“Belief And Illusion” is het debuutalbum van het Amerikaanse trio Box Of Shamans. Dat album duurt slechts 41 minuten en dat is iets dat je niet als ’te kort’ zal ervaren. Elke byte is raak en daardoor is het schijfje precies lang genoeg. Ook het feit dat het hier om een debuut gaat mag je met enige relativering tot je nemen. Een jaar voordat “Belief And Illusion” verschijnt spelen de heren namelijk vol goede moed in de band Heliopolis. Hebben we hier dan te maken met een magere spin-off van Heliopolis? Nou nee! De Verrichtingen van multi-instrumentalist Michael Matier , zanger Scott Jones en drummer Jerry Beller zijn messcherp en hebben meer zeggingskracht dan ooit.
Naar eigen zeggen waagt Box Of Shamans zich in een avontuurlijker, donkerder, meer cinematografisch gebied. Het zal wel komen door de heldere transparante productie maar op mij komt de muziek toch ook behoorlijk lichtvoetig en sprankelend over. Regelmatig kent het album melodieuze partijen zoals de zang in het boyband-achtige All For You of in de refreinen van het pakkende Intruder dat ongetwijfeld kandidaat zomerhit is binnen de progressieve wereld. Laat je echter niet met een kluitje in het riet sturen, Jones heeft een bovengemiddeld goede stem die hoog en intens klinkt. Als je hem in Belief, het eerste nummer hoort, weet je dat het goed zit. Ook de samenzang op de plaat die hij met zichzelf aangaat is prachtig. Het is allemaal met meer overtuiging gedaan. Ik vind de muziek bij Heliopolis nogal mannetjesputterig overkomen. Box Of Shamans heeft dan ook veel meer balans.
Aan de composities ligt een jarenlange vriendschap tussen Martier en Jones ten grondslag met als resultaat een smaakvol schrijfproces. We horen goed gevarieerde, moderne prog die overloopt van de virtuositeit. Martier heeft zich zelf bij Heliopolis onsterfelijk gemaakt als gitarist maar hij laat bij Box Of Shamans onverminderd horen dat hij als toetsenist minstens even kundig is en ook als bassist weet hij ze goed te raken. Het is logische dat Martier z’n spel in handen geeft van een geweldige drummer. Alles spettert dan ook, Beller is goed bezig met de stokjes. Zijn ritmes zijn strak, zijn accenten raak en z’n breaks verraden kunde. Het is altijd fijn om goede muzikanten te horen die gewoon voor het liedje gaan.
Zowel in het album als in ongeveer elk nummer zit veel variatie. Het schommelt allemaal heen en weer tussen heftige rifss zoals in Optical Delusion en liefelijke passages zoals in het Spocks Beard-achtige Circumstances Divide. Het meest opmerkelijke nummer wat dat betreft is The Search dat tien minuten duurt. Het is een routekaart van de donkere paden die de band bewandeld. Het album sluit af met het mooi getitelde An Illusory Ploy. Het is een grillig nummer dat bruut begint en via een hectische passage uitloopt naar jubelende gitaar uithalen om te eindigen met een fraai stukje zang (wederom in Spock Beard modus). Hiermee komt het album waardig tot z’n eind en dat verdient het ook.
Ik heb eigenlijk niks meer toe te voegen aan bovenstaande zinnen en ook qua conclusie zal ik het kort houden. Het kan toch niet anders dan dat liefhebbers van moderne prog dit album het liefst in een doosje zouden willen doen. Oeps, ik bedoel cd-speler.
Dick van der Heijde