Conspiracy is het vervolg op The Chris Squire Experiment, waarin Billy Sherwood (Yes, World Trade) Chris Squire (Yes) bijstond. Sherwood is een bijzonder veelzijdig mannetje. In World Trade was hij leadzanger en speelde hij bas, bij Yes was hij in eerste instantie voornamelijk toetsenist (en later tijdens concerten tweede gitarist) en in Conspiracy speelt hij gitaar. Daarnaast is hij ook nog de geluidstechnicus van dit project en producer van een heleboel andere. Meer dan The Chris Squire Experiment is Conspiracy echt een samenwerkingsverband.”The Unknown” klinkt niet als een bassistenplaat, wat nogal voor de hand had gelegen, maar ook niet als een plaat van deze tijd. Als ik niet had geweten dat deze plaat van juli 2003 is, had ik gegokt dat de muziek uit de jaren ’80 stamt. Het geluid is vergelijkbaar met dat van “90125”, heel druk en vol, maar niet echt vet, eerder een beetje dunnetjes en door de grote likken galm nogal afstandelijk. Als ik, naast Yes natuurlijk, één referentie mocht noemen, dan zou ik zeggen: It Bites; net zo volgepletterd met partijtjes, sequencers, stemmetjes en friemeltjes, net zoveel -bijzonder knappe- samenzang als die band.
De plaat opent met een reeks aanstekelijke, creatieve nummers: Conspiracy, Confess en New World zijn een plezier om naar te luisteren; zeer toegankelijk, lekker herkenbaar en pittig gespeeld. Na die drie nummers begint mijn aandacht te verslappen. Dat komt omdat het allemaal wel erg op elkaar lijkt en omdat het zo vol zit. De muziek krijgt geen lucht, de luisteraar geen ruimte. Daarbij raakt de zang me totaal niet. Er wordt best goed gezongen, maar ook nogal vlak (dat moet wel als je al die koortjes en samenzangen zuiver wil houden) en de lappen tekst worden een beetje opgelezen, opgedreund zelfs. Tot overmaat van ramp zijn niet alle nummers even sterk. Het langste nummer, The Unknown, bijvoorbeeld, is bij vlagen een saai, slepend walsje waarin weinig spectaculairs gebeurt.
Wat mij al snel ging irriteren is dat de heren de neiging hebben nogal te herhalen. Het laatste refrein van de meeste nummers wordt eindeloos uitgemolken en ook andere passages komen wel vaak langs. Ik schat dat er minstens zeven minuten uit dit album geknipt kunnen worden, zonder dat je ze mist. Dat vind ik best veel voor een plaatje van 53 minuten (inclusief bonustrack)!
Nou ja, het is zeker niet helemaal beroerd. Er wordt knap gespeeld en Sherwood ontpopt zich als een creatief gitarist, die vooral met akoestische instrumenten voor de nodige variatie zorgt. Zoals gezegd staan er wel degelijk sterke nummers op de plaat en als je aan het geluid gewend bent, klinkt ‘ie als een klok. Maar wereldschokkend, briljant, meeslepend of spannend, nee, dat wordt het niet.
Erik Groeneweg