Darryl Way, leeft die nog? Dat was mijn eerste reactie toen ik het pakketje dat het schijfje en het hoesje bevatte opende. Natuurlijk kende ik de violist en oprichter van Curved Air nog goed. Sowieso geen slecht bandje, dat andere iconen als zangeres Sonja Kristina en Police drummer Steward Copeland opleverde, maar dat terzijde. Ik moest het nog eens nakijken maar het solo-album uit mijn collectie blijkt het uit 1978 daterende “Concerto For Electric Violin And Orchestra” te zijn met de van Sky bekende Francis Monkman op toetsen. Terug naar het heden.
De violist en multi-instrumentalist heeft vorig jaar nog meegespeeld bij zijn vorige band voor de viering van hun 45-jarig bestaan. Voor “Myths, Legends And Tales”, heeft hij inspiratie opgedaan in de Griekse mythologie. Hij is er naar eigen zeggen in geslaagd om de elektrische viool met succes te integreren in zijn nieuwe album waar tien nummers deel van uitmaken. Way zegt over zijn meest recente werk: “Als een rockviolist ben ik altijd op zoek naar dat ene geluid, zinswending en expressiemiddelen die de elektrische viool een legitieme stem zou geven binnen het idioom van de rockmuziek. Met dit album voel dat ik er dichter bij ben dan ooit om dit doel te bereiken”. Mooi gesproken Darryl, nou nog eens kijken of je dat ook daadwerkelijk waar kunt maken.
Ik moet zeggen dat ik werkelijk aangenaam verrast ben door de muziek op “Myths, Legends And Tales”, vooral de instrumentale stukken zoals Orpheus And The Underworld en Aphrodite kunnen me bekoren. Ik heb wat associaties met de eerste (vocale) albums van Rick Wakeman (openingsnummer Apollo) met name door de zang en de gesproken delen en met Smallcreep’s Day van Mike Rutherford, vooral tijdens Strange Goings On, een uitstekend nummer. Die verwijzing is al een compliment op zichzelf, want het solodebuut van de Genesis bassist behoort ontegenzeggelijk tot het betere solowerk van de eerste generatie prog giganten. Een andere referentie is het werk van ex-Camel toetsenist Peter Bardens. De viool is natuurlijk een instrument dat zich veel beter leent voor prog/symfo werk dan pakweg de saxofoon. Desondanks zijn er niet al te veel vioolspelende artiesten/bands die de top van het genre hebben gehaald. Verder dan UK/Eddy Jobson, Kansas en Caravan kom ik niet. Dan zal ik ongetwijfeld op de vingers getikt worden omdat ik iemand vergeten ben, waarvoor bij voorbaat excuses.
Hoewel Way vooral bekend is als violist, is hij ook een uitstekend toetsenist en multi-instrumentalist. Hij heeft het hele album zo ongeveer in zijn eentje volgespeeld, want ook de zang en het programmeren zijn van zijn hand. Als hij aanzet voor een vioolsolo dan lijkt het soms in eerste instantie of een gierende gitaarsolo a la Holdsworth wordt ingezet, fraai gedaan van de inmiddels 67-jarige Brit uit het graafschap Somerset. Zijn toetsenwerk is zeer smaakvol en de composities hebben voldoende gehalte om te blijven hangen. Het tempo is overwegend laag, maar dat past de gedragen zang en instrumentatie prima. Crusader is hier eveneens een goed voorbeeld van. Helter Skelter (niet het Beatles nummer) kan me in eerste instantie minder bekoren, een wat vreemdsoortige vocale song, totdat Way één van zijn betere vioolsolo’s inzet, hij kan het gelukkig nog steeds. Het grotendeels instrumentale, op een gesproken passage aan het einde na, Prometheus Chained sluit op gepaste wijze het album af, een bijna klassiek getinte compositie. Helemaal niet slecht wat de oude meester hier heeft geproduceerd. Aanrader binnen het genre.