Van de gemaskerde bende die Crimson Glory heet is een box verschenen met daarin geremasterde versies van hun gehele discografie. In het doosje zitten hun eerste drie studioplaten uit de periode 1986-1991 en het comebackalbum uit 1999 plus een bonus cd. De oplage is beperkt, slechts duizend stuks. Een beetje prog-nono denkt al gauw dat we hier te maken hebben met iets van King Crimson. Ik dacht het niet. Crimson Glory is een Amerikaanse band die vanaf hun oprichting in 1982 een mix van power metal en glamrock maakt waarmee je Robert Fripp voor altijd de hoogste boom in jaagt. Indertijd was Crimson Glory een bijzondere band die muziek maakte met een unieke, haast mystieke uitstraling. Tegenwoordig echter is het nog amper opzienbarend wat de band toen deed. De muziek is duidelijk een kind van zijn tijd en deze box is dan ook alleen maar interessant voor hen die het verleden willen omarmen. Ik kan best begrijpen dat mijn wat zwaardere progwereld collega’s deze box aan zich voorbij hebben laten gaan. Daarom heb ik de muzikale omnivoor maar in me losgelaten.
Het beluisteren van hun muziek valt me minder zwaar dan ik had verwacht. Het titelloze debuut uit 1986 laat een band horen die goed kan spelen, die creatief is en die vooral heel gedreven overkomt. Majestueuze nummers als Valhalla en Azrael geven daar blijk van, evenals het melodieuze Heart Of Steel en het licht progressieve Angels Of War. Toch waren het niet de maskers, de vurige dubbele gitaarpartijen en de beukende drums die de band hun faam brachten; het was de zeer hoge stem van zanger Midnight die iedereen aan het denken zette. Velen vergelijken zijn stem met die van Rob Halford (Judas Priest); voor de gemiddelde progger klinkt hij als Geddy Lee in het kwadraat en dat dan in combinatie met David Surkamp (Pavlov’s Dog). De tergend scherpe zang van de Crimson Glorie-frontman valt op het debuut nauwelijks te omzeilen. Er is nog te weinig afwisseling met zijn borststem. Latere albums laten horen dat hij erg goed kan zingen.
Neem opvolger “Transcedence” uit 1988. Midnight wist precies welke vaardigheden hij moest aanwenden om een sterke eenheid te vormen met de rest van de band. Hij pakte dan ook flink uit en dat kon ook. De groei van Crimson Glory was enorm. Resultaat is wel dat “Transcedence” de heftigste plaat van de mannen is. Mensen met minder zware botten zullen desalniettemin hun hart ophalen aan het melodieuze Lady Of Winter of aan de power ballade Painted Skies. Het is een overtuigend album.
“Strange And Beautiful” uit 1991 is andere koek. Het is de boeken ingegaan vanwege een bezettingswissel waardoor de muziek meer klonk als heavy rock dan als metal. Het album, dat algemeen beschouwd wordt als een verkapte soloplaat van Midnight, kent naast pittige rockers als Promise Land, The Chant en Make You Love Me ook een aantal popsongs en ballades plus dat er geëxperimenteerd werd met etnische ritmes, toetsen, saxofoon en piano. “Strange And Beautiful” is een plaat die een niet onaardige mengeling bevat van Aerosmith en Led Zeppelin, van Gun’s And Roses en Bryan Adams.
Als de band eind jaren ’90 met “Astronomica” een comeback maakt is zanger Midnight niet van de partij. Het zou flink wat hebben gescheeld, toch is zijn afwezigheid niet de reden dat de plaat amper in de schaduw kan staan van de eerdere drie albums. “Astronomica” klinkt kil, bonkerig en vooral zenuwachtig makend. Eigenlijk zijn alleen Touch The Sun en Cydonia de moeite waard.
Verwarrend is dat de bonus-cd ook “Astronomica” heet waardoor het schijfje makkelijk in het verkeerde hoesje terecht kan komen. Maar goed, deze bonus-cd heeft naast een remake en een paar demo’s een aantal live nummers te bieden en dat is voer voor de fans, want nog nooit eerder verscheen er officieel live materiaal van de band. Het geeft deze box net dat beetje extra.
In de nacht van 8 Juli 2009 overleed zanger Midnight en dat maakt het verschijnen van deze box wel wat dubieus. De fans hebben er in elk geval een mooie nalatenschap aan. De omnivoor in mij zit echter propvol.
Dick van der Heijde