Een filosofische benadering van muziek.Dat mag je gerust concluderen over het album “Le Soleil Est Une Bombe Atomique” (op de hoes als één woord aan elkaar geschreven) van het instrumentale kwartet Capharnaüm. Genoemde band is afkomstig uit Montreal, het Franstalige deel van Canada. Dat verklaart in ieder geval de albumtitel. De albumtitel symboliseert het gevoel van hoop (Le Soleil – zon) en gevaar (Bombe Atomique – atoombom), welke ze ook willen doorgeven met hun muziek. Capharnaüm speelt melodieuze progressieve gitaarrock (zelf hebben ze het liever over heavy muziek met een wrede glimlach). Verantwoordelijk voor deze ‘heavy muziek’ zijn de twee gitaarspelende broers Francois en Marc-André Blanchard. Behoudens wat geprogrammeerde geluiden, ontbreken toetsen in het geheel. De muziek laat zich dan ook niet makkelijk vergelijken. Breaks en tempowisselingen. Soms springerig, druk, zelfs swingend, dan weer klein en ingetogen. Variërende ritmes genoeg. De broers worden immers ondersteund door een puike ritmesectie. De man van de batterie (drums), Maxime Brisebois, roffelt een flink stuk weg en heeft ook een fors aandeel in de muziek. Het prima basspel van Philippe-Antoine Bernard is erg functioneel. Na een aantal luisterbeurten kom ik tot de conclusie dat de heren er een eigen stijl op nahouden.
Pas op! Het openingsnummer Atomic Disco kan je op het verkeerde been zetten. Klinkt daar immers niet het onmiskenbare gitaargeluid van The Edge van U2? Nee, toch niet, het was slechts verbeelding. In Tokamak en Jouer Encore bespeuren we flarden van The California Guitar Trio, waarbij in Tokamak rustig door en over elkaar heen wordt gesoleerd. Karakteristiek is ook de losse en ongepolijste wijze van spelen, zoals op het quasi geïmproviseerde Démentielle. Je hebt op die momenten het gevoel naar een jamsessie te luisteren. Het valt dan ook met vrij grote zekerheid aan te nemen dat deze Canadezen hun nummers live anders ten gehore brengen dan de versies op dit album. Deze groep lijkt me op het podium een waar feest. Worden vocale nummers wel eens nodeloos gerekt met refreinen, hier krijg je van alles precies voldoende. Behalve dan in Tunnel Numéro 6, één van de vele hoogtepunten op het schijfje. Naast dat dit het enige nummer is waar enige toetsenberoering (weliswaar uit een computer) te bespeuren valt, kent het al na een zeer krappe drie minuten helaas zijn eind. Delirium illustreert met een relaxt en jazzy (ook dat wordt niet geschuwd) beginstuk (de zon – hoop) en vervolgens zeer dreigend stuk (atoombom – gevaar) de boodschap die men de luisteraar wil meegeven.
In het eerder aangehaalde nummer Dementielle, maar ook in Feedback is het alsof beide gitaristen ieder hun eigen nummer aan het spelen zijn. De twee afzonderlijke gitaarlijnen vormen een mooie harmonie, waardoor een wonderschone compositie ontstaat. Un Dimanche Soir A St.-Zenon is overbodig en niet meer dan een opwarmertje voor Caterpillar. Hierin waren we ons zelfs even in One Of The Days van Pink Floyd. Maar ook hier bedriegt de schijn. In het langste nummer Brainstorm worden alle kwaliteiten nog eens gebundeld tot een zeer waardige afsluiter.
Fascinerend is de groepsnaam. Meest bekend is de letterlijke betekenis uit het Hebreeuws, waar Capharnaüm bekend staat als de stad waar Jezus zich vestigde toen hij Nazareth verliet. Minder bekend, maar hier van toepassing, is de figuurlijke en meer symbolische betekenis: een smeltkroes van veel ideeën ter voorkoming van chaos. Een smeltkroes is de muziek van Capharnaüm zeker. Dit is instrumentale progrock zoals het bedoeld moet zijn. Je kan er over filosoferen, maar het album is beslist een aanrader voor liefhebbers van melodieuze gitaargeoriënteerde muziek. En zeker voor zij die een vocalist(e) even zat zijn.
Hans Ravenbergen