De meeste muzikanten hebben naast hun reguliere band een zijproject of iets dergelijks nodig om zich nog breder te kunnen uiten, zo ook de Poor Genetic Material-leden Philipp Jaehne (toetsen) en Pia Darmstaedter (dwarsfluit).
Dat Jaehne behalve de neo-prog ook de ambient een warm hart toedraagt is enigszins bekend. Je zou dat kunnen weten van het in 2016 verschenen PGM-album “Absence” dat maar liefst dertig minuten in deze stijl verkeert. Minder bekend is dat Jaehne samen met Darmstaedter al jaren ambiente muziek maakt onder de naam Coarbegh. Of ze met hun vierde album, “Watercolours” genaamd, hierin verandering gaan brengen valt te bezien.
Het album bevat acht nummers die in totaal 47 minuten duren. De ideeën voor de nummers zijn tijdens optredens al improviserend ontstaan en later gedurende de lock down verder uitgewerkt en definitief opgenomen. Het resultaat mag er best zijn. Op smaakvolle wijze is er steeds maar weer het samengaan van toetseninstrumenten, elektronica en dwarsfluit waarbij opgemerkt dient te worden dat Jaehne het driewerf harmonie, melodie en ritmiek geen moment uit het oog verliest.
Luisterend naar het album merk je gelijkenissen met de muziek van Jan-Michel Jarre, Tangerine Dream, Kitaro, Vangelis en vooral Gandalf. Bij die laatste staat vaak de schoonheid van de aarde centraal, terwijl Coarbegh met “Watercolours” een soundtrack lijkt te hebben gemaakt voor een documentaire over het leven onder water.
Met name de eerste track, het tot de verbeelding sprekende titelnummer, klinkt als een koraal dat meedeint op het ritme van de zee. Het nummer is trouwens een verbastering van een track die in 2005 op het PGM-album “Springtides” is gezet. De opener zoals die hier te horen is heeft een gedragen karakter met veel langgerekte strings en met dwarsfluit gevulde luchtbellen. Het is één van de meest aansprekende nummers en dat kan ook gezegd worden van The Long Sleep By The Sea waar de synthbassen vrij spel hebben. Coarbegh maakt veelvuldig gebruik van intrigerende sferen zo ook in The Long Sleep By The Sea. In Starriver zijn het de slurpende geluiden en in Through Hopeful Eyes is het de voice van Darmstaedter die voor een eigenzinnig randje zorgt. Hoewel Jaehne constant met prima toetsenspel komt waarbij de synthesizer domineert, laat hij Area 1 door pianoklanken dragen. Het geeft een frisse tint aan het geheel. Als je het afsluitende Absence Pt 3 hoort, kan je niet anders dan concluderen dan dat Jaehne en Darmstaedter qua smaak bovengemiddelde muzikanten zijn en dit album beslist niet in het water hebben doen laten vallen.
Als je van ambient houdt is dit album zeker het beluisteren waard. Geef het een kans.