Ik ben toch zeker niet gek!
Of toch wel? Hoe gek kun je worden? Wat gebeurt er met iemand in het proces van ‘gek worden’? En welke prijs moet je daarvoor betalen? Daar draait het allemaal om op “Isolate”, het tweede album van het Noorse Circus Maximus. Het verhaal dat de heren voor deze krankzinnige plaat in elkaar geknutseld hebben laat veel ruimte voor persoonlijke interpretatie, tenminste dat is de bedoeling. Vandaar ook dat Circus Maximus hun uitleg van het concept vooralsnog binnenskamers houden. Het is eerst aan de luisteraar om de teksten te bevatten, en pas op een later tijdstip zal de band zijn eigen visie op het verhaal geven. Hoe spannend. Om gek van te worden!
In vergelijking met de line-up die in 2005 de progmetalwereld verbaasde met het opvallende debuut “The 1st Chapter“, laat het huidige Circus Maximus een nieuw gezicht zien. Toenmalig toetsenist Espen Storo¸ heeft in 2006, op eigen verzoek, het veld geruimd voor Lasse Finbråten. En die verandering lijkt de groep zeker niet verzwakt te hebben. Verder heeft de band in de tussenliggende twee jaar – enkele Scandinavische concerten en overtuigende optredens op het prestigieuze ProgPower Festival in de VS daargelaten – vooral in de luwte geopereerd, en zich in alle rust toegelegd op het vervaardigen van een waardig opvolger van “The 1st Chapter”. En daar is Circus Maximus met vlag en wimpel in geslaagd.
Op “Isolate” is de aantrekkelijke melodieuze progmetal van Circus Maximus verder uitgewerkt en tot in de puntjes geperfectioneerd. Nog altijd zijn de AOR-achtige refreintjes bijzonder aanstekelijk en bieden de compacte nummers, ondanks de vele tempo- en maatwisselingen, voldoende houvast en toegankelijkheid, ook voor die mensen die normaliter niet zo verzot zijn op de ‘moeilijkdoenerij’ van de gemiddelde progmetalband.
Een dichtvallende deur – wellicht van de isolatiecel – markeert de start van opener A Darkened Mind, een vlotte uptempo song die gelijk de sterke punten van Circus Maximus in volle omvang blootlegt. Dit nummer swingt, is levendig en biedt alle ruimte aan het duivelse drumwerk van Truls Haugen, de waanzinnig weids klinkende stem van Michael Eriksen en het gierende gitaarwerk van Mats Haugen. In Abyss draait het om de details op de achtergrond, die hun werk optimaal kunnen doen dankzij de sublieme mix en mastering van geluidsgrootheid Tommy ‘Jailhouse Studios’ Hansen. Knap staaltje vakwerk. De bizarre toetsenkunstjes die nieuwkomer Lasse Finbråten in dit nummer ten beste geeft zijn overigens ook niet te versmaden. Ook in het pompende Wither pakt genoemde Finbråten lekker uit. Net als gitarist Haugen, die voor de nodige stuwing zorgt. En wat een aanstekelijk refreintje toch weer. Heerlijk. De titel van de navolgende song Sane No More dekt volledig de lading. Hou de dwangbuis maar paraat! Dit knotsgekke instrumentaaltje is doorspekt met waanzinnige wendingen, idiote interactie, geestverruimend (of vernauwend) gitaargeweld, dolgedraaid drumwerk en krankzinnige keyboardpartijen. Iets lichtvoetiger is Arrival Of Love, dat bij vlagen sterk doet denken aan het nummer “God Blessed Video” van Alkatrazz (met Steve Vai op gitaar). Daarna luiden pianoklanken het rustgevende begin van Zero in. Deze prachtig gezongen song refereert aanvankelijk, zeker qua sfeer, behoorlijk aan “Silent Lucidity” van Queensryche, maar tegen het einde, wanneer drums en massale koorzang hun opwachting maken, wordt hier vrij hardhandig in ingegrepen.
Dan is het met Mouth Of Madness de beurt aan de langste compositie van het stel. Hier trekt Circus Maximus alle registers open. Na een kalm gitaarbegin, ondersteund door wat weeïge toetsen, zwelt de boel flink aan en zorgen de invallende zware gitaren, samen met de drums, al snel voor een meeslepend spektakel, waarin de toetsen de te volgen melodielijn aangeven. Het sfeertje is lekker onheilspellend, de bombast ligt op de loer en robuuste tromgeroffel en groteske koorzang geven je even het idee dat je op een album van Beyond Twilight verzeild bent geraakt. Waterig klinkende toetsen en bijna engelachtige zang laten je even, heel even, op adem komen, maar na een gevoelige gitaarsolo gaat het nummer weer terug naar de meeslepende melodielijn van voorheen. Drummer Truls Haugen mag vervolgens nog even compleet uit zijn dak gaan, voordat de klanken van een schattig speeldoosje deze song heel stemmig tot een sereen einde brengt. Misschien had hier het album wel moeten eindigen, want de laatste twee nummers, zeker het luchtige From Childhood’s Hour, zijn minder aansprekend. Het afsluitende Ultimate Sacrifice heeft eigenlijk alles wat je van een compositie van Circus Maximus mag verwachten, maar toch ontbreekt er iets. Lastig te zeggen wat dan, feit is dat deze song op de een of andere manier, ondanks de ziedende toetsensolo, brute gitaarsolo en aardige breaks, moeilijk weet te boeien. Spijtig, maar waar.
Laat dit kleine ‘smetje’ je echter niet weerhouden van de aanschaf van deze tweede galavoorstelling van Circus Maximus, want dat zou zonde zijn. Het sprankelende, te gekke “Isolate” is een reisje naar de dichtstbijzijnde MediaMarkt (of iedere andere cd-winkel) namelijk meer dan waard. Je bent toch zeker niet gek!
Joost Boley