Circles End

Hang On To That Kite

Info
Uitgekomen in: 2004
Label: http://www.karismarecords.no
Website: http://www.circlesend.no
Tracklist
Echoes (6:13)
Tiny Lights (3:11)
Red Words (4:28)
Too Few Feet (5:10)
Long Shot (4:25)
Charlie (3:58)
At Shore (4:45)
Peeping Tom (5:09)
The Dogfather Has Entered The Lift (4:36)
Audun Halland: elektrische piano, orgel, synthesizers
Karl Riis Jacobsen: zang
Omar Emanuel Johnsen: gitaar
Trond Lunden: elektrische gitaar, akoestische gitaar
Jarle Anders Pettersen: drums, percussie
Patrick Wilder: basgitaar, dubbele bas, cello
Met medewerking van:
Jon Trygve Olsen: saxofoon
Hang On To That Kite (2004)
In Dialogue With The Moon (2001)
Circles End EP (1998)

Noorwegen heeft een nieuw muzikaal exportproduct! Na ons eerder verrast te hebben met onder meer Biosphere, Motorpsycho, The White Birch en White Willow, worden we nu verblijd met de klanken van Circles End. Dit jonge zestal komt uit Kristiansand, een klein plaatsje in het zuiden van Noorwegen. De geschiedenis van deze band begint in 1993, wanneer drummer Tommy Andersen, gitarist/zanger Omar Johnsen en gitarist Trond Lunden de band Venture oprichten. Niet lang daarna neemt Jarle Pettersen de drumstokken over van Tommy Andersen, terwijl de band na de komst van bassist Helge Finne zijn naam verandert in Plethora.Vanaf 1996 gaat het viertal als Circles End door het muzikale leven. In de zomer van 1998 neemt de band een titelloze ep met vijf eigen composities op, waarbij de groep hulp krijgt van gasttoetsenist Ruben Gentekos. Na enkele bezettingswisselingen wordt Circles End in 1999 versterkt door bassist Goran Kristiansen en zanger Karl Riis Jacobsen. Samen met twee gastmuzikanten, toetsenist Kristian Landmark en violist Lars Folkvord, neemt de band vervolgens in deze bezetting het debuutalbum “In Dialogue With The Moon” op, dat in februari 2001 verschijnt.

In april 2003 is Circles End, wederom in gewijzigde samenstelling, in de studio te vinden. Bassist Goran Kristiansen heeft immers plaats moeten maken voor nieuwkomer Patrick Wilder. Bovendien trekt de band niet veel later Audun Halland als vaste toetsenist aan. Ruim een jaar later tekenen de zes bandleden een contract bij het Noorse label Karisma Records, waarna in mei 2004 “Hang On To That Kite” verschijnt.

De muziek op dit tweede album biedt een rijkelijke dosis van minutieus doordachte arrangementen en dito composities in een opmerkelijk toegankelijke verpakking. De muziek varieert van zachte, subtiel op zang gerichte melodieën tot complexe, veelal instrumentale passages met intelligente verwijzingen naar jazz, funk, psychedelica en progressieve rock. De grote verscheidenheid in het instrumentarium stelt het collectief in staat om een even avontuurlijke als gewaagde integratie van deze genres te verwezenlijken.

Daarbij laat het jeugdige zestal zich gelukkig niet verleiden tot de in progressieve rockkringen vaak gebruikelijke, doch door mij vaak zeer verafschuwde muzikale krachtpatserij waarbij de nummers meer dan eens degraderen tot een vehikel om de mate van virtuositeit van de muzikanten ten toon te spreiden. In plaats daarvan wordt de luisteraar getuige van een welhaast vanzelfsprekende, bijkans volwassen manier van componeren, waarbij de samenstelling en melodie van de nummers duidelijk op een eerste plaats komen. Het vakmanschap van deze muzikanten ligt verscholen in het heuglijke gegeven dat het gezelschap op een buitengewoon toegankelijke manier in staat is om allerlei complexe arrangementen ten gehore te brengen.

Hierbij richt de band haar aandacht voornamelijk op ritme, melodie en krachtige cadans. Toch staat “Hang On To That Kite” bol met allerlei vreemdsoortige kronkelingen en onverwachte wendingen. In samenspel met het aanhoudende jazzy gevoel en af en toe zeer funky cadans onthult de muziek een zeer interessante en opwindende benadering van veelal klassieke rockideeën. Zonder overigens gedateerd te klinken verraadt deze benadering mede door het gebruik van enkele instrumenten uit vervlogen tijden een duidelijke hang naar de jaren zeventig.

Vooral het onvolprezen geluid van de elektrische piano, een Rhodes voor de geïnteresseerden, is hier debet aan. Toetsenist Audun Halland weet af en toe geluiden uit dit legendarische instrument te toveren die mij meer dan eens doen denken aan het spel van Ray Manzarek, Herbie Hancock of Jan Hammer. Bovendien maakt zijn manier van spelen de nummers vaak extra levendig of zelfs swingend.

De schoonheid van “Hang On To That Kite” ligt verscholen in de ongebreidelde creativiteit op het hele album, waarbij Circles End de muziek van de gekende helden uit het verleden eerder als basis dan als doel gebruikt. Daarbij dient vooral de muziek van bands als Focus, The Doors, King Crimson en Pink Floyd als belangrijkste fundament voor de negen eigen bouwwerken op het album.

Dat het Noorse sextet niet alleen naar deze klassieke bands luistert, blijkt uit het gegeven dat ik tevens referenties hoor naar meer recente groepen zoals Anekdoten of Landberk. Vooral de manier waarop de groep schijnbaar moeiteloos navigeert tussen allerlei prachtige en intrigerende ritmepatronen en smaakvolle melodielijnen doet mij meer dan eens denken aan het helaas veel te vroeg ter ziele gegane Landberk. Evenals dit collectief is Circles End bovendien prima in staat deze bestandsdelen in een buitengewoon progressief, doch luistervriendelijk jasje te steken.

De geraffineerde en intelligente werkwijze van Circles End op “Hang On To That Kite” heeft mij buitengewoon aangenaam verrast. Omdat de band prefereert zijn composities op een fijnzinnige manier naar voren te brengen, vraagt het album evenwel ietwat meer tijd en inspanning van de luisteraar om de inhoud op de juiste waarde te kunnen schatten. Mede door een gedetailleerde, goed gebalanceerde productie worden de negen juweeltjes op deze plaat bij elke luisterbeurt beter. Dit glimmende schijfje blijkt zowaar een heuse Noorse groeidiamant!

Frans Schmidt

Send this to a friend