Ik dreigde voor het eerst sinds 1978 een concert van Camel in Nederland te missen als gevolg van een geplande vakantie eind mei/begin juni. Schrale troost: ik werd door een goede vriend uit Engeland uitgenodigd om het slotconcert in de Royal Albert Hall in Londen medio september te gaan bijwonen. Wie schetst mijn verbazing als ik bij terugkomst van vakantie de berichten lees over een afgelast concert op 5 juni, in uitgerekend mijn woonplaats Den Haag. Concert uitgesteld en verplaatst in verband met rugklachten van gitarist Andrew Latimer, die zelfs nog even opgenomen is geweest in het Haagse Westeinde ziekenhuis. Een geluk bij een ongeluk dus, ik kan alsnog mijn perfecte score, als het om optredens van de Engelse formatie gaat, continueren. Een optreden in het sfeervolle Paard in het centrum van Den Haag op een regenachtige woensdagavond in augustus. Tijdens de concertenreeks in 2013/2014 stond “The Snow Goose” centraal, al ruim vooraf was bekend gemaakt dat ditmaal de focus op het album “Moonmadness” uit 1974 zou liggen. Een integrale uitvoering van dit iconische album stond ons te wachten tijdens de eerste set, geen straf zou je zeggen. In een vrijwel uitverkocht Paard was de anticipatie op het optreden van het Britse kwartet voelbaar.
Om klokslag half negen, op de tonen van Aristillus, betreden de vier heren het podium van het Paard. Direct wordt afgetrapt met Song Within A Song, hoe kan het ook anders, de setlist voor het eerste deel kent weinig geheimen. Wat meteen opvalt is het snaarstrakke en hechte samenspel. Na een reeks concerten, met een voorlopig hoogtepunt tijdens Night of The Prog op Loreley, is de band volledig op elkaar ingespeeld. Nieuwkomer Pete Jones geeft direct zijn visitekaartje af met sterk toetsenspel en een jazzy scat vocal. Chord Change is daarentegen weer volledig het domein van gitarist/oprichter/bandleider Andrew Latimer. Zijn spel is weer als vanouds, lyrisch en melodieus en ongemeend rockend. Het stemmige Spirit Of The Water is een kort rustpuntje na het heftige begin, Colin Bass neemt de waterige solozang voor zijn rekening, terwijl drummer Denis Clement zelfs de toetsen bespeelt.
Another Night krijgt ditmaal niet één-, niet twee- maar zelfs drie stemmige zang mee in een super heavy uitvoering. En wat te denken van die scheurende sax van de vaardige handen van multi-instrumentalist Jones! De dwarsfluit van Latimer tijdens de intro van Air Born is al prachtig maar de vocalen van Jones zijn werkelijk bloedmooi en veroorzaken kippenvel. En dan moet Lunar Sea nog komen. De spacy intro en de unisono gespeelde toetsen- en gitaarpartij zijn geweldig, de toetsensolo van Jones is ronduit briljant. Het is tijd voor een broodnodige korte pauze, niet alleen voor de band maar ook voor het publiek.
Latimer, inmiddels 69 jaar, maakt een lichte verontschuldiging voor de eerdere, gedwongen afgelasting. Hij heeft het overduidelijk naar zijn zin en ziet er goed uit, gekleed in het zwart met trendy sneakers. Geen last meer van zijn rug, integendeel, zo fris als een hoentje. Door zijn fysieke ongemakken moest hij een groot deel van de optredens zittend doorbrengen. Daar is niets meer van te merken, ik heb hem zelden zo actief en energiek gezien op het podium, helemaal vooraan op het plankier, contact zoekend met de eerste rijen in de zaal. De kenmerkende grimas op zijn gezicht tijdens zijn solo’s is nooit ver weg. Op een enkel nummer na speelt hij het volledige optreden op zijn oude trouwe vintage Gibson Les Paul.
‘On the road again’ klinkt de soulvolle stem van Jones, een zin uit End Of The Line van het uit 1992 daterende “Dust And Dreams”. Unevensong markeert de eerste introductie van Andy Latimer deze avond. Voor het eerst spelend op zijn zwarte Fender Stratocaster gaat hij even later helemaal los tijdens de gitaarsolo. Prachtige unisono spel en wederom die driestemmige zang. Hymn To Her is als altijd super-melodisch, het is wederom Jones die de show steelt met zijn vocale hoofdrol. Nog twee instrumentale nummers van “Dust And Dreams”, Rose Of Sharon wordt halverwege de gitaarsolo opgepikt. Bass neemt van schrik bijna de verkeerde basgitaar ter hand. Het nummer is een prima showcase voor Andy Latimer’s niet geringe capaciteiten. Pete Jones neemt een deel van de gitaarsolo over op toetsen. Waarna Coming Of Age van “Harbour of Tears” uit 1996 voor het voorlopig laatste restje instrumentaal vuurwerk zorgt. Ofwel: hoe om te gaan met een volumeknop.
