Bob Lord, daar had ik nou nog nooit van gehoord. Toch schijnt hij niet de minste te zijn in het kleine wereldje van de progressieve rock. Als producer heeft de eigenzinnige Amerikaan meerdere GRAMMY nominaties op zijn naam staan, naast samenwerkingen met bijvoorbeeld Pete Townshend die we natuurlijk allemaal kennen van The Who. Nu hij zijn sporen achter de schermen inmiddels wel heeft verdiend, leek het hem tijd om zelf eens een album op te nemen. Dit natuurlijk wel met de prettig gestoorde grandeur stereotyperend voor Amerika. Het resultaat? “Playland Arcade”.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: iets als “Playland Arcade” heb ik nog nooit gehoord, maar ik vind het geweldig. Het album kan worden gezien als een conceptplaat: elk nummer is representatief voor een aspect uit de welbekende speelhal, van flipperkasten en videogames tot de overdaad aan junkfood en van de mensenmassa tot het overweldigende licht en geluid. En geloof me, vanaf de eerste seconden waan je je al in deze speelhal en voel je je de koning te rijk als een kind in een snoepwinkel. En om de vluchtigheid van het vermaak te simuleren duren sommige nummers zelfs maar luttele seconden, over commitment aan je concept gesproken!
Met een dergelijk concept ligt het al snel voor de hand dat de plaat bol staat van de hyperactiviteit. In deze hyperactiviteit schuilt natuurlijk ook het grote gevaar, het kan immers afleidend werken naast dat het een aanslag kan zijn op je zintuigen. Gelukkig weet Lord de drukkere nummers (die overigens gretig gebruik maken van verschillende authentiek filmische geluidseffecten) prima te balanceren met sierlijke orkestraties van het Moravian Philharmonic Orchestra. De nummers doen vaak wat jazzy en funky aan en ook voor de progliefhebber is er genoeg om je ogen uit te kijken.
Met “Playland Arcade” heeft Bob Lord het voor elkaar gekregen om de energieke, eigenzinnige en vooral kleurrijke wereld van de speelhal te vangen in een vakkundig staaltje muziek. Een gedurfd debuut dat alleen al voor het unieke idee, de uitwerking daarvan en de ballen daarachter niks dan lof verdiend. Dat het daarnaast muzikaal ook gewoon goed in elkaar steekt binnen de kaders van het concept maakt het des te meer knap. Met Bob Lord is het proglandschap een eigenzinnig talent rijker en ik kijk nu al uit naar wat hij ons nog meer te bieden heeft. Dus: kom maar op, Bob!