De eerste helft van de jaren zeventig heeft een reeks aan klassieke en interessante platen opgeleverd, behorende tot de Duitse progressieve rock, ook wel, met name in Engeland en Amerika, ‘Krautrock’ genoemd. Groepen als Agitation Free, Faust, Kraftwerk en Tangerine Dream en later Neu! en Harmonia hebben platen op hun naam staan die van grote invloed zijn geweest op diverse wereldwijde acts en artiesten. Cluster behoort ook tot dit rijtje: Dieter Mobius en Hans-Joachim Roedelius hebben eerst onder de naam Kluster met Conrad Schnitzler twee platen opgenomen, totdat in 1971 de naam is veranderd en de muzikale koers gewijzigd. Zonder Schnitzler, maar met technicus Konrad (Conny) Plank zijn in de daaropvolgende jaren albums gemaakt die een belangrijke elektronische kweekvijver laten horen. “Cluster II” is daarvan een prima voorbeeld.
Verwacht op dit album geen melodieën die blijven hangen, maar geluiden die door middel van piano, orgel, synthesizers en effectapparatuur zorgvuldig worden gecombineerd. Daarbij zet Plank de Star Studio in Hamburg ook in als ‘instrument’ en dat werkt sfeerverhogend in zes stukken op deze baanbrekende plaat voor de elektronische muziek. Dromerig en doordringend zet Plas gelijk de toon die een stuk toegankelijker is dan de elektronische ‘punk’ van de eerste Cluster-plaat. Tenminste, als de luisteraar zich openstelt voor deze klankenreis.
Een stuk als Im Suden zal voor liefhebbers van de Berlijn-periode van David Bowie als muziek in de oren klinken. Diens producer Brian Eno heeft meerdere malen verklaard de muziek van “Cluster II” als grote inspiratie te beschouwen. Toch bevatten Fur Die Katz en Georgel geluiden die ook doen denken aan het in dezelfde tijd opgenomen “Zeit” van Tangerine Dream. Een soort prehistorische Ambient, maar dan in zeer experimentele staat. In het in Hamburg live opgenomen Live In Der Fabrik klinkt Cluster ongeveer als de oude Kraftwerk, maar dan zonder drums en diens voorloper Organisation. Een kosmische trip van een kwartier.
De hamerende piano en bewerkte stemgeluiden in Nabitte gaan al voorzichtig in de richting van opvolger “Zuckerzeit” (1974). Bij het uitkomen van dat album hebben Moebius en Roedelius inmiddels ook gitarist Michael Rother ontmoet, die de melodie in de muziek van Cluster introduceert. Met het fraaie “Sowiesoso” (1976) en natuurlijk de twee albums met Eno (“Cluster & Eno” (1977) en “After The Heat” (1978)) verdienen zij snel ook buiten Duitsland hun sporen. Cluster zal in de daaropvolgende jaren van grote invloed zijn op diverse acts op het Engelse Warp-label, maar ook op de onheilspellende kant van Radiohead (“Kid A”-periode). “Cluster II” is daarvan de blauwdruk en met geluidsinnovator Plank als de grote drijvende kracht achter de heren Moebius en Roedelius. Een plaat die voor de een als laboratorium-muziek overkomt, maar voor de ander een blijvende ontdekkingsreis biedt door het elektronische klankenveld.