In onze race naar prestaties en succes, zetten we soms ons leven op het spel. Vaak met als resultaat isolement, ongeluk en mislukking.
Om deze twee zinnen draait het thema van Cosmograf’s vierde officiële album die de titel “The Man Left In Space” mee kreeg. Letterlijk vertaald: de man die achterbleef in de ruimte… Al kijkend naar de albumtitel en de achternaam van de man achter Cosmograf, schoten gelijk twee namen in mijn gedachte: Neil Armstrong en David Bowie. Twee namen die – om uiteenlopende redenen – onlosmakelijk verbonden zijn met de ruimte. Het zijn wel dezelfde namen die Robin Armstrong in gedachte had bij de totstandkoming van zijn nieuwe album. Wat relatief snel volgt na “When Age Has Done It’s Duty” uit het najaar van 2011.
Armstrong maakt op deze cd gebruik van bijna dezelfde gastmuzikanten als op “When Age Has Done It’s Duty”. Dat zijn naam en faam rijzende is, mag wel blijken uit twee klinkende nieuwe namen: Nick D’Virgilio die via collega en vriend Greg Spawton (Big Big Train, waar D’Virgilio ook drumt) kwam aanwaaien en die op zijn beurt Dave Meros (Spock’s Beard) warm maakte om op een nummer de dikke snaren te beroeren. Verder levert ook gitarist Matt Stevens nog een bijdrage. Maar de regie is volledig in handen gebleven van Armstrong, die naast alle instrumenten de zang voor rekening neemt. Zo, dit administratieve deel is afgerond. Tijd voor het album zelf.
In tegenstelling tot “When Age Has Done It’s Duty”, kent deze schijf een schijnbaar aarzelend begin. Toch zijn de twee minuten die How Did I Get Here? duurt van essentieel belang voor het metaforische verhaal dat Armstrong wil vertellen. Over het hele album verspreid wordt het verhaal immers letterlijk door verschillende stemmen verteld. We horen zelfs president Richard Nixon de maanreizigers Neil Armstrong en Buzz Aldrin toespreken. Daarnaast versterken spacy geluiden, vrouwelijke computerstemmen en bliepjes de beeldvorming. Na een aantal luisterbeurten (bij voorkeur via de hoofdtelefoon) verplaatste ik mijzelf onbewust in astronaut Sam, die moederziel alleen in de ruimte ronddoolde. Letterlijk vertaald horen we hem zeggen: “hoe ben ik hier terecht gekomen, wie heeft dit plan bedacht, als ik een winnaar durf te zijn, word ik dan een beter mens?” De intro vloeit naadloos over in Aspire, Achieve met een goed zingende Armstrong. Uit het niets klinken plots ruige gitaarakkoorden en verandert de vriendelijke sfeer in een stuk bruut metal geweld. Een patroon dat zich nog enkele keren herhaalt, waarna een sublieme gitaarsolo van Armstrong het nummer tot space-achtige proporties doet stijgen.
The Good Earth Behind Me is qua sfeer weer van een andere orde. Onderdeel van dit nagenoeg instrumentale nummer is de door Tom O’Bedlam gesproken tekst uit het door John Gillespie Magee geschreven gedicht ‘High Flight’. Armstrong laat hier met Clive Nolan-achtig spel horen ook op toetsen zijn weg goed te kunnen vinden. Deze afwisselingen in sfeer en tempo maken het lastig het album te doorgronden. Het vergt diverse luisterbeurten om tot de kern ervan door te dringen. Met het rustige The Vacuum That I Fly Through volgt nog een instrumentaal nummer. Let vooral op het fraaie gitaarwerk van Matt Stevens en het soepele en open drumwerk van Nick D’Virgilio.
Een van de hoogtepunten vind ik het titelnummer The Man Left In Space. Verre van vernieuwend, maar des te beter gespeelde muziek in de beste Pink Floyd tradities. De eerste minuten hadden zelfs zo van een RPWL-album geplukt kunnen zijn. Op het afsluitende When The Air Runs Out wordt de draad van het verhaal weer opgepakt en afgesloten. Letterlijk afgesloten voor astronaut Sam, die we in de laatste levende minuten van zijn ruimtereis horen. Goed gevonden en fraai zijn de huilend klinkende erupties op gitaar die het einde treffend ondersteunen.
Het project Cosmograf blijft verbazen en zichzelf keer op keer overtreffen. Verwacht geen voortzetting van “When Age Has Done It’s Duty”. Zo gemakkelijk maakt Armstrong zich er niet van af. Het geeft aan dat hij niet op zeker speelt en zich wil blijven ontwikkelen. Laten we hopen dat het hem lukt om – al dan niet met hulp van Greg Spawton van Big Big Train – een live band te formeren waarmee hij het podium op kan.
Hans Ravensbergen