Een zeer weerbarstig stukje huisvlijt, zo kan “Melos” het best bestempeld worden. De muziek op dit schijfje varieert van stevig tot space-achtig, van pastoraal tot aan jazz en zelfs klassiek. De vele luisterbeurten hebben me het album nog steeds niet op waarde kunnen schatten en ik vraag me af of dat nog ooit gaat gebeuren.
De historie leert dat de groep een verwantschap had met Osanna, de groep van Danilo Rustici, inderdaad de broer van Corrado Rustici. De eerste minuten van Canto Del Capro wanen je in een space-achtige trip die we vele jaren later konden horen op Porcupine Tree’s “Voyage 34”.
Tritico heeft de neiging wat stil te vallen in de pastorale passages, maar krijgt een volledig andere wending wanneer een scheurende saxofoon wordt ingezet. Je moet er maar van houden. Op het titelnummer Melos horen we nog een mooi en fraai stukje vibrafoon.
Nadat Cervello vrij snel na “Melos” werd ontbonden, werden de broers Rustici verenigd in Osanna. De geschiedschrijvers zijn stuk voor stuk lyrisch en vol lof over “Melos”, ik heb het er niet in kunnen ontdekken.
Hans Ravensbergen