De leukste albums om te recenseren zijn in mijn optiek die waarvan je op voorhand totaal geen verwachting had, maar die uiteindelijk ontzettend lekker of een fraaie groeibriljant blijken te zijn. Dik twee jaar na hun debuut “Alight” komt het Italiaanse Cellar Noise met de opvolger. “Nautilus” is een album dat bol staat van de variatie en laat een band horen die in potentie in elk geval klaar is voor een groter publiek.
Wanneer je niet bekend bent met het werk van een band is het erg prettig als de openingstrack sterk genoeg is om direct je aandacht op te eisen. The Creator doet meer dan dat; het grijpt je direct bij de strot. Als na de strakke drum fill de eerste gitaarriffs losbarsten, lijkt het in eerste instantie dat we hier een potje prog metal voorgeschoteld gaan krijgen. Het nummer doet in de acht minuten die het duurt echter veel meer aan Porcupine Tree of Riverside denken. Pas na vijf minuten gaat de band van het gas af als het nummer ineens lijkt te veranderen in een piano ballad. Dit rustpuntje blijkt echter slechts de aanzet tot een spetterende finale.
Die ballad komt er uiteindelijk toch met het volgende nummer, Our Last Dance, hoewel hier naar het slot toe wederom lekker stevig wordt gemusiceerd. Het titelnummer laat ons vervolgens een fraai popliedje horen. Hier blijkt dat de band van vele markten thuis is en zich uitstekend staande houdt in de diverse genre-variaties.
Alle bandleden doen hun werk uitstekend en het is vooral toetsenist Niccolò Gallani die – gewapend met diverse retro klanken in zijn toetsenarsenaal – voor een hele fraaie inkleuring van de nummers zorgt. Het tweede gedeelte van Under My Command illustreert dit nog het beste. Francesco Lovari brengt zijn zangpartijen met verve en zijn Italiaanse accent is te verwaarlozen. De onderwerpen waarover gezongen wordt zijn wat abstract (waar is de tijd gebleven dat het in de prog nog over ruimteschepen en mythologie ging?), maar dat weerhoudt hem er niet van zijn teksten met gevoel te brengen.
Onze portie prog metal krijgen we uiteindelijk toch nog in de vorm van Leeches. Uiteindelijk culmineren alle verschillende stijlen in het topstuk van het album. Omega is met ruim twaalf minuten het langste stuk van de plaat maar het boeit over de volle lengte. Het kent een lekkere rustige opbouw, maar na opnieuw een minuut of vijf wordt er opgebouwd naar een geweldige climax. Een erg sterk nummer, en eigenlijk geldt dat voor het gehele album.
Cellar Noise heeft met “Nautilus” een uitstekende tweede album gefabriceerd. Het kan zich hiermee prima meten met andere sterke hedendaagse Italiaanse prog bands als Barock Project en Eveline’s Dust. Verwacht van deze heren geen barokke muziek uit vroeger tijden, maar een frisse hedendaagse prog plaat die misschien hier en daar nog wel eens in een jaarlijstje zou kunnen opduiken. Ik ben in elk geval aangenaam verrast.