In 2011 debuteert de uit Wales afkomstige band C-sides met de cd “Devitrification”. Bestaand uit drie ex-leden van Magenta laat dit trio muziek horen die in alle facetten de genialiteit mist van mister Rob Reed. Tja, de nummers zijn stuk voor stuk erg onaantrekkelijk, de productie is ronduit lelijk en dat alles in een wat onbeholpen dertien in een dozijn rockstijl. Welke verademing is het dan als “We Are Now”, de hier besproken opvolger, zes jaar later wel het beluisteren waard is. Ik ga niet beweren dat alles picobello is aan het album, maar ik heb toch regelmatig de denkbeeldige duimen omhoog als ik het gebodene onder de loep neem. C-sides heeft zich ontwikkeld tot een progressieve rockband die gecontroleerd zijn gitaargerichte muziek laat horen. Naar mijn idee houdt de band het daarbij op een mengeling van Bryan Adams en de latere Rush. Voor wat het waard is.
Een belangrijke gamechanger is de overgang in de bezetting geweest van zanger/bassist Dan Fry naar zanger Allen McCarty en bassist Jay MacDonald. Je mag deze wisseling absoluut beschouwen als dubbel-bingo. Allereerst McCarty. Het is erg fijn dat hij een aangename stem heeft. De man heeft het relaxte van Mark McCrite (Rocket Scientists). Hij klinkt een tikkeltje nasaal en zijn stem is ook voorzien van een klein laagje bronstigheid. McCarty doet geen rare dingen behalve dan dat hij af en toe z’n stem laat inblikken. Echt storend is dat niet, nee, de vocalen vormen een zekerheid. Met MacDonald ga je de oorlog ook wel winnen. Zijn basloopjes zijn meer dan oké. Virtuoos wurmt hij zich overal doorheen. Beide heren zijn van toegevoegde waarde aangezien ze het beste bij een ieder naar boven hebben gehaald. Vooral het spel van gitarist Martin Rosser is in aantrekkelijkheid met sprongen vooruit gegaan en als ik het al had over de latere Rush, Alex Lifeson moet voor hem de grote inspirator zijn geweest. Ook moet hij, net als ondergetekende, het album “Rock And Roll Animo” van Lou Reed grijs hebben gedraaid. Correct me if I’m wrong. Drummer Allan Mason-Jones laat horen meer te zijn dan zomaar een ritmetikker. Hij staat er zogezegd goed op, zijn creativiteit krijgt volop de ruimte.
Het zit allemaal gedegen in elkaar en toch is er een harde noot die ik wil kraken. C-sides heeft namelijk af en toe moeite de stukjes op tijd te beëindigen, kortom: soms dreigt het wat saai te worden. Echt specifiek een moment noemen wil ik niet, het is meer iets algemeens. Wat de band dan weer goed heeft gedaan is het aanbrengen van luchtigheid. Zo zitten regelmatig poppy melodieën in de muziek maar er is ook akoestische gitaar, CSNY-achtige samenzang en er zijn minimale toetsen die de muziek een lichtvoetige uitstraling geven. Het totaal kent een breed spectrum, er is altijd wel een hoog riedeltje van wat dan ook. Zelfs de basgitaar zorgt voor enkele hoge noten. Het is een evenwichtig geheel.
C-Sides doet het met lange nummers. Zes van de negen composities klokken rond de negen minuten waarvan het epische Rock And A Hard Place mag gelden als hoogtepunt. Vooral de zeer Rush getinte gitaarsolo is daar debet aan. Twee enigszins afwijkende nummers flankeren de song, het door akoestische slaggitaar voortgedreven Truth Through Clowns en het instrumentale Before The Fall dat een jazzrockgloed á la Jeff Beck heeft. Zo heeft dit album halverwege een hartveroverende fase. Maar eigenlijk weet alles vanaf opener Out Of The Water je mee te slepen. C–Sides is een band die zich nergens vergaloppeert of uit de bocht vliegt. Ik vind dat altijd fijn en zeg erbij dat men op “We Are Now” absoluut niet op safe heeft gespeeld.
Al met al boekt C-Sides met “We Are Now” een flinke overwinning op zichzelf, een uitstekende revanche. We hebben het hier over een album dat de jaarlijstjes die het progpubliek zo graag maakt vast niet zal gaan halen. Van mij krijgen ze daarom nu al een eervolle vermelding.
Dick van der Heijde