De 27 nummers van deze in eigen beheer uitgebrachte dubbel-cd vormen samen een rockopera die gebaseerd is op een zelfverzonnen sprookje. Het moet niet gekker worden. Het verhaal gaat over een jongen genaamd Tim die op een dag een ticket naar een sprookjesland vindt. Op het ticket staan vijf stappen die hem vertellen hoe hij in dit sprookjesland kan komen. Tim besluit de stappen te volgen en ontmoet op zijn tocht verschillende bijzondere figuren waaronder het meisje Ophelia op wie hij al lange tijd verliefd is. Uiteindelijk komen de twee aan in de magische stad Borkulo. De rollen van Tim en Ophelia worden vertolkt door gitarist Chris Henny en zangeres Saskia Bultman. Met deze rockopera wil de Nederlandse groep Cue zich definitief als een theatrale progband profileren. De kans van slagen zal vrees ik blijven steken in een hoop goede bedoelingen. Het gehele werkstuk duurt maar liefst twee uur en dat is eigenlijk een veel te lange zit tegenover de boxen. Na één cd’tje heb je het wel gehoord. Het grote manco van “Five Steps To Happiness” is dat dit sprookje niet echt sprookjesachtig klinkt.
“Five Steps To Happiness” had een beter lot verdiend. Een producer zou het album vast en zeker op een hoger niveau hebben kunnen brengen. Zo zou hij het geheel drastisch hebben teruggesnoeid door bijvoorbeeld de wat kinderachtige vertelstem te skippen. Ook had hij er voor kunnen zorgen dat er een sterke zanger de rol van Tim had vertolkt, want met alle respect; Henny is vocaal een aardige achtergrondzanger, maar meer niet. De belangrijkste daad die een producer had kunnen verrichten is het omhoog krikken van de magere geluidskwaliteit.
Er zijn toch ook enkele zaken die nogal in het voordeel zijn van Cue. Zo heeft de band met de lieflijke zangstem van Bultman in de frontlinie een zekere charme. Ze klinkt als een jazzy Kate Bush en past daarmee goed bij het songmatige fusiongeluid van de band dat nergens zwaar op de maag ligt. Wat dat betreft is de muziek gebaat bij de vele pianoklanken die Ronald Rote laat horen. Daarmee komt een behoorlijk pluspunt van de band naar voren: de bandleden van Cue zijn allen op een prettige manier kundig. Het valt te prijzen dat dit stel jonge honden hun techniek in dienst heeft gesteld van de nummers en niet in egotripperij. Naast de frivole zang, de eigenzinnige ritmesectie en het doelmatige toetsenspel is vooral de gitaar indrukwekkend.
Individueel is het allemaal best in orde en ook qua band staat Cue z’n mannetje. Daarom is het niet zo goed te begrijpen dat dit z’n weerslag niet heeft op deze rockopera. De band maakt het zichzelf al niet gemakkelijk door de eerste helft van de eerste cd ronduit zwak te beginnen met nummers als Merry In The Cemetry en A Day In The Life Of A Flower Collector. Ook de meeslepende ballade Bedtime Stories is in plaats van mooi en gevoelig, juist aandoenlijk saai. Het gaat pas halverwege de schijf leuk worden met Doubt, Hitching A Ride en de twee delen van Borkulo Blues die een lekker basje en een lekkere gitaar hebben. Wel is het jammer dat de goede muziek hier afgewisseld wordt met sesamstraatachtige vertellingen. In de nummers die volgen weet de band de pas verworven aandacht nauwelijks vast te houden en het duurt dan ook tot op de tweede cd voordat de band zich herpakt met het Zappa-achtige Do You Want To Go To Borkulo. Vanaf dat moment gaat het lopen. De verbeelding in The Gate Opens is zoals je mag verwachten. De melodieuze gitaar ligt er nogal in de lijn van Flamborough Head en dat is een vergelijking die wel vaker gemaakt kan worden. Toch is dit het allemaal net niet.
Het vergt veel van je relativeringsvermogen om “Five Steps To Happiness” op z’n waarde te schatten. Op basis van de aan de dag gelegde muzikaliteit mag je een album verwachten dat scherper is dan dit en dat ook meer klasse heeft. Cue komt hiermee over als een aardige regionale band met een aardig album op zak. Je kan en mag natuurlijk nooit in andermans portemonnee kijken, maar met een paar flappen meer in het budget was dit product aanzienlijk interessanter geweest. Het feit dat deze dubbelaar voor slechts vijf euro bij de band te koop is zegt genoeg.
Dick van der Heijde