Als je de Can vooral kent van de schurende muziek en het compromisloos experiment op “Tago Mago” en “Ege Bamyası” zal “Future Days”, het laatste album met zanger Damo Suzuki, een verrassing zijn. Hoewel dit onmiskenbaar een Can-album is en de band nog altijd de conventie schuwt, is “Future Days” een stuk milder en soms zelfs lieflijk te noemen. Veel composities op eerdere albums werken toe naar een felheid die vaak op of over de grens met lawaai gaat. De vier nummers op deze plaat zijn daarentegen juist meer ambient, waardoor het album veel minder geschikt is om hangsenioren op scootmobielen te weren uit het winkelcentrum.
Dat Can niet alleen moeilijke muziek maakt maar ook wanneer ze dat nodig achten toegankelijk kunnen zijn blijkt bijvoorbeeld uit het bekende en zeer fraaie She Brings the Rain van het album “Soundtracks” (met Suzuki’s voorganger Malcolm Mooney), al eindigt dat toch nog op een manier die we van Can kunnen verwachten. Maar waar dit nummer een redelijk conventionele structuur heeft, is dat met de composities op “Future Days” niet het geval.
Het wonderschone titelnummer kabbelt bijna tien minuten door, zachtjes voortgedreven door Jaki Liebezeits karakteristieke drumwerk. Het opent met een wat industriëel klinkende soundscape, waarna Liebezeit en bassist Holger Czukay als ritmesectie inzetten. Vervolgens ontwikkelt zich langzaam een fraaie melodie. Zanger Damo Suzuki klinkt aanvankelijk alsof hij onder water staat, maar werkt toe naar een gevoelige zanglijn die afgewisseld en later gedubbeld wordt met de helder klinkende gitaar van Michael Karoli. Suzuki is hier een stuk ingetogener dan op eerdere albums en hoewel het nummer langzaamaan steeds iets intenser wordt, wordt het juist weer rustiger op het moment dat de melodie in noise dreigt te ontaarden.
Op Spray is goed te horen wat voor een fascinerende drummer en percussionist Liebezeit was. Hoewel het nummer voortgestuwd wordt door de vierkwartsmaat van de motorikbeat kleedt Liebezeit deze in met drumpatronen die sterk geënt zijn op met name Noord-Afrikaanse percussie. Zijn stijl doet hier soms denken aan Bill Bruford tijdens de “Discipline”-periode van King Crimson. Het zou mij ook niet verbazen als Danny Carey van Tool goed heeft geluisterd naar hoe Liebezeit met ritme omgaat. Er gebeurt verder van alles in het nummer, maar het is het drum- en percussiewerk dat hier de aandacht opeist, tot gitaar, zang en toetsen het overnemen om het nummer ten einde te brengen.
Terwijl Spray gekenmerkt wordt door de accenten die Liebezeit speelt, staat in het korte Moonshake de tak-tak-tak-tak op de snare die de motorikbeat definieert weer centraal. Moonshake is qua structuur en lengte het meest toegankelijke nummer op het album, maar daardoor niet minder boeiend. Het vindt zijn kracht gedeeltelijk in de details, zoals het ver in de mix verstopte orgelspel van Irmin Schmidt dat eventjes de zanglijn van Suzuki volgt, of de korte fills die Liebezeit op de snare speelt.
Vooral op “Tago Mago” drijven de lange composities soms te ver af van het idee dat de luisteraar het op een of andere manier naar de zin moet hebben. Het twintig minuten lange Bel Air is echter een stuk toegankelijker. Er gebeurt veel en de luisteraar wordt een aantal keer op het verkeerde been gezet, maar het nummer blijft boeien. Hier gaat de band wat meer los en wordt er meer geïmproviseerd, wat ook blijkt uit het feit dat Suzuki’s zang hier minder rechtlijnig is dan elders op het album. De band gaat echter niet echt in overdrive en mede door de productie, die ruimte laat voor subtiele details, weet de muziek te intrigeren.
Van de klassieke albums van Can leent “Future Days” zich het minste ervoor om het huis gezwind te ontruimen na de jaarlijkse Mens erger je niet!-marathon met drie generaties schoonfamilie. De bijzondere vorm van intensiteit die de band kenmerkt wordt hier op een andere manier vormgegeven, waardoor andere aspecten van de muziek meer ruimte krijgen. Dit maakt de plaat toegankelijker dan zijn voorgangers, zonder dat de band zichzelf verloochent. “Future Days” is hiermee een van de interessantste albums die Can gemaakt heeft.
Cristopher Cusack