Adem in, adem uit. Als dat tegen je gezegd wordt, ben je ogenschijnlijk in een vrij stressvolle situatie beland. Met “breathe in…” beginnen de Britten hun tweede plaat “Pace of Change”. Oké, na even goed ingeademd te hebben en te hebben geprobeerd de drukte van de afgelopen week achter mij te laten, laat ik me maar meenemen in het neo-prog gebeuren. Om alvast even een schot voor de boeg te nemen: ik vind het prima muziek, maar steeds denk ik: “Waar heb ik dit eerder gehoord? Was het ergens op die obscure cd van SI Music die ik in de jaren 90 heb gekocht? Of was het, gezien de stevige gitaren, toch echt wat later?”
Wat Catalyst*R laat horen is met name degelijk. Toen ik in 2021 het titelloze debuut recenseerde voor Progwereld gaf ik aan dat ik het positief vond dat de Britten niet al te platgetreden paden wilden betreden en veel verschillende invloeden een plek probeerden te geven in hun muziek. Maar ook dat het album als geheel een wat onevenwichtige indruk maakte. Dat is nu niet meer zo, al vind ik nu dat juist het avontuur wat ontbreekt in de muziek.
Het album trapt af met het titelnummer Pace of Change. Een dikke tien minuten neo-prog in de stijl van bijvoorbeeld Arena, Iluvatar en IQ. Al haalt Catalyst*R niet dat niveau. Ik vind het tweede nummer Dust Within The Seams een mooie song. Dit liedje is meer in de stijl van Riversea. Dat past wel bij deze band. Ghost On The Radio is heel toegankelijk en gaat meer richting progpop.
Homesick klokt weer boven de tien minuten. Het is sfeervol met de nodige wisselingen en gitaar- en toetsensolo’s. Een mooi gedeelte met strijkers geeft het nummer nog wat extra’s. Wederom dekt het woord ‘degelijk’ de lading. Het is mooi, maar ook een beetje voorspelbaar en echt memorabele melodieën ontbreken.
Na het toegankelijke Unbroken, presenteert Catalyst*R met Pendle Hill een heuse epic van ruim een kwartier, compleet met Gilmouriaanse gitaarsolo. Aan het eind van het nummer hoor ik referenties naar Paranoid Android van Radiohead. Maar de band komt niet met een echt spetterende finale, al is de gitaarsolo verder prima, hoor. Wat ik mis is iets dat echt haakt. Met de ballad We’ll Say Goodbye In The Rain besluiten de Britten hun tweede plaat. Een mooie ballad, al is deze wat sentimenteel.
Kortom, Catalyst*R zorgt voor een uurtje mooie neo-prog. Niets meer, maar ook niets minder. De songs zitten goed in elkaar en het is aangenaam om naar te luisteren. Maar ik mis echt aansprekende melodieën en een eigen smoel. Heel persoonlijk: nergens raakt de plaat mij echt, terwijl op de muziek niet zoveel is aan te merken. Meer vuur, urgentie en een eigen gezicht is wat Catalyst*R in mijn ogen nodig heeft om in de buurt te komen van de referenties die in deze recensie staan. Voor nu is “Pace of Change” een degelijke en aangename plaat, waar ik goed naar kan luisteren, maar die te weinig beklijft.