“Madame Zelle”, het vierde album van de Siciliaanse symfoband Conqueror, is net als z’n voorganger “74 Giorni” gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Centraal op het album staat het turbulente leven van Margareta Geertruida Zelle. Het hoesje maakt al gauw duidelijk dat het hier om Mata Hari gaat. Deze in Leeuwarden geboren dame werd wereldberoemd met haar exotische dansen, maar vooral vanwege haar vermeende spionageactiviteiten tijdens de eerste wereldoorlog die haar hoogstwaarschijnlijk onschuldig voor een Frans vuurpeloton hebben gebracht. Er valt een hoop te vinden over haar bijzondere leven en er valt evenveel te genieten van dit album. Het is erg prettig dat Simone Rigano je toe zingt zoals Mata Hari was; charmant, elegant en onweerstaanbaar. Rigano heeft een stem die daarnaast ook vooral lieflijk is. In de laatste blokken tekst is ze prachtig bezig als ze zingt dat Mata Hari met opgeheven hoofd haar executie tegemoet gaat. Rigano loodst je feilloos door het album heen.
Het leven van Mata Hari speelde zich tijdens haar glansrijke carrière in het begin van de vorige eeuw hoofdzakelijk af in chique Franse salons en op de slaapkamers van vele hoge pieten. Haar leven is dan ook vaak verfilmd en vreemd genoeg werden deze rolprenten geen groot kassucces.
Echter In de wereld van de prog zal deze cd hoge ogen kunnen gooien.
Behalve voor de zang is Simone Rigano ook verantwoordelijk voor de toetsenpartijen. Waren deze op eerdere albums nog niet zo opmerkelijk; op “Madame Zelle” zijn ze dat wel. Orgel en piano domineren de negen nummers, maar er is ook mooi synthwerk en er zijn flitsende solo’s op de Moog. Rigano heeft een sprankelend geheel neergelegd dat dankzij z’n melodieuze karakter erg toegankelijk overkomt. Tevens heeft haar zus Sabrina hier met fluit en sax het nodige lichtvoetige in aangebracht. Vooral de fluit is flink aanwezig met lange uitgestrekte tonen. De luchtigheid komt je tegemoet zodra je het doosje opendoet. Eigenlijk valt er geen speld tussen te krijgen wat de Rigano-sisters allemaal doen. Het verdient dan ook respect hoe de nieuwe gitarist Mario Pollino z’n plekje heeft ingevuld. Zijn sporadische solo`s heeft hij ontdaan van virtuositeit, wel zijn deze mooi en gevoelig. Zijn spel is grotendeels dienend van aard en dat geldt ook voor de ritmesectie. De nieuwe bassist Gianluca Villa en oerlid Natale Russo op drums hebben geen accentje teveel gespeeld. Het is trouwens knap hoe de band keer op keer muzikanten weet te vinden die zich met verve de rol van brave Hendrik aanmeten. Conqueror weet steeds meer een eigen geluid te creëren. Op “Madame Zelle” klinken de vele sfeerwisselingen relaxter dan ooit. Alles loopt gesmeerd en dat komt zeer overtuigend over.
Wat dat betreft is de vijftien minuten durende openingstrack Margaretha direct al een staalkaartje. Al die afwisseling binnen het nummer is natuurlijk prachtig, maar over het gehele album gaan de nummers wel wat op elkaar lijken en onderscheiden ze zich niet zo van het totaal. Het instrumentale, met sitar ingekleurde Indonesia en H-21 waar Canterbury en psychedelica op het pallet komen, hebben nog het meest een eigen identiteit. De meeste nummers zijn erg goed, maar het moet gezegd worden dat ze tamelijk inwisselbare thema’s bevatten die zo in elkaars compositie hadden gekund. Eigenlijk is deze éénvormigheid een stijlkenmerk van de band geworden.
Toch verdient een nummer als Eleganza Perfetta het om apart genoemd te worden. De arrangementen zijn namelijk een enorme pan spaghetti, maar de slierten zijn zo lekker al dente dat je door wilt blijven bunkeren. De muziek is onverzadigbaar. Grappig is dat de zang in Doppio Gioco tweestemmig is aangezien de tekst gaat over Mata Hari’s vermeende rol als dubbelspion. Wel is het jammer dat het zo poppy klinkt en dat de powerakkoorden verderop nogal amateuristisch zijn, want dit album verdient geen zwakke broeder. Het geheel blijft hoe dan ook recht overeind.
Tot slot dienen liefhebbers van toetsengerichte prog, fluit, en vrouwelijke zang gewaarschuwd te worden. Met hun moderne Italo doet Conqueror een aanslag op je gevoel.
De band verdient een groot compliment want met “Madame Zelle” hebben ze Mata Hari weer een beetje tot leven weten te brengen.
Dick van der Heijde