Als een bezetene reisde de uit Leeds afkomstige Charlie Barnes het hele land door om concerten van zijn favoriete bands Amplifier en Oceansize te bezoeken. Het moet dan ook feest in huize Barnes geweest zijn als hij in 2011 een gastrol mag vervullen op “The Octopus” van Amplifier. De rapen zullen wel helemaal gaar zijn geweest wanneer de band van de getalenteerde zanger/multi-instrumentalist ook nog eens gevraagd wordt als voorprogramma van Amplifier. Daar is het echter niet bij gebleven. Niet alleen weet Barnes zijn kersverse debuut-cd “More Stately Mansions” onder te brengen bij Superball Music, het label waar eerdergenoemde bands ook zijn gehuisvest, tevens heeft hij de plaat laten produceren door Steve Derose, gitarist van Amplifier. In voetbaltermen heet zoiets een jongensboek.
Dat al deze zaken goed zijn voor de ontwikkeling van een muzikant blijkt uit het verstandige besluit de productie over te laten aan een ander. Derose heeft precies dat naar boven gehaald waar het allemaal om draait: de emotie. Het resultaat is er naar. “More Stately Mansions” laat artrock a la Muse horen, een indie-variant op Queen en ook het geluid van Jeff Buckley is nergens ver weg. Verwacht dus geen muziek met de stevigheid van Amplifier of Oceansize. Dit album moet het ook niet zozeer hebben van z’n virtuositeit, het is het gevoel in de muziek dat je helemaal van je sokken blaast. De expressies zijn er even tomeloos als in balans. Variërend van melancholisch klein tot uitbundig bombastisch neemt Barnes je mee in tien nummers waar de muziek dienend is en de zang prominent. Maak me tot was Charlie!
Met het openende titelnummer komt al duidelijk naar voren dat Barnes een bijzondere hand van schrijven heeft. Qua structuur verliest hij zich maar zelden in een poppy opbouw. De meeste nummers kennen een groeiend verloop en in die zin is “More Stately Mansions” zo progressief als wat. De vele koortjes zoals in Balloons en Hammers doen daar nog eens een schepje bovenop. Beide nummers hebben een sterke melodie en eigenlijk is dat vanzelfsprekend, het album grossiert erin. Elk nummer is ook voorzien van een juist arrangement. Of je het nu hebt over het ingetogen Ghosts dat nagenoeg alleen bestaat uit piano en zang of over het energieke Macbeth, Macbeth, Macbeth met zijn raggende gitaartje, het is altijd raak. Ook maakt het niet uit of je het hebt over het meeslepende House met z’n Moon Safari-achtige sfeer of over Dresden, elke noot is op z’n plaats.
Met “More Stately Mansions” is eigenlijk niks mis, althans zo zie ik het. Ik hoor pure, integere, passionele muziek waar ik wat mee kan. Helemaal oké.