Na het succesvolle debuutalbum van Brand X, waarin zij de piketpaaltjes hebben geslagen voor wat een succesvolle fusie tussen jazz en rock moest zijn, volgt al snel een tweede album. Met de paronomasiatieve titel “Moroccan Roll” suggereren ze dat er More-Rock-’n-Roll op zou staan. Maar niet heus dus. Wel is het gepiel op de vierkante centimeter beperkt en is de tweede leg uiteindelijk een toegankelijker album geworden met een mix van jazzrock en wereldmuziek. Dat laatste uit zich vooral met hier en daar wat Arabische en Indiase sferen.
De muzikanten van Brand X zijn allemaal virtuozen op hun eigen instrument. Ze weten op dit album een broeierige sfeer te creëren met complexe ritmes, extatische melodieën en verrassende wendingen. Voor de progfan die instrumentale muziek enorm waardeert, kan er een nieuwe muzikale wereld open gaan. Yes-fans die bijvoorbeeld het nummer Sound Chaser van het album “Relayer” wel kunnen waarderen, kunnen zo instappen.
Het album start zijn avontuurlijke reis met het Arabisch aandoende Sun In The Night waarin Phil Collins als zanger iedereen in het sanskriet lijkt op te roepen tot het muzikaal gebed. De sitar maakt het plaatje compleet.
Humor mag niet ontbreken, dus volgt het tweeluik Why Should I Lend You Mine en Maybe I’ll Lend You Mine After All. In het eerste nummer wordt gezocht naar vooral zachte muzikale structuren met een licht psychedelische afwijking. Het toetsenwerk in het tweede, minimalistische nummer, lijkt verdacht veel op dat van het magische “Wind & Wuthering”-album van Genesis uit dezelfde periode. En bedenk dan dat dit composities zijn van Phil Collins. Dan ga je toch heel anders naar de toetsen inbreng van Tony Banks kijken.
Van een heel ander kaliber is Hate Zone, waarin de hoofdrol in eerste instantie door Collins op drums wordt opgeëist. Het geheel ontspint zich uiteindelijk in een heavy metal output van gitarist John Goodsall, waarin basgitarist Percy Jones zich driemaal in de rondte het onwijs plukt aan zijn bassnaren, als tegenhanger tegen al dit geweld. In het korte Collapsar mag toetsenist Robin Lumley een new age sfeertje creëren, door het leggen van wat synthesizer partijen in de geest van Tangerine Dream. Een passend rustpuntje voor wie al die drukte even moet verwerken.
Met een toepasselijke titel als Disco Suicide is het makkelijk om ergens de draak mee te steken, maar dit nummer heeft op het uptempo gedeelte na verder niets met disco te maken. Het is niets meer en minder de opmaat tot een repeterend thema om naar het hoogtepunt te werken, waar zowaar ook even op de tubular bells geslagen wordt. Orbits is het tactisch geplaatste tweede korte rustpuntje, waarin ditmaal Jones zijn kunsten mag tonen door zijn fretloze basgitaar te laten zingen.
Het epische Malaga Virgen is een echte Brand X-klassieker, waarin al hun kenmerkende virtuositeit naar boven komt, zoals dat op hun debuutalbum vertoond werd. Een groots avontuur waarin een ultrasnel gespeeld thema de hoofdmoot vormt, om naar het hoogtepunt te werken. Tijd- en genregenoot Al Di Meola kon dat ook zo mooi. Maar eerst drijft een rustig middengedeelte de spanning langzaam maar zeker op.
Een andere klassieker is Macrocosm dat progliefhebbers het meeste zullen appreciëren. Het is een uptempo nummer waarin terugkerende thema’s met onregelmatige maatsoorten de hoofdmoot vormen. Uiteindelijk ontaardt het in een geweldig duel tussen gitaar en toetsen. En dat alles bij elkaar gehouden door een ontketende Collins op drums. Want van een ondersteunende bas moet hij het basisritme niet hebben, die gaat zijn eigen muzikale weg.
Nog meer dan hun debuutalbum is het tweede album van Brand X een groot muzikaal avontuur geworden. De jazzrock grenzen werden verlegd en de piketpaaltjes verder opgeschoven in het muzikale landschap. Dit dankzij het toevoegen van melodieuze wereldmuziek en nieuwe songstructuren, die de progressieve rock muziek scene opzocht in de jaren 70.