“The Snow Goose” is een 38-pagina tellende novelle van de naar Engeland verhuisde Amerikaanse auteur Paul Gallico, geschreven in 1941. Het handelt over Philip Rhayader, een zonderlinge, eenzame man. Hij heeft een gebochelde rug, onaangename gezichtstrekken en een kromme arm. Nochtans is hij een grote dierenvriend en woont in een afgelegen vuurtoren aan de kust van Essex, aan het kanaal, nabij Wickealdroth. Aldaar is zijn toren en nabije landerijen een welkome rustplek voor de jaarlijks naar het noorden trekkende vogels. Hij voedt ze, wordt vrienden met ze, en schildert ze, want daarvoor bezit hij een talent.
Op een dag komt een dan 12-jarig Saksisch meisje, Fritha, aarzelend aan de deur met een gewonde vogel. Het blijkt een sneeuwgans te zijn, een zeldzame vogel die broedt in de landen van Canada. Philip Rhayader ontfermt zich samen met Fritha over deze vogel, die al snel tot krachten komt en ook op een gegeven moment de roep tot de trekvlucht hoort. Echter, La Princesse Perdue, de verloren prinses, vindt elk jaar de vuurtoren van Rhayader opnieuw, daarmee de vriendschap tussen Fritha en Rhayader elk jaar nieuw leven inblazend. En zo gaan er jaren voorbij.
De oorlog gooit roet in het eten. Rhayader voelt zich genoodzaakt zijn in Duinkerken gestrande landgenoten te helpen met zijn kleine, zeewaardige zeilbootje. Fritha moet achterblijven en wacht bij de vuurtoren, maar de sneeuwgans gaat mee. Rhayader blijkt in zijn reddingsoperaties succesvol, zo blijkt uit de soldatenverhalen die overgeleverd worden. De zonderlinge man en zijn verlossende sneeuwgans blijken zelfs legendarische proporties aan te nemen. Evenwel komt Rhayader bij deze acties om het leven, de sneeuwgans eenzaam achterlatend. Fritha beseft dat haar geliefde – wat dit beseft ze geleidelijk – nooit meer zal terugkeren, middels het afscheid dat de sneeuwgans in de lucht van haar neemt.
Paul Gallico weet in slechts luttele pagina’s niet alleen drie hoofdpersonen, de man Rhayader, het meisje Fritha en La Princesse Perdue, tot leven te brengen, maar snijdt ondertussen ook thema’s aan als vriendschap, liefde, verwondering, acceptatie, hoop en opofferingsgezindheid. Het is bovenal een treurige constatering dat ’the world was on fire’. En waar de verloren prinses gevonden werd, verloor de mensheid juist haar onschuld. Bovenal is “The Snow Goose” een aanklacht tegen de net begonnen oorlog.
Zelden heeft een literair werkje een betere soundtrack ontvangen dat dit boekje. Camel lukt in evenveel tijd dat het kost de novelle te lezen de sfeer en zowat alle thema’s en verhaallijnen te pakken in hun meest consistente en melodierijke plaat tot dan toe. Hoewel niet voorzien van enige gezongen tekstregels waan je je constant in de sfeer van die oorlogstijd, waar een reikhalzend verlangen naar vervlogen tijden bijna tastbaar wordt in de muziek.
Daar melancholie het grote toverwoord is, is Camel de juiste groep om de gevoelens van eenzaamheid (Rhayader Alone en Fritha Alone), vriendschap (Friendship), gehaastheid (Preparation) en de waanzin van oorlog (Dunkirk) in muziek uit te drukken. Meer nog dan dat, Andy Latimer weet met zijn gitaar en het thema van The Snow Goose de sneeuwgans zélf haast een Prokofiev (‘Peter en de Wolf’)-achtig leitmotief te geven. En dat terwijl Peter Bardens met zijn mini-moog de La Princesse Perdue-alterego van de sneeuwgans in het gelijknamige echo-nummer aan het einde glans weet te geven. Latimer weet hetzelfde te bereiken, maar dan met de fluit, in het inmiddels klassieke Rhayader, terwijl Bardens weer met maar liefst drie verschillende Mini-Mooggeluiden hetzelfde weet te bewerkstelligen in Fritha.
Ja, de nazaten van Paul Gallico, die Camel destijds dwongen de plaat “Music Inspired By The Snow Goose” te noemen, zouden in retrospect hun excuses moeten aanbieden en slechts blij zijn. Het is gezien de schoonheid en (inmiddels) historisch belang van beide kunstwerken een regelrechte schande dat van een samenwerking nooit sprake kon zijn. Camel had er wellicht meer luisteraars door gekregen, maar ik denk Gallico ook meer lezers.
De orkestrale invulling van David Bedford, werkt in samenhang met de muziek van Camel wonderlijk wel, met name in het oorlogsgedeelte van Preparation, Dunkirk en Epitaph, als ook in de heerlijk lyrische afsluiter La Princesse Perdue, dat door de emotionele gitaarsolo van Latimer en de flitsende Mini-Moogsolo aan het begin, toch al tot één van de hoogtepunten van de plaat behoort. Onbetwist hoogtepunt van de plaat is echter het tweeluik Rhayader en Rhayader Goes To Town. Het is het enige stuk dat los van de rest van het concept tot zijn recht komt en derhalve al jaren een live-favoriet. Rhayader kenmerkt zich door een vrolijk fluitthema en een goed in het gehoor liggende, schaamteloos vrolijke melodielijn. Rhayader Goes To Town kent veel meer typisch vroeg-Camelachtige dynamiek, met veel tempowisselingen en een prachtige, gevoelige gitaarsolo.
Met “The Snow Goose”, zoals wij symfonische rock-fans de plaat tot in lengte van dagen eigenwijs zullen blijven noemen, maakte Camel meer dan furore. Ze bracht ons één van de meest emotionele, krachtige, lyrische muziekstukken uit de geschiedenis van prog. De tijdloosheid van de muziek en de emotionele kracht van de plaat wordt keer op keer bewezen, als nieuwe generaties progfans het werkje ontdekken. “The Snow Goose” behoort volkomen terecht tot de maatstaf van de symfonische rock.
Deluxe Edition 2009
Begin 2009 wordt “The Snow Goose”, tesamen met “Moonmadness” als ‘deluxe editions’ op de markt gebracht, terwijl “Rain Dances” een normale re-release kent. Omdat ik – net als Joop Klazinga – al Camel-fan ben sinds ik oren heb, is het uitbrengen van met name de deluxe edition van “The Snow Goose” een belangrijke gebeurtenis. Immers, Camel was binnen de proggemeenschap wel redelijk bekend, bij het grote publiek kende men de naam slechts van de sigarettenfabrikant. Zodoende voelt deze heruitgave als een eerherstel.
Daarbij is het in je handen houden van zo’n dikke Camel-verpakking haast een erotische, of op zijn minst opwindende ervaring. In ieder geval is de verpakking robuust en stoer, en bevat naast de originele, opgepoetste versie van het werk zelf, tal van bonustracks. Een hele tweede cd is gewijd aan nog meer uitvoeringen van “The Snow Goose”, ik geloof dat beide Rhayaders wel acht keer langskomen. Dat moge wellicht wat overkomen als overkill, ik ben er blij mee. De prachtige BBC-opnamen op de tweede disc vormen een welkome afwisseling op het origineel.