Het tweede album van broeder aap kwam uit op 21 juli 2006, een datum waarop het zelfs in Zweden zomer is. Dit is dan ook een tamelijk zomers plaatje. Oude zanger weg, nieuw begin, zoiets?
Welnu, vorig jaar, ten tijde van het debuut “On The Other Side” hadden we als Progwereld Brother Ape ook al in de gaten. De promo sheet van Progress Records poogt deze nieuweling in een kader te plaatsen door te vermelden dat de voorganger eigenlijk alleen een soort ‘best of’ van de demo’s was. Willen ze zeggen dat dit het eigenlijke debuut is? Persoonlijk zou ik vinden dat ze “On The Other Side” er wat tekort mee doen, maar “Shangri-La” laat wel een verdere ontwikkeling in de goede richting zien.
Die ontwikkeling gaat dus, causaal of niet, gepaard met het vertrek van zanger Peter Dahlgren. Gitarist Stefan Damicolas neemt nu die partij erbij. En ze kunnen bij Progress Records nog zo hard claimen dat de ‘Styx-alike’ vocalen verdwenen zijn… eenmaal getriggerd heb ik toch weer meer dan eens het gevoel Dennis DeYoung te horen. Daarnaast doen de harmonieën tussen zang en instrumentatie op deze plaat me af en toe aan Glass Hammer denken.
Daarmee zijn de kaarten wel ongeveer geschud: “Shangri-La” is een toegankelijke, progressief getinte AOR-plaat. Geen 87 tempowisselingen per nummer en geen minutenlange moog-solo’s, wel sterke melodieën en een lichte neiging tot bombast. Het is niet de eerste keer dat het fictieve paradijs bezongen wordt, of het openingsnummer nu verhaalt over een ‘nieuwe’ instantie van dit Shangri-La of niet. Waar de opening van dit min-of-meer-conceptalbum tekstueel niet zoveel nieuws onder de zon brengt, is hij muzikaal in elk geval zeer pakkend. Dan Lunatic Kingdom… tja, hierbij kun je toch eigenlijk onmogelijk niet aan Styx denken? Hoogenergetische gitaar / keyboard-duels trekken dit nummer naar een hoger plan.
De meeste songs zijn van vergelijkbaar kaliber, maar de afwisseling wordt gegarandeerd met onder meer enkele balladen (Umbrellas, Monasteries Of Meteora, Timeless For The Time Being) waarop Damicolas en Maxén de zang samen verzorgen, met zowat close harmony als resultaat. De resultaten zijn zoet, maar qua melodie en textuur nét onorthodox genoeg om niet glad te worden. I’ll Be Going heeft iets zeer herkenbaars… de intro is net In A Word van Toto, terwijl het couplet me aan een heel andere popklassieker doet denken. Ik ben er tot op de dag van vandaag niet uit welke, dus degene die me het antwoord even mailt ben ik heel dankbaar. A Reason To Wake is het fraaie bewijs dat Damicolas de zang op een ballade ook alleen af kan… of nou ja, bijna alleen.
Van Monasteries Of Meteora, met woordeloze vocalen, zijn de heren niet te beroerd de tekst in het boekje af te drukken. Zelfspot is ze niet vreemd, zullen we maar zeggen. Ook Meatball Tour laat tekstueel zien dat enige ironie de heren niet vreemd is (al heb ik de indruk dat we als niet-Zweden hier wat inside information missen). De info bij het album bevat ook nog wat aandoenlijke humor. De intro van de genoemde ‘gehaktbal tour’ is trouwens, tezamen met het instrumentaaltje Tweakhead vrijwel de enige plek op het album waar nog vrij openlijk met jazz-rock geflirt wordt, iets wat de groep in het verleden meer deed.
Al met al is “Shangri-La” een goede progressieve pop / rock-plaat die uit Zweden eens een ander geluid laat horen dan de zwaarmoedigheid van Anekdoten of Paatos of het eindeloze gefröbel van The Flower Kings. Toegankelijk genoeg voor een breed publiek en gedetailleerd en gevarieerd genoeg om niet in de tweederangs AOR hoek te belanden. Houd Broeder Aap in de gaten!
Casper Middelkamp