Dit excentrieke gezelschap van zeven muzikanten ontmoet elkaar in 2004 en een gezamenlijke interesse in theater en drama doet de band besluiten muziek en theater binnen dit album te combineren. Aan het roer staan twee vrouwelijke vocalisten die vergezeld worden door vijf muzikanten, waarvan de gitarist zo nu en dan ook meezingt. De sfeer die deze Grieken willen overbrengen is dus die van theater/circus, griezeligheid en kermis en wordt wat mij betreft goed neergezet. Een wat huiveringwekkend riedeltje loopt als rode draad door het tweede album van deze formatie, waarbij sluitstuk A Dreadful Sidescene nog wel het meest macaber klinkt.
De band omschrijft de muziek zelf als avant-gardische metal met progressieve trekjes. Dat progressieve kan ik wel een beetje beamen. Althans, de manier waarop dit album is opgebouwd en aangekleed rechtvaardigt deze omschrijving enigszins. Toch is het allemaal niet wereldschokkend. Het zijn de toegevoegde gimmicks die het geheel een apart en soms humoristisch tintje meegeven, de riffs van de gitaristen zijn rechttoe, rechtaan en eigenlijk saai en voorspelbaar. De zang van de twee dames is goed maar opnieuw niet wereldschokkend te noemen, daarvoor lijken de stemmen teveel op elkaar. De stijl van de muziek is wat lastig te omschrijven, maar kan je hoofdzakelijk scharen onder die van metal met een vleug art- en gothic rock. Vergelijkingen met andere bands komen het meest in de buurt bij het Diablo Swing Orchestra.
Het thema en de teksten van dit album staan metaforisch voor de wereld waarin wij momenteel leven. De mens die zich momenteel in deze samenleving wil handhaven moet zijn gedrag afwisselen tussen karakter en gezicht, dat men op elk moment psychisch kan instorten met alle gevolgen van dien. Het chaotische en clowneske karakter van het leven kan de band goed overbrengen in de muziek, hoewel de afwisseling binnen de songs ontbreken. De songs en teksten moeten grondig worden bestudeerd voordat het concept gaat leven. Zoals al gezegd, de afsluiter van dit album is een stukje origineel luguber toetsenspel, maar het gevaar van dit nummer is dat het meer als gimmick aangemerkt kan worden dan aanvaardbare muziek. Ja, het verstevigt het duistere karakter van het album, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand dit voor de lol beluistert. Wellicht helpt het als de plannen voor een theatertour ook daadwerkelijk tot ontwikkeling komen waardoor je ook een visueel plaatje voor ogen krijgt.
Als dit album jou na mijn betoog toch interesseert en je wil je toch wagen aan het album, houd het dan niet bij één luisterbeurt. Normaal schrijven we deze gebruiksaanwijzing voor als een cd complex van structuur is, maar dat is “Crime Scene” in mijn opinie niet. Ondanks dat, gaat het album meer leven als je het vaker draait en bestudeert. Of het album genietbaar blijft de komende jaren zal de tijd leren, mijn gevoel zegt dat het gaat tegenvallen.
Ruard Veltmaat