Mensen hebben er een handje van om alles wat ze zien of horen in een hokje te plaatsen. Dat doen ze op basis van bepaalde criteria. Wat die criteria zijn en hoe deze zijn opgesteld mag Joost weten, hoewel de kans enorm is dat Harry weer andere criteria hanteert dan Joost. Wat Joost schaart als progressieve rock noemt Harry gewoon hardrock. Harry en Joost kunnen daar uren over discussiëren. Ondergetekende zou dat ook kunnen, maar kiest er bewust voor om dat niet te doen. Ik hou namelijk niet van hokjes. De heren van Blue Öyster Cult ook niet. Daarom mag ik ze wel.
Niemand had het aan kunnen zien komen dat Blue Öyster Cult anno 2020 nog met nieuw werk op de proppen zou komen. Het is immers negentien jaar geleden sinds de band nieuw werk uitbracht, resulterende in het prima in elkaar stekende maar ondergesneeuwde “Curse Of The Hidden Mirror”. Het nakomertje van de Amerikaanse formatie heeft als naam “The Symbol Remains” meegekregen, een titel die zijn naam eer aan doet: de bezetting is sinds het vorige album aanzienlijk veranderd, maar ondanks dat gegeven klinkt het nieuwe album in bijna elk opzicht als klassieke Blue Öyster Cult albums als “Fire Of Unknown Origin” en “Agents Of Fortune”.
Sinds de jaren ‘70 maakt de formatie rondom Buck Dharma en Eric Bloom een eclectische mix van diverse subgenres uit de rock en metal. Over het algemeen genomen is een Blue Öyster Cult nummer in de basis lekkere classic rock aangekleed met invloeden uit de surf-rock, psychedelica, doom, country, noem-het-maar-op en schuurt het hier en daar tegen progrock aan. Thematisch en tekstueel schuwt de band invloeden uit de occulte, mystieke en literaire wereld niet, maar dit wordt vrijwel altijd met een korrel zout genomen en met een knipoog gebracht. “The Symbol Remains” wijkt nauwelijks af van deze formule.
Dat de heren een goed gevoel voor aanstekelijke melodieën hebben blijkt uit de gevarieerde nummers die het album openen. Het eerste nummer, That Was Me, is een vilein stukje heavy metal dat je gelijk in een baldadige stemming brengt, waarna Box In My Head inzet met het in mijn ogen meest hitgevoelige nummer van het album. Dit is een meer pop-georiënteerd nummer over de menselijke geest dat sterk doet denken aan Burning For You van het album “Fire Of Unknown Origin” uit 1981, maar het had net zo goed een nummer van Alice Cooper kunnen zijn. Het derde nummer, Tainted Blood is dan weer een heerlijk foute powerballad die in het repertoire van een Bon Jovi of het latere werk van Meat Loaf niet had misstaan.
Ik zal niet elk nummer behandelen, maar dat het album gevarieerd is mag duidelijk zijn. De sterkste nummers staan echter wel aan de twee uiteindes van het album: in het middenstuk kan het album wat langdradig worden, de nummers maken wat minder indruk en het nummer Train True (Lennie’s Song) vind ik persoonlijk wat TE melig. Ik vermoed dat de liefhebbers van progressieve muziek echter het meeste plezier gaan beleven aan de nummers The Return Of St. Cecilia en The Alchemist. Het eerstgenoemde nummer wordt gekenmerkt door lekkere gitaarriffs en opzwepende Hammondorgel achtige klanken, het tweede is een onheilspellend en theatraal monster dat mij persoonlijk doet denken aan een combinatie tussen Black Sabbath en Neal Morse.
Verspreid over deze recensie kom je enkele vergelijkingen tegen met andere bands. Deze zijn natuurlijk voor u als lezer handig om een oordeel te vellen of deze muziek in uw straatje ligt of niet. Ik zou met nog meer vergelijkingen op de proppen kunnen komen, maar boven alles is de muziek van Blue Öyster Cult gewoon niet in één hokje te plaatsen. Naast eerder genoemde bands voel je ook lichtelijk de invloeden van The Grateful Dead, een klein beetje Jefferson Airplane en hier en daar wat Metallica. Juist het eeuwige leentjebuur dat Blue Öyster Cult speelt zorgt voor die eclectische mix die de band succesvol maakt. Het gezegde gaat ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ en dat gaat zeker op voor dit album, al is gejat niet het goede woord. Ondanks de bijna oneindige invloeden geven de heren ook genoeg van zichzelf mee aan hun geesteskindje.
“The Symbol Remains” brengt het geluid van de band niet naar een nieuw plan, maar legt hun geluid wel definitief vast met deze plaat. Anno 2020 laat Blue Öyster Cult ons zien dat de band nog steeds dezelfde band is die ons hits als (Don’t Fear) The Reaper en Godzilla schonk, en dat de ziel van een band niet hoeft te veranderen wanneer de bezetting dat wel doet. De vraag is wel of er na dit album nog muziek zit in de band. De heren sluiten een opvolger niet uit, maar in mijn optiek is “The Symbol Remains” een waardig slot voor een bijzondere band.