Met donderend geraas breekt de massieve ijswand open. Uit de scheur die hierdoor ontstaat wrikt zich een gigantisch, harig monster naar buiten, donker van kleur met een blauwe gloed. Twee meterslange slagtanden maken met grof geweld de doorgang vrij. Eenmaal buiten schudt het wezen eeuwenoude ijsresten uit zijn vacht. Langzaam zet het zich in beweging. Op de eerste klanken van het openingsnummer van de gelijknamige cd van Blue Mammoth – Overture – The Awakening Of A Giant – voel je het oermonster zijn hernieuwde opwachting maken op aarde. De mammoet is terug!
‘Het kan verkeren’ schijnt iemand ooit eens geschreven te hebben. Vaak openbaren zich na het meermalen beluisteren van een cd één of meerdere extra lagen van de muziek. Bij Blue Mammoth maak ik het tegenovergestelde mee. Na een paar keer rond te zijn gegaan in de cd-speler blijkt alles heel overzichtelijk en eenvoudig. En dat is soms helemaal niet verkeerd.
De Brazilianen van Blue Mammoth maken muziek waarvan de wortels duidelijk in de jaren zeventig liggen. Je zou het kunnen omschrijven als melodieuze hardrock met progtrekjes. Invloeden zijn hoorbaar van Deep Purple, Uriah Heep, Kansas, Yes, Genesis, ELP en Gentle Giant.
Eerst het goede nieuws. De muziek ligt prettig en gemakkelijk in het gehoor. Als muzikaal kind van de jaren zeventig, met een voorliefde voor symfonische rock en (toen nog) hardrock, kom ik met deze muziek ruimschoots aan mijn trekken. Het geheel overziend plak ik hier de etiketten ‘sympathiek’ en ‘lekker’ op. De nummers beginnen vaak met een rustig toetsen intro, waarna de zang invalt. Afhankelijk van het nummer krijgt het dan ofwel een pittige rocklading, dan wel gaat het de kant van een ballade op.
Hoogtepunt op de cd is voor mij Growin’: gevoelige zang met piano en strings zorgen voor een aantrekkelijk begin. Rond het centrale thema van dit nummer volgen twee lekkere, wel wat voorspelbare, gitaarsolo’s, gevolgd door een Moog-solo. Goed gedaan!
Nu de minpuntjes. De band laat zelf optekenen niet te hebben gezocht naar de muzikaal meest hoogstaande bandleden. Hierin hebben ze gelijk gekregen. Het viertal speelt degelijk maar kunnen we kunnen ze niet tot de toppers op hun instrumenten rekenen. Andre Lupac speelt verdienstelijk gitaar en laat de nodige smaakvolle, klassieke solo’s horen. Andre Micheli speelt een degelijke partij op toetsen, zonder te excelleren. Hij neemt ook de zang voor zijn rekening. Zijn stem gaat soms behoorlijk in de richting van die van Sean Filkens, voormalige zanger van Big Big Train. Luist maar eens naar Resurrection Day (overigens ook zo’n heerlijk nummer met een opbouw a la Growin’, alleen met nog wat meer gitaarwerk). Micheli houdt zich gedurende het album, waarbij hij als aardige bijkomstigheid zijn stem diverse wendingen geeft, behoorlijk staande. Julian Quilodran beroert de bas, waarbij hij met zijn loopjes soms behoorlijk in positieve zin op de voorgrond treedt. Thiago Meyer completeert het viertal met een onopvallende rol achter de drumkit. Ze blinken dan wel niet uit, ze doen aan de andere kant ook weinig verkeerd.
De composities blinken niet uit in verfijning en complexiteit. Soms is het rechttoe rechtaan en gaat de herrezen mastodont recht op zijn doel af. Tijdens de nummers herhaalt de band zich nogal eens. Dit gebrek aan verfijning komt ook tot uiting aan het eind van de nummers. Het lijkt erop alsof de band moeite heeft om een nummer op een mooie manier af te sluiten. Het mag geen verbazing wekken dat de muziek van onze Sambavrienden niet veel vernieuwende elementen bevat.
Ik ben eruit. De blauwe mammoet mag van mij blijven. De heren van Blue Mammoth maken toch wel lekkere retro muziek. Melodieus met een stevig randje, zonder dat het echt keihard wordt. Er worden overduidelijk knipogen uitgedeeld naar eerdergenoemde bands. We krijgen overzichtelijke composities, waar je naar kunt luisteren in verschillende stemmingen. Grote concentratie om alles te volgen is niet vereist. Het is niet heel bijzonder, wel eerlijk en gespeend van pretenties.
Ik stop het album terug in de verpakking en zie nu pas dat er een sticker op is geplakt, waarop met grote letters is geschreven: ‘Deze beesten na het ontdooien niet opnieuw invriezen’. Ik knik hartgrondig van ja.
Fred Nieuwesteeg