De nieuwe formatie Combination Head maakt instrumentale progressieve rock, in de stijl van Camel en ELP. Ik noem die laatste groep omdat toetsenist Paul Birchall, de grote man zo te horen, nogal wat uit de Emerson tap gehaald heeft, zonder nou direct afgedaan te mogen worden als kloon. En dat gezegd hebbende weet de kenner natuurlijk dat ik er niet omheen kan (en wil) om het Hammond orgel te noemen. Die wordt dan ook flink aangesproken. De vergelijking met ELP is sowieso te maken omdat Combination Head ook bestaat uit een trio. Om het allemaal door te trekken naar de muziek van deze mannen, neem ik Clover RD D E F als voorbeeld. Daarin hoor je vooral in het beginstuk de ELP invloeden doorklinken. Virtuoos toetsenwerk gaat hand in hand met een vette gitaarsound die je herinnert aan Pink Floyd. Maar er doemt ook een naam als Camel op omdat de songstructuren regelmatig aan die van Andy Latimer en de zijnen doen denken. Een vergelijking met het gitaarwerk valt dan wel in het water, want ondanks dat Keith Ashcroft een mooi melodieus geluid produceert, heeft hij niet het ‘leiderschap’ en de agressie van de gitarist van de tweebultige. Toch zou je voor wat betreft de toetsensolo in het laid back For What? zweren dat je naar Camel zit te luisteren.
Birchall maakte al furore als (uiteraard) toetsenist, producer en studiomuzikant (M-People, Jim Diamond), maar liet zijn licht schijnen ver buiten de grenzen van de progressieve muziek. Paul Burgess kennen we nog wel als drummer van Camel’s juweeltje “Stationary Traveller” (en 10 CC). Keith Ashcroft, de gitarist is ook geen onbekende ster aan het firmament. Ook hij begeeft zich in de contreien van de studiomuzikanten, zoekt als hij het zelf voor het kiezen heeft steeds weer de jazzhoek op en kan uitstekend uit de voeten met de verschillende moods die een vereiste zijn binnen een fusionband. Je hoort ook dat de mannen elkaar al wat langer kennen, want hun samenspel is hecht en strak.
Als je instrumentale muziek maakt, moet er best wat in de songs gebeuren om de aandacht van de luisteraar vast te houden. En daar slaagt Combination Head goed in. Niet dat de muziek zich uit in complexe songstructuren of al te zware (bombastische) uitbarstingen, daar is Combination Head de band niet naar. Soms had er wel best wat meer pit in gemogen, omdat het de neiging heeft teveel één kant op te kabbelen. Dat is niet het geval in het titelstuk dat één brok energie is. Het laat de oude Hammond janken die nu en dan afgewisseld wordt door een moderne sequencerpartij. En dat is nou het mooie: traditioneel wordt zo aan een nieuwe generatie verbonden. De gitaar explodeert en je weet, dit is muziek met passie. In The Bonk slaat de jazzrock hitte om je heen. Subtiel baswerk en dito gitaarspel opgejut door een gedreven drummende Burgess. Als je denkt dat het te repetitief is, wordt er net op tijd een solootje van het één of ander gespeeld. Dit is dus zeker geen soloactie van Birchall, maar alle groepsleden laten van zich spreken.
Eigenlijk staat er niet echt een slecht nummer op dit album, alleen Devonshire Crescent kan me niet bekoren. Het kent te weinig kleur en afwisseling. Blue Waters bevat veel piano dat weer eens een ander geluid laat horen van Combination Head en bewijst hoe effectief een simpele song kan zijn, zonder begeleiding van enig ander instrument. Birchall weet hoe hij een song op moet bouwen en kent de manier om een zekere spanning te bewerkstelligen. De openingstrack Clover Rd A B C zou ik bijna vergeten, maar is het absoluut waard om even te noemen. Pianoklanken die heel langzaam ingepakt worden door de volle sound van de Hammond. Spectaculair! Een sfeervol begin van een gelukte plaat.
Zin in een retroprogtrip? Houd je van instrumentale muziek? Snuif hier dan maar eens aan. En laat de muziek het woord dan maar doen. Met deze combinatie in je hoofd word je op een plezierige manier beziggehouden en wedden dat deze debuutschijf menig rondje zal maken in je speler? Ben benieuwd wat de toekomst brengt voor deze band met potentie!
Ton Veldhuis