Keurig twee jaar na de release van het goed ontvangen “Pure” komt Chandelier met een nieuw album. Volgens velen het beste album van de drie albums die de band voortbracht. Ook ik vind dit werkje het meest aansprekend. Insideout bracht in 1997 het album opnieuw uit en nu is ook deze schijf opnieuw verschenen in geremasterde staat.
Net als op “Pure” is ook deze heruitgave een aanwinst. Het artwork is uitgebreid met een ruime terugblik en het bevat een tweede disc met daarop een op 24 april 1993 in Parijs opgenomen concert.
Albumopener Start It is misschien wel het beste nummer dat de band heeft geschreven. Alles klopt. Lekker veel vaart, een zalig refrein en mooie instrumentale uitstapjes. Daar waar je op “Pure”vooral invloeden van Marillion hoorde, lijkt de band op dit album vooral naar IQ te hebben geluisterd. Zo doet dit eerste nummer meer dan eens denken aan IQ ten tijde van “The Wake”. Zanger Martin Eden heeft de Fish trucjes wat losgelaten en heeft nu wat meer het felle stemgeluid van een Peter Nicholls (IQ)aangemeten.
Ook Cuckoo zit vol met op IQ gelijkende stukken. Met name de sfeer van de intro. De zwaar galmende drums geven het een mooi opzwepende sfeer mee. Daarna breekt het geheel open met een zalige gitaarsolo van Udo Lang. Zijn rol is op dit album gelukkig groot en al zijn solo’s hebben echt karakter. Maar het zijn vooral de toetsen van Tobias Budnowski die op dit album voor veel sfeer zorgen. Hij trekt mooie muren op en zoekt ook regelmatig de voorgrond.
Itai was al te horen op de eerste release van deze Duitsers, dat was de cassette “Fragments” uit 1988. Het is dan ook niet vreemd dat dit nummer meer aan Marillion ten tijde van Fish doet denken. Het refrein is net te theatraal om te kunnen overtuigen en voelt overdreven aan. De versnelling aan het einde is wel knap gedaan. Glimpse Of Home is met dik veertien minuten het langste van het album. Ook hier zijn de vergelijkingen met IQ niet van de lucht. Vooral het eerste deel is prachtig met sterk gitaarspel en let ook op het stuwende baswerk van nieuweling Christoph Rombach. Halverwege schotelt de band een overgang voor die wat geforceerd aanvoelt en te lang duurt. Gelukkig herpakt het gezelschap zich weer en zijn de laatste minuten mooi sfeervol.
All My Ways is een voor de band bijzonder nummer. Het wordt gezongen door Toni Moff Mollo bekend van Duitse progband Grobschnitt. Een band waar de Chandelierleden een groot fan van waren. Met zijn prettige stem geeft hij het nummer iets extra’s. Ook hier is het gitarist Udo Lang die indruk maakt. Het album wordt afgesloten met de akoestische ballad Autumn Song. Best gewaagd om zo je album af te sluiten. Het komt niet echt uit de verf waardoor het album als een nachtkaars uitgaat. Eigenlijk is dat het enige nummer dat uit de toon valt. Verder is “Facing Gravity” een nog altijd tijdloos neoprog album dat in al die jaren niets aan kracht heeft ingeboet.
Zoals gezegd bevat de tweede schijf een live concert dat in 1993 werd opgenomen in Parijs. Interessant omdat de band nooit officieel een live album uitbracht. De geluidskwaliteit is niet super goed, maar geeft vooral de sfeer goed weer. Het laat een band horen die live zijn mannetje staat. Luister vooral naar A Glimpse Of Jericha. Het kent een geweldige opbouw en wordt opgestuwd naar grote hoogte. Het bevat een dijk van een instrumentaal stuk waarin gitarist Udo Lang minuten lang los mag gaan. In zijn solo verweeft hij moeiteloos een stuk van dé solo uit Firth Of Fifth(Genesis) wat leidt tot een uitzinnig publiek. Het moge duidelijk zijn dat een live optreden van deze band een feestje was. Deze tweede schijf is echt een verrijking.