Veel plezier onderling op het podium, vooral tussen de oude maten Bass en Latimer. De eerste maakt al sinds 1979, met een kleine onderbreking, deel uit van het Engelse ensemble. Zijn rol is duidelijk anders dan pakweg twintig jaar geleden, vooral in vocaal opzicht. Jones neemt nu het leeuwendeel van de solozang voor zijn rekening. Op een enkele vocale uitzondering na (Spirit Of The Water, Mother Road) beperkt hij zich tot zijn melodieuze partijen op normale en fretloze basgitaar. Drummer Denis Clement doet het hele optreden waar hij goed in is; onopvallend de boel bij elkaar houden met zijn solide spel.
Tijd voor kampvuurverhalen in de woestijn, ofwel tijd voor Rajaz, het onderschatte meesterwerkje van de band uit 1999. Andy neemt de zang waar, een verrassende spacy sax van alleskunner Jones en de fretloze basgitaar van Colin Bass doen de rest. Als een volleerd volksmenner neemt Latimer het oorverdovende applaus dankbaar in ontvangst. De slow ballad Ice kan rekenen op een uitzinnige reactie van het enthousiaste publiek. Het is de beurt aan Mother Road, Latimer heeft zijn Gibson weer omgegord voor een lange, alternatieve intro. Showtime voor Bass en Latimer in dit door de bassist gezongen nummer. Mother Road loopt vrijwel naadloos over in het instrumentale Hopeless Anger. Beide nummers zijn van “Dust and Dreams”, het lijkt erop dat de band dit album opnieuw ontdekt heeft, het is met vier nummers in de tweede set goed vertegenwoordigd.
Long Goodbyes van “Stationary Traveller” uit 1984 wordt in recente jaren regelmatig als laatste nummer van de reguliere set gespeeld. Hoewel, laatste nummer… Wederom Jones als vocalist, en met een perfect uitgesproken ‘dankjewel’ verdwijnt de band kort in de coulissen. Om razendsnel weer terug te keren voor die oeroude vaste toegift uit 1937 (niet mijn woorden) Lady Fantasy. Geen persoonlijke favoriet, verre van dat, maar ik sta daar vrijwel alleen in getuige de reactie van het publiek. Sax en rock ‘n roll, dat somt het wel een beetje op. Rock poses en de bekende grimassen van Andy en zo rondom kwart over elf schreeuwt het super enthousiaste publiek zijn longen leeg en klapt zijn handen stuk als dank voor de geweldige show die het viertal uit het Verenigd Koninkrijk zojuist gedurende ruim 2,5 uur ten gehore bracht.
Multi-instrumentalist Pete Jones is een absolute versterking voor Camel, niet alleen door zijn geweldige zangcapaciteiten en begenadigd toetsenwerk. Zijn bijdragen op de saxofoon maken het uitgebreide palet aan geluiden van Camel zo mogelijk nog rijker. Zijn komst lijkt wel als katalysator te hebben gewerkt voor Latimer cs; zeer recent werd bekend dat beiden al zo’n vier à vijf nummers samen geschreven hebben voor dat zo lang verwachte nieuwe studioalbum van Camel. Ik kan nauwelijks wachten.
Een herboren Camel, zo lijkt het wel. Hecht en uiterst strak musicerend, goed ingespeeld ook, ze bevinden zich aan het einde van de tour met 32 optredens die zoals gezegd al in mei een aanvang nam in Japen en hen via Europa naar het Verenigd Koninkrijk gaat brengen. Een heavier Camel dan normaal. Of wordt die kwalificatie veroorzaakt door mijn plaats helemaal vooraan het podium, recht voor de PA? Een lichte doofheid heeft zich meester van mij gemaakt, maar dat heb ik er graag voor over.
Geluid en lichtshow zijn prima in orde deze avond, dit was zonder twijfel één van de betere optredens ooit in Nederland. Dit smaakt maar meer: het optreden in de Royal Albert Hall London op 17 september wordt ongetwijfeld een nieuwe hoogtepunt, hopelijk is de fluittoon in mijn oren tegen die tijd verdwenen.
Verslag: Alex Driessen
Foto’s: Wouter Romeijnders – ’t Paard