Ingewikkelde ritmiek is het muzikale evenbeeld van puzzelstukjes die in elkaar vallen. Als de muzikanten slagen, creëert dit een ratelende sensatie die welhaast wiskundig een verassende structuur teweeg brengt. Dit vergt echter wel een goed gevoel voor timing en terughoudendheid. Dat dit erg lastig is, ondervinden we op dit album.
Circles maakt muziek die het midden houdt tussen djent en mathrock. Het doet denken aan The Dilinger Escape Plan, Fear Factory en ergens ook wel aan Tool. De band biedt de luisteraar heftige, snelle ritmes die worden afgewisseld met pakkende refreinen en bedrukkende rustpunten. Dat kan erg goed werken! Zo’n technisch gerichte stijl vereist niettemin sterke composities die het gevoel achter de techniek vandaan toveren. De band weet dit niet consequent voor elkaar te krijgen.
Zo is Winter een beuknummer dat overduidelijk het adrenalinepeil moet doen stijgen. Het aangename refrein geeft het nummer een zekere overtuigingskracht. De plotselinge overgang van het middenstuk naar het tweede refrein is daarentegen een behoorlijke smet, aangezien het de flow uit het nummer haalt. Dat probleem doet zich vaker voor. Zo moet op Breaker een prettige, fluwelen passage plotsklaps plaatsmaken voor agressief gebeuk. Dat kan op papier aangenaam hectisch zijn, maar hier voelt het abrupt en slordig. Blueprints for a Great Escape bewijst bovendien dat een enerverende compositie meer vergt dan een verzameling drukke ritmes. Het is niet meer prettig hoekig, maar gewoonweg haaks. Ergerlijk pretentieus! De melodieën zitten elkaar in de weg en het resultaat is onprettig.
Dit soort momenten zijn pijnlijk, aangezien het bandgeluid juist meermaals goed uitpakt. The Messenger begint rustig, maar de aparte ritmes die gaandeweg worden geïntroduceerd, zorgen voor spanning. Het middenstuk is een prachtig hoogtepunt! De band creëert hier namelijk een mooie filmische sfeer die bijwijlen kippenvel opwekt. Het nummer is bovenal een mooie showcase voor de uitstekende zang van Ben Rechter. Tether begint tevens overtuigend met een trage opbouw ondersteund door dreigende drums, waarna het invallen van de basgitaar anticipatie wekt voor een storm. Laagje voor laagje wordt de druk verder opgevoerd. De ruwe gitaarsolo rond drieënhalve minuut is bovendien een aangename verrassing. Deze twee nummers hebben overeenkomstig dat de spanning gelijkmatig wordt opgevoerd, hetgeen aangenamer is dan de overweldigende drukte van bepaalde composities. Als de band zich meer op dit soort muziek zou richten, zie ik ze nog wel eens een topplaat afleveren.
Circles is kortom een band met potentie. Ze hebben in ieder geval een aangename stijl. De interessante ritmiek verdient echter beter uitgewerkte composities en tevens moeten de heren waken dat ze de pretenties niet de overhand laten voeren ‘The Last One’ is namelijk best een aardig album, maar het is niet goed genoeg om een blijvende indruk achter te laten.