Ooit aan een cd-boekje geroken?
Nu, dit is één van mijn afwijkingen wanneer ik een nieuwe cd ga beluisteren. Noem het maar een neus voor goeie progressieve rockmuziek. Ik kan je wel vertellen dat “Believers & Deceivers” van Brighteye Brison uitstekend ruikt.
Mijn gewaardeerde collega Dick van der Heijde smaakte destijds het genoegen om het album “Stories” te recenseren. Een album met een clichématige titel en een saaie hoes.
Pech voor hem dat de opvolger door meneer TNT bij mij werd bezorgd. Ik zie immers nu een doordachte hoes met mooie warme kleuren voor me liggen. En dan die titel, Gelovigen & Bedriegers is wel wat anders en minder clichématig dan Verhalen, toch?
Hij besloot zijn recensie tenslotte met de suggestie aan Brighteye Brison om vooral niet de avontuurlijke kant op te gaan. Laat deze Zweden daaraan nu wél gevolg hebben gegeven.
Nee, Brighteye Brison speelt ook met deze plaat absoluut op zeker. Zelf hebben ze het over muziek die beïnvloed is door zeventigerjaren iconen als Yes, Gentle Giant, Emerson, Lake & Palmer en zelfs The Beatles. Omdat deze website ook een grote schare progfans van jongere generaties heeft, wil ik aan dit respectabele rijtje namen graag toevoegen: Glass Hammer, Salem Hill, Spock’s Beard en The Flower Kings.
De opwarmers Pointless Living – een heerlijk vlot en melodieus nummer wat ook liefhebbers van AOR absoluut zal aanspreken – en After The Storm met rijkelijke fusion invloeden, zijn de aanloop naar twee weergaloze epics van totaal 55 minuten, zeg maar de volledige speelduur van een gemiddelde cd.
De eerste daarvan is The Harvest, een nummer wat begint met majestueus kerkorgelspel. Het nummer komt volledig op het conto van Per Hallman. Had deze Per op “Stories” nog een bescheiden rol als zanger, op dit album is hij in de pikorde met stip gestegen, getuige zijn rol als toetsenist naast bandleider Linus Kåse. Per Hallman is zonder meer een verrijking en van toegevoegde waarde. Zijn zang is niet bepaald slecht, maar zijn toetsenspel is een openbaring. Neem alleen al het minutenlange instrumentale intermezzo waar Linus Kåse met zijn saxofoonspel doorheen soleert. Natuurlijk biedt zo’n nummer van dik 20 minuten ook ruimschoots gelegenheid om als gitarist te excelleren, nietwaar Johan Öijen? Toch had zijn rol en aandeel op dit album van mij een stuk groter mogen zijn.
Het bijna 35 minuten durende The Grand Event, met een sterk door Pink Floyd beïnvloed begin, nodigt al snel uit om volledig over de top te gaan. Zeker wanneer na amper enkele minuten de saxofoon al wordt ingezet. Maar het is allemaal zo gedoseerd. Ook is nu prima het verschil waarneembaar tussen de muzikale inzichten van Hallman en Kåse, die dit nummer heeft geschreven. Hij is toch meer de man van de lekker lopende en melodieuze nummers, terwijl Hallman rustige stukken nog wel eens flink wil oprekken en uitbouwen. Kåse moet ook haast wel een fan zijn van de harmonieuze en meerstemmige vocalen van Spock’s Beard en Moon Safari welke je in dit nummer terugvindt. Ook soleert hij er op toetsen met grote regelmaat op los.
Trouwens, heb ik bassist Kristofer Eng al genoemd? Deze plukker aan de dikke snaren zorgt er samen met drummer Erik Hammerström voor dat er een meer dan solide basis onder al dit fraais wordt gelegd. Overigens is Erik Hammarström de opvolger van Zoltan Czörsz bij The Flower Kings. Die gaat daar vast heel lang achter de drumkit plaatsnemen, neem dat maar van mij aan.
Liefhebbers van melodieuze en lang uitgesponnen neo progressieve rock met veel ruimte voor het muzikale en instrumentale element, kunnen dit schijfje zonder problemen aanschaffen.
Mag ik het boekje nog één keer ruiken?