De naam Dave Bainbridge is zo sterk verbonden aan die van Iona dat bij het verschijnen van een soloalbum bij mij direct de angst voor een Iona-kloon toeslaat. Nu zou dat niet erg zijn, de albums van Iona zijn immers allemaal parels, maar ook wel weer jammer, een dergelijk soloproject is immers een uitstekende kans is om eens nieuwe paden te betreden.
Toen Dave Bainbridge in 2013 met het plan kwam een tweede soloalbum te gaan maken introduceerde hij dat met de volgende woorden: “In een zekere zin is dit een album dat ik altijd al heb willen maken, juist omdat het is gebaseerd op de spanning en opwinding die ik voelde bij het luisteren naar mijn vroege muzikale helden (Yes, Gentle Giant, David Sancious and Tone, The Mahavishnu Orchestra, Curved Air, Hatfield and The North, Deep Purple, Clannad, Mike Oldfield, Keith Jarrett, The Enid, Keith Emerson, Allan Holdsworth, Alan Stivell, Ralph Vaughan-Williams en anderen). Door te luisteren naar deze grote muzikanten en componisten ontving ik mijn eerste inspiratie om zelf ook muzikant en componist te worden”. Een dergelijke aankondiging neemt de angst voor een Iona-kloon wel weg.
Toen daarbij de aankondiging kwam dat de bas verzorgd zou gaan worden door Randy George (Neal Morse-band) en het slagwerk door Collin Leijenaar (Affector) ontstond bij mij een flinke dosis nieuwsgierigheid. Zou het meer power en dynamiek gaan bevatten?
Dave heeft er de tijd voor genomen om dit album op te nemen. En het resultaat mag er zijn. Een tot de puntjes verzorgd album, voorzien van kleurrijk artwork. Een album ook waarvan het ‘hemelse vuur’ mijn hart toch wel sneller laat kloppen. Inmiddels heb ik het album twintig keer beluisterd en keer op keer ben ik geboeid door de vele lagen en diepten in de composities, de afwisseling in stijlen en de prachtige melodieën. Dave Bainbridge laat zien dat hij beschikt over een veel groter en veel progressiever talent dan hij in zijn eerdere werk ooit heeft laten horen. Dat hij gekozen heeft voor de medewerking van Randy George en Collin Leijenaar is een uitstekende keuze. Zij leggen zoveel dynamiek in dit album. Maar ook de stemmen van Yvonne Lyon, Damian Wilson en Julia Malyasova geven het album een ongekende schoonheid. Het album weet hierdoor kwetsbare pracht te combineren met ongerepte kracht. Totaal hebben 18 muzikanten hun bijdragen aan dit album verleend, waarbij Bainbridge laat horen een echt multi-instrumentalist te zijn.
Het album opent met het korte Heavenfield waarin Troy Donockley de Ierse doedelzak bespeelt. Je zou het nummer een soort van Iona-achtig begin kunnen noemen. Herkenbaar voor de meeste mensen. Een goede keuze. Maar na deze korte inleiding volgt het eerste epische nummer: Celestial Fire met tekst gebaseerd op C.S. Lewis’ The Magicians Nephew’ (Narnia Chronicles). Verderop staat een volgende epische compositie onder de titel: Love Remains. Het toetsenwerk hier doet mij sterk denken aan Keith Emmerson. Ik was echt verbaasd te ontdekken dat Bainbridge ook tot een dergelijk hoogstandje in staat is. Bovendien bevat Love Remains een gitaarsolo van Dave, waarbij de bas en het slagwerk zijn spel steeds verder opdrijven. Het hele album door bestaat uit een afwisseling van dynamische muziek waarin spanning enorm wordt opgevoerd gevolgd door gevoelige muziek die rust uitademt, waarna het hemelse vuur weer aangewakkerd wordt.
“Celestial Fire” is een album waar iedere progliefhebber veel herkenning in zal vinden. Er is duidelijk te horen waar de inspiratie vandaan komt. Tegelijk is het uniek door de professionele wijze waarin spanning en rust afgewisseld worden. Een top album!
Peter van der Schelde