Lion Music is altijd op zoek naar nieuwe talentvolle gitaristen en wederom heeft Lars Eric Mattsson een neo klassieke shredgitarist gevonden. Deze keer in Polen en de goede man heet Boguslaw Balcerak. Balcerak heeft op zestienjarige leeftijd gitaar leren spelen en zijn grootste voorbeeld is duidelijk Yngwie Malmsteen. Dat hoor je aan zijn muziek, de zangers die hij uitkiest en zelfs aan de naam die hij aan zijn band geeft.
In het persbericht die met deze promo wordt meegezonden, dat overigens ook gewoon op de Lion Music website te vinden is, staat vermeld dat hij niet wil worden gezien als een Malmsteenkloon. Echter, het is moeilijk om dat te geloven. Ten eerste heeft Balcerak zijn band de complete naam “Boguslaw Balcerak’s Crylord” meegegeven, in navolging van Malmsteen die zijn eerste album “Yngwie J. Malmsteen’s Rising Force” noemde. Die deed dit overigens in navolging van zijn grootste voorbeeld Ritchie Blackmore. Dan heeft Balcerak een drietal zangers uitgekozen, waarvan er twee gezongen hebben in de band van Yngwie Malmsteen en de derde zou daar ook goed in passen.
En dan natuurlijk de muziek. Het album begint met een instrumentaal intro, vergelijkbaar met Prelude op Malmsteen’s tweede album “Marching Out” en al meteen hoor ik de invloeden van zijn grote idool. Het titelnummer wordt dan gezongen door Carsten ‘Lizard’ Schulz (onder andere bekend van Evidence One en Domain). Schulz is dus de zanger die geen rechtstreekse verbinding heeft met Malmsteen, maar als je niet beter wist zou je zweren dat één van de vroegere Rising Force zangers bezig was. Voor het derde nummer Grave Of Love komt Göran Edman opdraven, die op de albums “Eclipse” en “Fire And Ice” van Yngwie Malmsteen heeft mogen zingen. Het vierde nummer Bard’s Tale wordt dan verzorgd door de derde zanger op dit album, Mark Boals. Boals heeft op vier albums van Yngwie Malmsteen meegezongen tussen 1985 en 2001. En zo wisselen de zangers elkaar op de diverse nummer af, met uitzondering van The Heretic wat een instrumentaal nummer is en het laastste nummer The Healing Hands Of Destruction waar ze alle drie acte de présence geven.
De hoofdrol op dit album is natuurlijk weggelegd voor Boguslaw Balcerak en het is dus een gitaar geörienteerd album. En hij doet het heel goed. Prachtige lange aangehouden solo’s, uitgebreide riffs en huilende gitaars. Balcerak combineert moeiteloos de heavy metalgitaar met klassieke invloeden. In het dertiende ongetitelde nummer hoor je deze klassieke invloeden nog het meest. Het album is op een professionele manier gemastered bij King Diamonds gitarist Andy LoRocque, waardoor het een stevige sound heeft meegekregen.
“Blood Of The Prophets”, een album waar Balcerak drie jaar aangewerkt heeft, is zeker een mooi werkje geworden en aanbevelingswaardig voor iedere neo-klassieke gitaarliefhebber. Maar mijn inziens is Boguslaw Balcerak de kloon status nog niet ontstegen. Ik zet lekker nog een album van Yngwie Malmsteen op…
Mario van Os