De Nederlandse dichter Adriaan Roland Holst (die weliswaar overleed voordat Herman Brusselmans zijn eerste roman publiceerde) noemde de vermaarde romancier Simon Vestdijk vanwege diens enorme productiviteit eens ‘Gij, die sneller schrijft dan God kan lezen’. Het Fins-Amerikaanse gezelschap Circle is evenzeer een toonbeeld van welhaast bovennatuurlijke veelschrijverij: sinds hun eerste album uit 1994 heeft de band namelijk nog 32 platen uitgebracht. Hoewel dit waarschijnlijk in het niet valt bij het CV van Steven ‘Een-dag-geen-plaat-uitgebracht-is-een-dag-niet-geleefd’ Wilson, is het niettemin een indrukwekkend aantal releases.
Studioalbum 22, “Hollywood”, stamt oorspronkelijk uit 2008, maar werd in 2009 opnieuw uitgebracht door de Duitse platenmaatschappij Viva Hate Records. Het is het eerste volwaardige album waarop de Amerikaanse Bruce Duff meedoet, nadat hij al bijgedragen had aan de ep “Earthworm” (2006). Voordat Duff zich bij de band voegde schreef de band songteksten in een zelfverzonnen taal, zoals wel vaker gebeurt aan het langdraderigere einde van het rockspectrum (Magma, Sigur Ross), maar op “Hollywood” worden alle teksten in de Amerikaanse drawl van Duff gezongen. Dit heeft geresulteerd in een album over Californië dat enerzijds inspiratie haalt uit het Wild West imago dat Californië tot het begin van de twintigste eeuw had en zich anderzijds richt op de rol van Californië en Hollywood als de Amerikaanse dromenfabriek.
In tegenstelling tot de teksten is de muziek geenszins een samenhangend geheel. Integendeel, het materiaal op “Hollywood” lijkt nogal op twee benen te hinken, aangezien de band een New Wave of British Heavy Metal benadering probeert te combineren met progressieve/psychedelische rock – op hun website presenteren ze zich zelfs als koplopers van een New Wave of Finnish Heavy Metal. Feitelijk betekent deze combinatie echter dat de band heen en weer schakelt tussen interessante instrumentale krautrockachtige passages en blatante imitatie, waarbij met name Iron Maiden en Deep Purple nageaapt worden. De laatstgenoemde kant van de muzikale identiteit van de groep is bijzonder nadrukkelijk in Sacrifice, dat klinkt als een Iron Maiden tribute (waarbij het niveau van Iron Maidenzanger Bruce Dickinson niet gehaald wordt) met een (weliswaar fraaie) Blackmoreske gitaarsolo. Op momenten klinkt Circle dan ook als een typische classic-rockband die wanhopig de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw wil doen herleven.
Ondanks de NWOBHM-neigingen, die op “Hollywood” niet leiden tot bijzonder spannende muziek, is de tweede helft van het album, die gewijd is aan de driedelige suite Requiem In D Minor, een stuk interessanter dan het eerste gedeelte. Hoewel de gezongen passages nog steeds onder het meer lineaire rockwerk vallen, is er in de suite veel aandacht voor instrumentaal materiaal dat weliswaar ook sterk georiënteerd is op een rijke rocktraditie maar dat wel meer ruimte laat voor experiment. De instrumentale delen, geïnspireerd door bands als Can, de vroege Pink Floyd en postmetalbands als Isis, zijn bijgevolg veel subtieler en gelaagder dan de tamelijk ééndimensionale zangstukken en hebben als zodanig meer te bieden voor de liefhebber van progressieve rock dan de rest van het album.
Hoewel Circle op “Hollywood” probeert verschillende muzikale stijlen bijeen te brengen worden de verschillende elementen voornamelijk los van elkaar uitgewerkt. In plaats van een potentieel spannend mengsel van New Wave of British Heavy Metal met progressieve rock (zoals bijvoorbeeld de muziek van Queensryche) zwalkt het album voortdurend tussen al te gezapige ‘klessik rok’ en interessantere instrumentale exploraties. Vanwege die dubbele persoonlijkheid is “Hollywood” dan ook een mogelijk interessant album dat uiteindelijk overschaduwd wordt door slecht geïntegreerde ‘boemelrock’. Als zodanig is “Hollywood” een heuse (Fins-)Amerikaanse Droom: achter de aanlokkelijke façade gaat een teleurstelling schuil.
Christopher Cusack