In een wereld die langzaamaan verzadigd raakt van alle projecten die direct of zijdelings met de vele leden van Yes te maken hebben, bleek er nog net plaats te zijn voor het tweede album van Circa:. Dit viertal, waarvan Billy Sherwood het opperhoofd is, doet niet heel erg z’n best om anders te klinken dan Yes. Daar is wat voor te zeggen, want een echte Yes-plaat laat al weer een poosje op zich wachten. Aan de andere kant: hoe erg is dat?
Tony Kaye hoeft zich niet in te spannen om als een toetsenist van Yes te klinken, natuurlijk. Bij tijd en wijle was hij lid van die groep, net als bijna iedere andere muzikant ter wereld. Ook Jimmy Haun kan zich erop beroepen met Yes gespeeld te hebben. Dat zal hij niet snel doen, omdat hij op het beruchte “Union” album meespeelde, maar toch. Drummer Jay Schellen is de enige die niet onder de vlag van Yes heeft gespeeld, maar het scheelde niet veel.
Belangrijke vraag blijft natuurlijk, of deze vier ja-knikkers aan het omvangrijke universum van Alle Dingen Yes nog iets wezenlijks hebben toegevoegd. Het antwoord is (uiteraard) een volmondig ‘ja’.
Je moet natuurlijk houden van die riedelende orgels, die rondwaaierende zangpartijen, die hoge baspartijen en die dunne gitaartjes, maar als aan al die voorwaarden is voldaan heb je aan “HQ” zowaar een bijzonder prettig album. Geen revelatie, geen verbazing, gewoon een lekkere plaat. Een plaat die zo verschrikkelijk op Yes lijkt dat ik steeds zit te wachten tot tante Jon invalt. Dat gebeurt natuurlijk niet, die zit thuis met moeilijke knieën. In zijn plaats zingt Sherwood op een manier die gek genoeg steeds aan Peter Gabriel doet denken. Dat zal wel niet de bedoeling zijn, die was immers van de tegenpartij.
“HQ” stelt de recensent voor een dilemma. Als Yes niet had bestaan was dit namelijk een heel erg goeie plaat geweest, met een verbazingwekkend geluid, een groot, melodieus, rijk versierd en hard glanzend geluid. Nu we dat geluid al tot vervelens toe gehoord hebben op – letterlijk – honderden albums, telt alleen nog hoe goed de composities zijn, hoe goed er gespeeld wordt en in welke mate de muzikanten dit echt menen. Is dit even snel cashen of wordt hier met hart en ziel gespeeld?
Vanzelfsprekend wordt er op erg hoog niveau gemusiceerd. Dit zijn briljante muzikanten die met veel inzet en energie hun partijen op de plaat hebben geslingerd. Luister maar naar het snelle Ever Changing World en erken dat dit meesterlijk gespeeld wordt. Alleen hoor je dan ook die knorrende bas-solo die zo overduidelijk gepikt is van Chris Squire dat het zeer doet. Dat Sherwood de oude basgoeroe knap na kan doen wil ik wel geloven, dat hij dat op zijn eigen platen ook doet vind ik onvoorstelbaar. Waarom?
Nou ja, dat is ad fundum wat me aan deze plaat tegenstaat: Zo veel talent, zo weinig nieuws. De moeite die de mannen doen om op Yes te lijken had toch ook kunnen worden aangewend voor iets anders, iets vernieuwenders? Oh, het is allemaal prachtig, hoor, er staan geen slechte nummers op, het wordt nergens bespottelijk of pastiche. Maar had er niet één oorspronkelijke gedachte bij gekund? Eén liedje buiten het overbekende idioom?
De composities zijn dus best heel goed. Voor een Yes-plaat is dit een absolute uitschieter. Ik vind de plaat aan de lange kant, kwartiertje minder had ook gemogen, maar er valt een hoop te genieten. Toch kan ik er eigenlijk niet naar luisteren zonder te denken: Waarom? Voor het geld kan het niet zijn, de plaat is helemaal niet gemakkelijk te krijgen, je moet ‘m bij de band zelf bestellen. Zou het dan een open sollicitatie zijn? De eerste generatie Yes-leden is immers aan het opraken; de revue die nu onder die naam zou toeren is al een paar keer tot stilstand gebracht door gezondheidsproblemen. Hier, bij Circa:, zit een clubje relatief jonge honden op de reservebank. Ze zijn klaar voor het grote werk, luister maar! Wanneer mogen ze weer invallen? Even invullen: Circa:….
Erik Groeneweg