Cast

Infinity

Info
Uitgekomen in: 2002
Label: Eigen Beheer
Website: Cast
MySpace: Cast
Tracklist
Castopolis (5:26)
Movieland (9:09)
Yuridia (4:46)
Never Expect Them To Smile (13:50)
Infinity (11:51)
Nature's Way (2:41)
Illusion (10:17)
Nightmare (7:00)
October Winds (4:38)
Dino Brassea: fluit
Rudolfo Gonzales: bas
Francisco Hernández: zang, gitaren
Carlos Humarán: gitaar
Enrique Slim: drums
Alfonso Vidales: toetsen, zang
Jorge Vidales: zang
Nimbus (2004)
Al-Bandaluz (2003)
Infinity (2002)
Castalia (2000)
Laguna De Volcanos (2000)
Legacy (2000)
A Live Experience (1999)
Imaginary Window (1999)
Angels And Demons (1997)
A View Of Cast (1996)
Beyond Reality (1996)
Four Aces (1995)
Endless Sings (1995)
Third Call (1994)
Sounds Of Imagination (1994)
Landing In A Serious Mind (1994)

“Infinity” is het zoveelste album van deze neo-symfogroep uit Mexico. De plaat is al een tijd uit, maar nu pas in Nederland gearriveerd. Het maakt bij Cast niet zo heel veel uit of je een recente of een wat oudere cd te pakken hebt, ze staan allemaal bol van een (in Mexicaanse ogen) moderne verwerking van oudere invloeden als Genesis, Marillion, IQ en Yes.

Daarbij moet me van het hart dat deze aflevering uit het eeuwig durende vervolgverhaal bepaald niet indrukwekkend is.De grote man achter Cast is toetsenist Alfonso Vidales. Volgens mij, maar dat is een eigen gevolgtrekking op basis van dit materiaal, schrijft Vidales zijn stukken achter een computer. Daar kan hij lekker partijtje op partijtje stapelen, hup, nog een klavecimbel en nog een pianootje. En als hij helemaal klaar is mag de rest zijn partijen inspelen. Elk nummer klinkt in elk geval alsof er aan de toetsen heel veel aandacht besteed is, terwijl de gitarist maar één preset mocht gebruiken (overdrive met een bijna lege batterij), de bassist helemaal niet te horen is en de drums afschuwelijk klinken. Vidales speelt ook met Rick Wakeman’s boek “Tien handige tips voor de egocentrische toetsenist” in gedachten; hij kent geen liggende akkoorden maar moet elke noot van elk akkoord apart aanslaan. De arpeggio’s en de loopjes vliegen om je oren, soms wel drie of vier tegelijk. Druk? Mwa…

De plaat klinkt wonderlijk. Veel hoog en af en toe obsceen laag, maar geen mid-laag. De drums staan te hard, met een nare, holle galm. De melodiedragende partijen, meestal synthesizers, staan in de mix ergens in een hoekje gedrukt. Daardoor wordt de muziek afstandelijk. Hier staat geen band te zweten, hier spelen sessiemuzikanten hun partijtje in. Omdat de drums zo hard staan, èn omdat ze dus volgens mij pas later zijn ingespeeld, lijken ze weinig met de muziek te maken te hebben. Drummer Enrique Slim kan heftig drummen of zacht aaien, voor de andere muzikanten maakt het niets uit, die pingelen onverstoorbaar door. Slim maakt over het algemeen geen goede indruk. Het speelt natuurlijk lastig als je de toetsen moet volgen, maar hij is bepaald niet strak en zijn breaks zijn om te huilen.

Zanger Francisco Hernandez is geen begenadigd vocalist. Dat zijn uitspraak van het Engels erbarmelijk is, is maar een deel van het probleem. De teksten slaan immers hier en daar ook nergens op zonder dat dat echt stoort. (“Kaleidoscopic waters pictured by events of different countries steering by at my eyes pretending to absorb me.” Wie hier een steekhoudende verklaring voor weet te geven mag mijn exemplaar van deze cd hebben…) Maar Hernandez is ook niet erg toonvast. Hij zingt aarzelend, vals en behoorlijk pathetisch.

De leuke stukken van deze plaat zijn dus die passages waarin niet gezongen wordt en waarin de drums tot een minimum beperkt blijven. Daarvan staan er nog best veel op “Infinity”. Openingsnummer Castopolis is nog een hoop gefiebel in één akkoord, maar Yuridia is een mooi liedje (met een beetje Spaanstalige zang), grote stukken van het langste nummer Never Expect Them To Smile zijn erg fraai, net als het laatste deel van Nightmare, en afsluiter October Winds is zelfs indrukwekkend. Over het algemeen ontbreekt het de nummers aan structuur. Het begint ergens en na een poosje houdt het weer op, maar ‘het waarom’ van die lengte wordt nergens duidelijk. Het korte Nature’s Way, dat sterk doet denken aan Marillion, is het enige nummer dat langer had mogen duren.

Cast is een bijzonder productieve band, dus één zwakke broeder in het oeuvre mag de pret niet drukken, maar er moeten niet veel “Infinity”’s meer volgen. Als Cast de luisteraar wil blijven boeien, kunnen ze dit niet tot in het oneindige volhouden. (“Oneindige”, “Infinity”, snappie? Oh, laat ook maar…)

Erik Groeneweg

Send this to a friend