Het ‘altijd moeilijke’ tweede album van notoire moeilijkdoeners D’AccorD is in alle mogelijke opzichten een klassiek progalbum. Van de sturm-und-drang hoes (van de grootmeester met de onwaarschijnlijke naam: Maninthemountain) tot en met de lengte van de twee stukken die de plaat telt. Tel daarbij op dat de band zich liet inspireren door Genesis, King Crimson, Pink Floyd en Jethro Tull en de recensie schrijft zichzelf.
Vooral Genesis en Pink Floyd hoor je heel erg terug in deze muziek. Daarmee hebben we gelijk probleem nummer één bij de kladden: deze band lijkt wel heel érg op deze bands. Knap natuurlijk, want best moeilijk, maar origineel is anders. Of dat erg is? Dat is natuurlijk de eeuwenoude en zo goed als onoplosbare discussie die aan de grondbeginselen van prog tornt: Wil je dat een band zo goed mogelijk op de grote helden lijkt, of wil je juist progressie? Als het goed gedaan wordt, is het niet zo erg, vooral als de band er iets aan toevoegt. D’AccorD krijgt de helft voor elkaar: af en toe waan je je de gelukkige luisteraar van outtakes van “Wish You Were Here”.
Op de momenten dat de band niet op die illustere voorbeelden lijkt, zakt de boel een beetje in elkaar. De melodieën zijn een beetje zeurderig en/of kinderachtig en dan kun je tien Mellotron’s op de achtergrond hebben, beter wordt het dan niet.
Daarbij wreekt zich ook probleem nummer twee: de heren kunnen niet zingen. Ook dat is natuurlijk een oude discussie binnen de prog: bereik met je stemmetje maar eens dezelfde excellentie als die briljante gitarist of die virtuoze toetsenman. Daniel Mage en zijn mannen doen zelfs hun best niet. Op de piek van zijn kunnen klinkt Mage als een soort Peter Hammill op een slechte dag, op andere momenten komt hij niet verder dan een ongeïnspireerde imitatie van een dronken zeeman, die een liedje van Uriah Heep staat te zingen – en dan op de melodie van een liedje van Iron Maiden met één voet in een zinken emmer en een brandende papagaai op zijn schouder. Lezer, het is niet bijzonder goed.
En dat is allemaal nog jammer ook, want bij vlagen is “Helike” een verdraaid aardige plaat. De band is namelijk voor geen kleintje vervaard, er wordt erg sterk gespeeld. Het klinkt reuze retro, een feest van herkenning. Ook niet onbelangrijk: de plaat heeft een overzichtelijke lengte. Maar is het een compliment als het beste dat je kunt inbrengen is dat de plaat niet zo lang duurt?
Ik denk niet, dat er een betere Pink Floyd coverband zou bestaan, als D’AccorD zich daar op zou toeleggen. Ze hebben gevoel voor wat die band zo groot maakte, de ingehouden drums, de prachtige gitaren en de gedragen sfeer. Laat ik het zo afronden: D’Accord is sterk als Pink Floyd en (heel) zwak als D’AccorD. Geen compliment hè?
Erik Groeneweg