Camel

Rajaz

Info
Uitgekomen in: 1999
Label: Camel Productions 
Website: http://www.camelproductions.com/
Tracklist
Three Wishes (6:58)
Lost and Found (5:38)
The Final Encore (8:07)
Rajaz (8:15)
Shout (5:15)
Straight To My Heart (6:23)
Sahara (6:44)
Lawrence (10:46)
Andrew Latimer: gitaar, zang, fluit, toetsen, percussie
Colin Bass: basgitaar
Ton Scherpenzeel: toetsen
Dave Stewart: drums, percussie
Met medewerking van:
Barry Phillips: cello
A Nod And A Wink (2002)
Rajaz (1999)
Coming Of Age [live] (1997)
Harbour Of Tears (1996)
Never Let Go [live] (1992)
Dust And Dreams (1991)
Pressure Points [live] (1984)
Stationary Traveller (1984)
The Single Factor (1982)
Nude (1981)
I Can See Your House From Here (1979)
Breathless (1978)
A Live Record (1978)
Rain Dances (1977)
Moonmadness (1976)
Music Inspired By 'The Snow Goose' (1975)
Mirage (1974)
Camel (1973)

Het was te verwachten dat Camel ooit een album zou maken waarop de woestijn centraal zou staan. In 1999 gebeurde het dan. Het album, gestoken in een broeierige geelwitte hoes, kreeg de naam “Rajaz”, een oud-Egyptisch woord voor ‘het ritme van de kameel’. Tijdens de ellenlange karavaantochten door de woestijn zongen de reizigers namelijk allerlei liederen die ze maakten op het ritme van de kameelhoeven. Dat gegeven intrigeerde Andy Latimer zo dat hij er een nummer over schreef, Rajaz genaamd. Latimer, helemaal in de ban van dat  rajaz-gebeuren, raakte enorm geïnspireerd  en schreef nog een karrenvracht aan materiaal bijeen met eenzelfde soort sfeer. Uiteindelijk schopte Rajaz het tot titelnummer van het hier te bespreken album. Een album waar de meeste ritmes en melodieën, maar ook enkele titels en thema’s de hitte van de gerimpelde zandvlakte in zich dragen.

Het heeft er alle schijn van dat “Rajaz” een conceptalbum is maar dat is het niet. De coherentie is namelijk zo groot dat nummers met persoonlijke teksten over vriendschap en jeugdherinneringen ook moeiteloos in het plaatje passen. Er zit zoveel sfeer in. Gevoel is iets waar Camelplaten in zijn ondergedompeld en het lome karakter van de muziek op “Rajaz” is dan ook een Mekka aan  melancholie. Zo is het titelnummer met zijn akoestische gitaar, zijn gonzende cello en zijn vele reverb-riffs een kolkende massa expressiviteit  die welhaast driedimensionaal uit de speakers komt  sijpelen. Het moet voor sommigen echt raar zijn geweest om na de twee rijkelijk georkestreerde albums “Dust And Dreams“en “Harbour Of Tears” te worden geconfronteerd  met een album dat volgens een rechtstreekse benadering is gemaakt. Camel glorieert weer als kwartet en komt met een sound op de proppen die zelfs raakvlakken vertoont met the good old days. Toch had “Rajaz” nooit in de Seventies gemaakt kunnen worden, daarvoor klinkt met name het gitaarspel van Latimer meer doorleefd en is het de bravoure ver voorbij. Tevens dankt het album zijn pracht aan de rijpheid waarmee Latimer zingt. Nu wordt Shout eigenlijk niet echt lekker gezongen, een beetje benauwend in de refreinen en aangezien dit nummer met z’n eenvoud toch al wat minder is dan de rest mag dit wel.

“Rajaz” is een tamelijk toegankelijke plaat met nogal doorsnee composities waarbij vooral het geraffineerde toetsenspel van Ton Scherpenzeel met zijn sfeervolle arrangementen voor de nodige voldaanheid zorgt. Scherpenzeel is een door de wol geverfd musicus waar je wel mee thuis kan komen. Voor de opnamen van “Rajaz” echter is hij wegens vliegangst in Nederland gebleven, terwijl de andere Camels in Amerika waren. Het resultaat is er niet minder om. Latimer weet zich omringt door de uiterst smaakvolle toetsenklanken van een man die opvalt door niet op te vallen. Luister even naar The Final Encore; Scherpenzeel staat er beslist niet in de schaduw, zijn spel is vijftig graden Celsius. Aan het eind van Lost and Found neemt hij trouwens even het voortouw met een lekkere solo in 7/8 ste. De combinatie van Latimer met de hoofdzakelijk synthesizer spelende Scherpenzeel is magistraal.

Wel tapt de band met “Rajaz” weer uit hetzelfde vaatje, het vaatje van de melodieuze prog, voor de één doen ze dat op een verfrissende manier, voor de ander op een oubollige. Als je de instrumentale opener Three Wishes hoort weet je direct dat je met Camel te maken hebt, echter niemand zal het je kwalijk nemen als de naam Pink Floyd door je hoofd spookt. Latimer is, namelijk net als Gilmour, hevig beïnvloed door de blues. Die bluesy gloed vindt zijn hoogtepunt in het afsluitende Lawrence, alhoewel… gloed? De gitaar is er pure blues. De aanzetten zijn zo vet, zo daadkrachtig. Latimer staat ze er geweldig te raken, maar waar op dit album eigenlijk niet.

Dat Rajaz zo geslaagd is komt ook omdat het ritmisch zo aanspreekt. Aanvankelijk komen de verrichtingen van basgitarist Colin Bass en drummer Dave Stewart wat eenvoudig over, maar vergis je niet. Soepel en smaakvol baant de basgitaar zich een weg door de muziek. Muziek die uit is gegaan van een ritmisch gegeven. Er had geen betere drummer achter de kit kunnen zitten dan Dave Stewart. Steward heeft zo een lekkere timing, hij weet zoveel dynamiek aan de muziek toe te voegen en zijn tomgebruik is magnifiek. De twee hebben met hun listige spel weten te voorkomen dat deze lome plaat zou worden aangemerkt als zijnde een slome. En dat is “Rajaz” beslist niet.

Dick van der Heijde

Send this to a friend