Floyd (de naam is wel aardig bedacht) is een band of gelegenheidsclubje dat bestaat uit muzikanten uit het grote Amerikaanse blues- en jamcircuit. Geen bekende namen, maar echte sidemen: Woody en Neal speelden in The Allman Brothers Band, Marc Ford was vijf jaartjes lid van The Black Crowes. Op “Begins” vinden we deze vrienden in een live-setting, al wordt niet duidelijk waar of wanneer de opnamen gemaakt zijn. Die losse live-sfeer geeft aan de muziek een vrijblijvend karakter. Hier staan wat doorgewinterde bluestijgers zich door het repertoire van een ander heen te bluffen. Dat hoor je terug in de uitvoeringen.
Het aantal fouten is niet op één hand te tellen. Het kunnen de zenuwen zijn, maar als je je concert opent met Shine On You Crazy Diamond en je verprutst die legendarische eerste vier gitaartonen (pling pling plong pling) en je laat dat óók nog op de plaat staan, dan neem je je werk niet erg serieus. Ook in een simpel liedje als Have A Cigar vergaloppeert de band zich op pijnlijke wijze.
Natuurlijk wordt de band gehinderd door het feit dat de fans dit repertoire wel kunnen dromen. Als je dan wat bluesy gaat jammen op akkoordenschema’s die inmiddels heilig zijn verklaard, kun je verwachten dat de kritieken niet mals zullen zijn.
Maar er is meer aan de hand, of eigenlijk: minder. De Easy Star All Stars hebben erg goed nagedacht over wat ze met “The Dark Side Of The Moon” van plan waren voordat ze hun reggae-arrangementen er op los lieten. Het resultaat is dan ook briljant en voegt echt iets toe aan het originele album. Blue Floyd echter speelt gewoon de nummers uit de losse pols na en gaat er vervolgens op jammen. Interstellar Overdrive en Wish You Were Here zijn lukraak aan elkaar geknutseld en vervolgens verknoeid door spuuglelijke solo’s die niets met het origineel te maken hebben. De enige aardige toevoeging is het harmonicaspel van Neal, maar daar hoor ik te weinig van terug.
Zo bijzonder is het dus allemaal niet. Je hoeft ook geen al te grote gedachtesprong te maken om in een nummer als Wish You Were Here een bluesje te horen. Je moet het alleen een beetje smaakvol doen. Blue Floyd vond dat teveel moeite. Hun uitvoering van Set The Controls For The Heart Of The Sun heeft niet eens iets met blues te maken (of met Pink Floyd, trouwens), het is gewoon 7 minuten zinloos gerammel.
CD1 is al een redelijk bedroevende verzameling ellende (er staat een drumsolo op van bijna tien minuten!), CD2 van dit onzalige project is nog treuriger, omdat de band na vier nummers het oorspronkelijke plan laat varen en twee nummers van The Beatles door hun roestige bluesblender haalt. Alleen de stampende Chicagoblues uitvoering van Money mag er zijn, al loopt het nummer na tien minuten alsnog vast in oeverloos gepiel. Zo rond Us & Them slaat de lamlendigheid genadeloos toe en verdwijnt de band in de eigen waterpijp. Het is niet erg dat de muzikanten niet subtiel zijn, voor mijn part jodel je het hele nummer, maar doe het dán goed.
Staat er dan helemaal niets van waarde op dit album? Nee, eigenlijk helemaal niets. Het oorspronkelijke idee is aardig, maar de uitvoering is pet. Blue Floyd had er beter aan gedaan de arrangementen eens goed te doordenken, échte bluesversies te maken en die nummers behoorlijk op te nemen in een studio. Maar dat was waarschijnlijk teveel moeite. Een gemiste kans die de luisteraar opscheept met ruim twee uur prut.
Erik Groeneweg