Cherry Five

Il Pozzo Dei Giganti

Info
Uitgekomen in: 2015
Land van herkomst: Italië
Label: Black Widow
Website: https://www.facebook.com/cherryfiveband/
Tracklist
Il Pozzo Dei Giganti (Inferno XXXI) (24:53)
Manfredi (Purgatorio III) (totaal 16:21)
a) La Forza Del Guerriero (3:15)
b) Il Tempo Del Destino (4:02)
c) Terra Rossa (5:31)
d) Un Mondo Tra Noi Due (3:30)
Dentro La Cerchia Antica (Paradiso XVI) (8:41)
Carlo Bordini – drums en percussie
Gianluca De Rossi – Hammond C3, Minimoog, Mellotron M400, Hohner Clavinet D6, Fender Rhodes MK II, Yamaha CP33, Roland JXSP
Ludovico Piccinini – gitaar
Pino Sallusti – elektrische en akoestische basgitaar
Tony Tartarini – zang
Il Pozzo Dei Giganti (2015)
Cherry Five (1976)

Dante Alighieri laat in het eerste deel van zijn La Divina Commedia de hoofdpersoon (Dante zelf) een afdaling maken in de hel. Voordat hij aankomt in het diepste deel van de hel, moet hij langs de Put der Reuzen (Il Pozzo Dei Giganti). Om te worden gestraft voor hun opstand tegen God, zit hier een groep reuzen gevangen. Het is deze eenendertigste strofe uit de Goddelijke Komedie die de inspiratiebron vormt voor het kolossale openingsnummer van de tweede plaat van het Italiaanse Cherry Five.

Op dit tweede album hebben we overigens bijna veertig jaar moeten wachten. Het eerste album is een nogal obscuur plaatje dat in 1976 uiteindelijk alsnog het levenslicht zag, nadat de bandleden als het meer bekende Goblin verder waren gegaan. Van het Cherry Five uit 1976 zijn slechts zanger Tony Tartarini en drummer Carlo Bordini nog over. Toevalligerwijs is dit ook het tweetal dat veertig jaar eerder om onduidelijke redenen als enige bandleden vermeld staat. Anno 2015 is de band aangevuld met een drietal muzikanten met verschillende achtergronden. Deze drie heren hebben met hun individuele spel zonder meer grote meerwaarde voor het groepsgeluid, maar het is toetsenman Gianluca De Rossi die hier voornamelijk de show steelt. Zijn grote arsenaal aan hoofdzakelijk ouderwetse toetsinstrumenten zorgt ervoor dat de liefhebber van de muziek van Genesis en in mindere mate Emerson, Lake & Palmer dit album likkebaardend zal uitzitten.

Het begint al direct met het genoemde Il Pozzo Dei Giganti als na wat stemmende geluiden op basgitaar en drums ineens het geluid van Hammond Orgel steeds verder aanzwengelt. Na anderhalve minuut knalt de hele band erin onder een swingend thema op ditzelfde instrument. Ook het veelvuldig gebruik van de Minimoog, hier en daar in combinatie met gitaar zorgt voor fraaie momenten. De zang van Tartarini is heerlijk en typisch Italiaans met hier en daar een lekker vleugje pathos. Het nummer duurt bijna vijfentwintig minuten en biedt veel variatie, maar ook veel terugkerende thema’s zodat het niet als los zand aan elkaar hangt. Het eindigt in een grootse finale met een Minimoog solo op een bedje van Mellotronklanken. Een epic van grote klasse.

Ook de overige twee nummers hebben Dante’s Goddelijke Komedie als thema en waar het titelstuk de hel als onderwerp heeft, behandelen de overige twee nummers respectievelijk de louteringsberg en het paradijs, zodat we alle drie rijken uit het hiernamaals van Dante’s meesterwerk gehad hebben. De opener kent met zijn lange speelduur desondanks geen subtitels, zoals dat vaak met epics het geval is. De tweede track is daarentegen wel onderverdeeld in vier verschillende hoofdstukken en is ook gesplitst in verschillende cd-tracks. En hoewel het dus feitelijk om één nummer gaat, is hier wel sprake van veel diversiteit in de verschillende stukken. Minder samenhang dus. La Forza Del Guerriero is een lekker uptempo stukje muziek dat naadloos overgaat in een erg mooie ballade in de vorm van Il Tempo Del Destino met een fraaie gitaarsolo van Ludovico Piccicini. Terra Rossa gooit het tempo vervolgens weer omhoog, waarna La Mondo Tra Noi Due, de tweede epic van de plaat, weer met het nodige Italiaanse drama afsluit.

Het album sluit af met het kortste nummer dat toch nog bijna negen minuten klokt. Hierdoor kent het album een soort van “Close To The Edge” of “Relayer” achtige opbouw. Deze bekende Yes albums bevatten immers ook slechts drie lange tracks die van kort naar lang op het album geplaatst zijn. Op dit laatste nummer is sprake van een heerlijke samenwerking tussen gitarist en toetsenist die met name in de snellere stukken het beste in elkaar naar boven halen. Het nummer is getiteld Dentro La Cerchia Antica wat zoiets als ‘binnen de oude cirkel’ betekent. En dat is precies waar Cherry Five zich begeeft. Heerlijk Italiaanse old-school symfo zoals die veelal in de jaren zeventig werd gemaakt. Maar wel erg lekker. Na dit laatste nummer komt er nog een kort coda met een verwijzing naar het eerste nummer.

Na bijna veertig jaar slaagt Cherry Five er dus in om met een prachtig album op de proppen te komen. Een schitterende Italo Prog plaat waar de verwijzingen naar Premiata Forneria Marconi nooit ver weg zijn. Wanneer je de ouderwetste Italiaanse symfo een warm hart toedraagt is dit eigenlijk gewoon een verplichte aanschaf.

Ralph Uffing

Koop bij bol.com

Send this to a friend